Pik

minikul
Als u heel snel bent kunt u nog meedoen. Aan de verkiezing van het ‘Woord van het Jaar’, een van die in feite zinloze wedstrijdjes die er worden georganiseerd. Van Dale, die van dat dikke woordenboek dat ook op internet is te vinden, doet dat al sinds 2000. U  kunt uiterlijk morgen, 30 november, nog stemmen. En natuurlijk, Nederland zou Nederland niet zijn, organiseert ook de Vereniging Onze Taal, de club van wetenschappelijk gevormde taalpuristen, zo’n verkiezing. Zeker, ik ben leek, maar de tot Jaarwoord gekozen woorden hebben doorgaans nulkommanul met ons dagelijkse spraakgebruik te maken. Neem nu een uitdrukking als ‘Sjoemelsoftware’, dat vorig jaar door beide clubs tot HET Woord van het Jaar werd verkozen. Wees eerlijk, hebt u dat ooit gebruikt? In 2014 was Rampvlucht het jaarwoord van de Onze Taalgroep en Dagobertducktaks was dat van de Van Dalekiezers. In 2013 bekroonde Onze Taal ‘Participatiesamenleving’ tot Jaarwoord en was bij Van Dale het begrip Selfie het woord. Dat laatste is, hoewel natuurlijk geen echt Nederlands, een beetje ingeburgerd. Plofkip (Onze Taal) en Project X-feest (Van Dale) voerden in 2012 de ranglijst aan. Tuigdorp (Van Dale) respectievelijk Weigerambtenaar (Onze Taal) waren in 2011 de winnaars. Nog eentje dan: in 2010 waren dat Gedoogsteun (Onze Taal) en Gedoogregering (Van Dale). Vaak zijn de woorden gebaseerd op de actualiteit van dat jaar. Dan zou, op de einduitslag van 2016 vooruitlopend, Roetveegpiet nu wel eens tot winnaar uitgeroepen kunnen worden. Maar dan heb ik, als actief meedenker (waar een klein land groot in kan zijn) voor 2017 ook al een suggestie: de Pikzwartpiet. Een Zwarte Piet die zó zwart is gemaakt, dat de natuur die kleur nooit kan evenaren. Die dus geen bevolkingsgroep kan kwetsen. Dan is meteen die in mijn ogen belachelijke kleurenpietendiscussie (mooi lang woord overigens) van de baan. Denk ik. Of toch niet, want dan zal er vast wel weer een beweging opstaan die zich stoort aan het voorvoegsel Pik.  Dat betekent namelijk niet alleen diepzwart, maar is ook een  houweel en dan heb je nog de Corpspik, de Kantoorpik, het Landjepik en de vriendelijk bedoelde begroeting:’Dag Pik, hoe gaat het er mee?’ . Maar…. Pik ‘staat’ ook voor het mannelijk lid. Niet doen dus want dan krijgen we geheid weer een nieuwe discussie. Inderdaad: waarin een klein land groot kan zijn.
Henk Hendriks
 

UIT DE KRANT