Shengen of de enorme welvaart; de omwenteling komt er

||||||||||||||
|||||||||||||| Foto: ||||||||||||||
actueel

In gesprek met Hendrik Smeenge, Jelly van den Bosch en Sjors van der Heide over precaire zaken in Noordenveld

RODEN – Nu het einde van het jaar nadert, betekent dat voor veel mensen een moment van bezinning. Wat is er gebeurd? Welke dingen hebben indruk gemaakt? Hoe gaat 2019 de boeken in? Maar vooral: vooruit kijken. Want wie vooruitkijkt, staat open voor de toekomst. Met koffie en taart op tafel blikt de Krant terug én vooruit met boer en raadslid van Gemeentebelangen Hendrik Smeenge, cultuurvrouw in hart en nieren Jelly van den Bosch en Roder ondernemer Sjors van der Heide. Een pittig gesprek waarin niets of niemand gespaard wordt.


Maandagochtend 9:30 uur op het kantoor van Media Totaal Noord. Hendrik Smeenge heeft een lijstje meegenomen. Een A5-je met punten die hij zeker aan de orde wil brengen. Hij zit wel met Sjors van der Heide aan één tafel, van wie bekend is dat –ie zelf graag het woord (over)neemt, luidt de verklaring van Smeenge over het briefje. Jelly van den Bosch is zich ervan bewust dat ze tussen twee ‘stevige’ heren aan tafel zit. Maar ze is zeker niet van plan zich onder te laten sneeuwen. Cultuur is belangrijk, de samenleving drijft erop, en heeft aandacht nodig vindt ze. Juist bij de politiek, want kunst en cultuur heeft niet de hoogste prioriteit in de gemeente Noordenveld, concludeert Jelly.


We trappen af met ieders hoogte- en dieptepunten van het afgelopen jaar. Sjors wil wel beginnen. Je moet niet zo naar dieptepunten kijken, vindt de ondernemer. Al zijn die er zeker wel. Dat nog steeds niet iedereen een eigen huis heeft, beelden van kinderen die op blote voeten door de modder ploeteren, gaan hem door merg en been. “Dat we ondanks de welvaart in de wereld niet in staat zijn om dit beter te regelen vind ik droevig. Ik gun iedereen een fijn huis, een dak boven zijn hoofd.” Over persoonlijke dieptepunten praat hij niet, al zijn die er wel. Liever kijkt hij naar de hoogtepunten, zaken die goed gaan. En voor de dingen die beter kunnen moet je een plan maken. Een visie opstellen. Geen visie resulteert in een zwalkend beleid, stelt Sjors die dat later in het gesprek uitvoerig toelicht.


Hendrik Smeenge vindt hoe de politiek, de wereld politiek, met elkaar om gaat zorgelijk. De hardheid stoort hem. Dat de verschillen tussen arm en rijk almaar groter worden en dat multinationals steeds meer macht krijgen, moet je niet willen, stelt de politicus. Of het er in Noordenveld ook zo hard aan toegaat, willen we weten. Dat blijkt gelukkig niet het geval. “In Noordenveld proberen we altijd met elkaar in gesprek te blijven, in oplossingen te denken. En niet op de man te spelen.”


Omwenteling


Voor Jelly mag er op het gebied van armoedebeleid wel een tandje bij in Noordenveld. Zij voorziet dat we er over tien jaar heel anders voor staan. Het loopt gigantisch uit de klauwen met de welvaart vindt ze. “Neem alleen de 60 verschillende soorten wasmiddelen in de supermarkten. Dat gaat toch nergens meer over? We moeten terug naar de basis. Consuminderen. Kijk naar de opbouw van Nederland na de oorlog. De eerste tv’s kwamen in de huiskamers, een auto, toen moest er een tweede auto komen wilde je er een beetje bij horen en was één vakantie per jaar ook niet meer genoeg. We kwamen er achter dat welvaart niet gelukkiger maakt. Maar we hebben er niets van geleerd. We zijn steeds verder gegaan met het aankweken van behoeftes. Nu zitten we op een keerpunt. We kunnen niet verder zo. Er komt een omwenteling, dat geef ik je op een briefje.”


