Pseudo specht

|
| Foto: |
Puur natuur

Zo nu en dan word ik op het verkeerde been gezet als ik met mijn camera door de natuur sluip. Op zoek naar ‘onverwachte ontmoetingen’, zet ik al mijn zintuigen open. Ik zie dan wel wat er allemaal op mijn pad komt. De ene keer is het een eekhoorn, de andere keer een ree, kikker of paddenstoel. Vaak reageer ik daarbij op geluiden. Geritsel, geknaag, gehak, gefluit of iets anders.



Ik heb wel iets met spechten. Grote en kleine bonte, groene of zwarte spechten. Vooral de heerlijk lachende groene specht met rode ‘haardos’ maakt me vrolijk. Jammer dat ze zo schuw zijn. Maar ook de ‘gewone Bonte specht kan op mijn aandacht rekenen. Zodra ik ergens hakgeluiden hoor, speuren mijn ogen de boomtopen af op zoek naar de houthakker. Meestal is het een grote bonte specht. Prachtig getekende vogels met een dolk van een snavel.


Toen ik onlangs weer eens ‘op route’ was, door het frisgroene bos, hoorde ik weer hakgeluiden. Mijn ogen zochten de boomtopen af in de richting van het geluid. Het geluid bleek niet uit de boomtoppen te komen maar lager. Behoedzaam deed ik nog een paar stappen in de richting van het geluid. In een ooghoek zie ik iets achter een boom wegschieten. In een boomspleet zit een geklemde hazelnoot. Nieuwsgierig blijf ik naar de plek kijken waar ik de schim zag verdwijnen. Het duurt niet lang en een prachtig klein vogeltje kijkt om de hoek. Bont van kleur, voornamelijk blauwachtig en roestbruin en een ‘Zorro-masker’ over de ogen. Behendig kruipt de druktemaker omhoog en naar beneden langs de boomstam. Het was geen specht maar een hongerige boomklever die op een hazelnoot zat te hakken.


De verwarring is kleiner dan je wellicht zou denken. De Latijnse naam van de boomklever is Sitta europeae. Ik las dat het eerste deel van de wetenschappelijke naam afgeleid is van het Griekse sitte. Dat zou spechtachtig betekenen. De boomklever heeft met zijn krachtige snavel en gedrag inderdaad wel iets weg van een kleine specht. Niet qua vorm en kleur.


Boomklevers zijn behendige acrobaatjes met een korte staart en stevig poten met vrij lange tenen. Het is de enige inheemse vogel die zowel naar boven als naar beneden langs een boom kan klimmen. Van oorsprong zijn het bosvogeltjes maar we zien ze steeds vaker in de tuinen en parken. Zeker in een omgeving met veel oude bomen. Enkele jaren geleden ging het slecht met de boomklevers. De laatste jaren doen ze het beter en loopt het aantal broedgevallen weer op.


’s winters zie je boomklevers steeds vaker op voederplekken in de tuin. Daar pikken ze graag een hazelnootje of (ongezouten) pinda mee. Ik zie ze regelmatig in onze tuin, zeker nu de hazelnoten massaal uit de hazelaar vallen. Harde noten zet hij tussen boomschors of een spleet in een boom vast en hamert ze vervolgens stuk. In Engeland noemen ze het vogeltje daarom Nuthatch. Zo nu en dan vliegt hij weg met een complete hazelnoot in de snavel want boomklevers leggen ook voorraden aan.


Boomklevers worden ook wel Plakmezen of Plakspechten genoemd. Deze naam verwijst hoogstwaarschijnlijk naar het ‘dichtmetselen van nestgangen. Het zijn holenbroeders en maken graag nesten in boomholten of oude spechtennesten. Omdat de ingangen vaak te groot zijn metselt hij de ingang deels met klei dicht totdat de opening klein genoeg is (zie foto). 


Straks ga ik weer op ‘expeditie’ in onze Noord-Nederlandse achtertuin. Kijken welke ontmoetingen nu weer op me wachten. 


Puur Natuur Nr. 54, Andre Brasse, okt. 2021


|

UIT DE KRANT