‘Roderesch of Ripenveld’

Gemeente Noordenveld

‘Roderesch of Ripenveld’

De meeste mensen zullen wel weten, waar de Roderesch is... Inderdaad 2 kilometer ten zuiden van het dorp Roden. Op dit moment een buurtschap, die samen met het nabijgelegen Alteveer en het verderop gelegen Steenbergen de zogenaamde RAS dorpen vormen. In Noordenveld, de gemeente waar een groot aantal dorpen en buurtschappen zijn ondergebracht. Toch zullen de meeste mensen bij het woord Roderesch niet direct aan een buurtschap denken. De Roderesch is de es(ch) van Roden. In de vroege middeleeuwen tot stand gebrachte landbouwgrond. In de voorbije eeuwen is die functie, de naam en het gebruik van de Roderesch veranderd. Wie de uitzonderlijke functie van de esch van Roden op een oude kaart in ogenschouw wil nemen, hoeft slechts de blik te werpen op het kaartje op de omslag van het tijdschrift ROON. De Roderesch ligt als geen andere in het midden van het veld. Op 2 kilometer afstand van de kerk van Roden. Uniek in Drenthe. Overal is de kostbare Esgrond vergroeid met de bijbehorende dorpen. Niet die in Roden... Bovendien ging de Roderesch in het begin tot omstreeks 1750 door het leven onder de naam Ripenvelde. Voor het eerst zo genoemd in een Domkapittelregister van omstreeks 1335. Bovendien werd de esch bewoond. Ik heb het eerder beschreven. Velen, waarvoor in de dorpen geen plaats meer was gingen wonen rondom en later ook op de Roderesch. In plaggenhutten... Dit proces is eenvoudig in de archieven van de gemeente Noordenveld (Hans de Vries) en in het Rijksarchief Assen terug te vinden. Toch werd met name door de naamsverandering Ripenvelde-Roderesch de hooggeleerde heer Prof. Dr. Ir. Theo Spek op het verkeerde been gezet. Niet de eerste de beste onze Theo. Schrijver van het lijvige in drie delen luxe ingenaaide standaardwerk “Het Drentse Esdorpenlandschap”. Zijn fout lijkt op het eerste gezicht niet desastreus. Hij had de Roderesch, net als de Norger Oosteresch ondergebracht bij de zogenaamde Oude Veldontginningen. Essen worden geacht in de vroege middeleeuwen te zijn aangelegd. Oude veldontginningen zijn van veel jongere datum. Ook de gemeenten gaan bij uitbreidingsplannen van dit onderscheid uit. Dat heeft met de cultuurhistorische waarde van de grond te maken. Op de oude Eschgrond rust een agrarische bestemming en is die waarde hoog. Bij in cultuur gebrachte veldgrond is die waarde gering en daar mag op gebouwd worden. Hoe kon Theo Spek de plank nu zo misslaan? Vermoedelijk heeft dat met die naamswijziging te maken. In het Winsinghhofarchief kan men dat goed traceren. In 1715 is er nog sprake van een verkochte akker “gelegen op de Hoen op het Riepveld”. De hoen vindt men als men vanaf de Norgerweg (vroeger Ripenveldsterweg) voorbij het Mensingebos de Roderesch oprijdt. Links vind men een huis, bovenop de es, gebouwd in 1925 door Hindrik van der Spoel. Aan het eind van de 18de eeuw is de naam Riepveld verdwenen en heeft plaats gemaakt voor Roderesch... Mijn vader kende het begrip Ripenveld. Hij dacht dat het een gedeelte van de es was. Ik vroeg eens aan een van de oprichters van de Historische Vereniging Roden, Hindrikus Assies, waar nou toch dat Ripenveld lag. “Willems, sprak Rieks Assies, het Ripenveld is de heile Roonderesch. De Norgerweg is de Riepenveldsterweg” voegde hij daar nog aan toe. Eigen onderzoek bevestigde het beeld van Hindrikus Assies. Overal komt men Ripenveld of Rijpveld tegen... In de grondschattingsregisters, de familiearchieven. Waarom is het nu zo erg, dat Theo Spek dat had gemist? Dat heeft met politiek te maken. De gemeente Noordenveld had bijna 10 jaar geleden de Regiovisie opgestart. Oorspronkelijk, zou de oprukkende woningbouw een beste hap uit de Roderesch vreten. Dat gaat makkelijk, als de cultuurhistorische waarde gering is. Het zat om het zo te zeggen mee, dat de geleerde heer Theo Spek zich zo’ n dikke 800 jaar had vergist. Archeologisch onderzoek zou dat moeten bevestigen. Nu heb ik op dit moment dat nog niet in kunnen zien. Evenmin als het Archeologisch onderzoek aan de Norger Oosteresch. Nu moet men dat hele archeologische onderzoek ook met een korreltje zout nemen... in het kader van de beruchte deregulerende en privatiserende overheid zijn op vrijwel ieder ambtelijk terrein ook het archeologische dit soort bureautjes uit de grond geschoten. Omdat archeologisch onderzoek verplicht is bij uitbreidingsplannen. De onderzoekers graven zo bedrijfsmatig een “sleuf” in de grond en vinden dan meestal niks... Dat heeft de opdrachtgever, de gemeente graag... De bedrijfjes, die dit werk uitvoeren hebben dus letterlijk via het graven van een gat in de grond, een gat in de markt gevonden... dat lijdt weer naar een gat in de begroting, want de gemeente hoeft alleen nog maar de gepeperde rekening te betalen... Ik ben dan ook erg nieuwsgierig naar de data van dit onderzoek. Daar kom ik zeker achter... Ik krijg van de ambtelijke top van de gemeente Noordenveld alleen maar medewerking. Om het anders te zeggen. Alle deuren zwaaien voor me open... En dus houd ik U op de hoogte, geïnteresseerde lezer.

UIT DE KRANT