Shengen



De kop is eraf. Sjors vindt dat Jelly een punt heeft, maar ziet de welvaart niet als het grote probleem. Welvaart is ook groei, meent hij. Het maakt het mogelijk dat supermarkten breed kunnen uitpakken. Achter die producten zitten bedrijven. Sjors voorziet een veel groter probleem. De verdragen van Shengen. Daar gaat het wringen. “Geert Mak, die zich zelden over dit soort zaken uitlaat zei het: 20 miljoen is teveel. Wij zijn niet in staat om zoveel woningen te bouwen en ook nog natuur over te houden. Dat lukt niet. Neem Rotterdam. Daar heb je 190 verschillende culturen. 190! Over tien jaar vliegen we elkaar massaal in de haren, dat voorzie ik. Dus 20 miljoen, ‘dat gaan we regelen?’ Nee. Dat gaan we niet regelen. Europa is groot genoeg om iedereen een plek te geven. Shengen is niet langer houdbaar. We moeten terug naar eigen grenzen. Het is hetzelfde als met kippen. Als een boer plek heeft voor 1.000 kippen en je gooit er 2.000 in, gaat de helft dood.”
Jelly ziet dat toch wat anders. Ze wil mensen niet vergelijken met kippen. “Mensen hebben hersenen. Kunnen keuzes maken. Op deze manier kunnen we niet verder. We moeten op zoek naar andere alternatieven”, vindt ze. Welke dat dan zijn, weet ze nog niet. “Die moeten we met elkaar bedenken.” Hendrik Smeenge haakt in. Hij is het ten dele met Sjors eens. “Die hardheid is het gevolg van al die mensen die hier komen. Wereldleiders moeten daar op inzetten: mensen op hun eigen plek houden.” Koren op de molen van Sjors. “Het is net als bij een bedrijf; gaat er iets mis bij de leiding, merk je dat op de werkvloer.”


Verzand in procedures


Terug naar Noordenveld. Je mag blij zijn dat je hier woont, vindt Sjors. “Een mooie gemeente. Noordenveld doet het goed op het gebied van woningbouw.” Jelly nuanceert: “Nou, nou. Pas als je zeven jaar ingeschreven staat kom je in aanmerking voor een woning. En dan heb ik het over sociale huurwoningen. Dat duurt veel te lang.” Hendrik loopt er in de politiek dagelijks tegenaan. Zolang als hij in de raad zit, 14 jaar nu, zolang zijn er al discussies met woningbouwcorporaties. “Ook al is er een aantoonbaar tekort en staan mensen lang op de wachtlijst, bijbouwen willen ze niet. Woningen moeten over dertig jaar ook gevuld zijn, luidt het standpunt. En in Noordenveld vinden ze natuur belangrijker dan bouwen”, stelt Hendrik die de ellenlange procedures van de gemeente hekelt. “Als je iets wilt slopen gaat het zóver, dat je voor de mussen onder de pannen nog onderdak moet vinden. En dat wordt er door de Omgevingswet niet veel beter op. Daar geloof ik niet in. En neem nou PFAS. Dat is zo door de politiek gefietst. Niemand heeft de gevolgen ingezien. Hetzelfde als met stikstof. Nu zitten we ermee. Is het wetgeving geworden. We zijn verzand in procedures.” Datzelfde ondervindt Hendrik ook bij zijn eigen boerenbedrijf in Lieveren. “Al die regelgeving is kostprijsverhogend. Dat verdienen we nooit meer terug. De opbrengst wordt niet hoger. Die ontwikkeling baart zorgen. Jonge boeren zien geen toekomst. Boeren brengen wel 90 miljard naar de schatkist.”


Zwalkend beleid


Sjors wijdt het aan het beleid. “Er is geen visionair in dit land, iemand die vooruit kijkt. Maar de wal heeft het schip gekeerd. En dat is een goede zaak. De boeren gaan de weg op. Dit zijn de gevolgen van een zwalkend beleid zonder visie”, zegt Sjors die zich elke keer verbaast dat iemand zomaar burgemeester of wethouder kan worden. “Je moet mensen hebben met verstand van zaken. Iemand uit de klei, uit het bedrijfsleven. Je moet je afvragen: wat voor gemeente zijn we? Een Europese gemeente? Een industriegemeente? Daar moet je beleid op maken. Visie. Daar draait het om. En aan de andere kant: we zijn ver gekomen. We wonen in een mooie gemeente.” Ver gekomen, maar niet voor iedereen, vindt Jelly. “De armen worden armer en de rijken rijker. We zitten op een dood spoor.” Dat vinden de heren veel te zwaar gesteld. Sjors: “Obama zei eens: ‘je moet kijken wat je voor het land kunt doen. En niet alleen wat het land voor jou kan doen.’ Daar ben ik het helemaal mee eens.”



Centrumontwikkeling


Hendrik koekeloert op zijn briefje. De centrumontwikkeling van Roden, daar wil hij het nog even over hebben. Duurt veel te lang, vindt hij. De slagvaardigheid ontbreekt. Om het winkelbestand in Roden te wapenen tegen internet moet je nu actie ondernemen. “We moeten met elkaar -ondernemers, gemeente en mensen die er wonen- koers bepalen en richting geven om het centrum sterk een aantrekkelijk te maken. Samen de schouders eronder, alleen dan krijg je iets van de grond.” Sjors vraagt zich af in hoeverre het ‘met elkaar is’ in de gemeente Noordenveld. Daarmee doelt hij op de parkeerproblematiek die Roden al jaren in de greep houdt. “Neem nou de parkeerplaatsen bij de bushalte. Dat die weggehaald worden, daar snap ik helemaal niks van. Iedereen was het erover eens dat ze moesten blijven, zowel de Zakenkring als omwonenden. Bovendien is het bewezen dat mensen niet verder dan 150 meter met een boodschappenkar willen lopen”, zegt hij tegen zijn tafelgenoot. “Het was Gemeentebelangen die besloot dat ze weg moesten. Machtspolitiek noem ik het.”


Parkeren


Ook Jelly begrijpt niet waarom de parkeerplekken moeten verdwijnen. Zij ziet dat er veelvuldig gebruik van gemaakt wordt. Hendrik verwijst naar het Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV)-plan, waarin is vastgelegd dat de hoek bij de Leeksterweg de ‘groene poort’ van Roden moet worden. “We voeren beleid uit”, zegt de politicus. Sjors: “Wie houd je voor de gek? Het plan was ook dat de rotonde bij het Julianaplein eruit moest. Er zou een T-splitsing komen. De bomen zijn er allemaal uitgehaald. En nu blijft de rotonde toch. Weggegooid geld.” Dat komt omdat het HOV-plan nog niet officieel vaststond op dat moment, verklaart Hendrik, die erkent dat het geen handige actie was. “We hadden helemaal in het begin al een parkeervisie op moeten stellen. Met elkaar moeten kijken: hoe komen we tot een oplossing? Dat is niet gebeurd. Daar ondervinden we nu de gevolgen van. Een voorbeeld daarvan is jouw eigen plan voor een restaurant op de plek naast het wapen van Drenthe. Dat is stukgelopen op parkeerplaatsen.”


Gevoelig onderwerp. Sjors was van plan om aan de Heerestraat 5, pal naast het wapen van Drenthe een restaurant te ontwikkelen. Aan animo geen gebrek. Een aantal ondernemers had al plannen in deze richting ingediend bij de vastgoedonderneming van Sjors die een schets voor het –nu nog- desolate pand liet tekenen. “Een prachtig ontwerp. Een knipoog naar het Van Loon Museum, getekend door een vooraanstaand Nederlands architect. Een fraai aanzicht wanneer je Roden binnenrijdt. Er was plek voor horeca in Roden, stelde de gemeente. Wij blij, zij blij toch? Het liep anders. De parkeerdruk zou toenemen, liet Welstand in een brief weten. Ze kwamen met een berekening: 3,2 parkeerplekken zijn nodig voor een winkel, 21 voor een restaurant. Hoe kun je dat nou zeggen? Een restaurant is voornamelijk ’s avonds open. Een winkel overdag. Als we een horecavergunning willen voor die locatie, moesten we even 145.000 euro overmaken. Voor niks. Voor lucht. Bizar toch? Dat verdien je nooit terug. Die hele Welstand kunnen ze beter opheffen.” Zonde, erkent ook Hendrik die zich persoonlijk behoorlijk geërgerd heeft aan de gang van zaken. “Een gemiste kans. Het had allemaal voorkomen kunnen worden met een heldere parkeervisie. Ik erger me er bont en blauw aan. En als we het niet met elkaar eens zijn, moet er weer een onderzoek komen door een of ander duur onderzoeksbureau. We lopen achter omdat we geen keuzes kunnen maken. Het duurt te lang.”


Ander onderwerp. Op het gebied van cultuur heeft Roden best wat te bieden. Neem het rondje om de Brink, het Landgoed Mensinge, het museum, het Koetshuis, Scheepstra Kabinet en niet te vergeten kunstencentrum K38. Hoe zou je dat nu meer met het centrum kunnen verbinden, zodat Roden een breder publiek aantrekkelijk wordt, gooien we in de groep. K38 terug naar de Brink, oppert Hendrik. Onbespreekbaar, vindt Jelly. Ze is juist erg tevreden over het ‘eigen stekkie’ van K38 aan de Kanaalstraat en als ze dan een hoogtepunt moet noemen is dit hem wel. Het pand biedt ruimte en is authentiek. Wel zou ze wat aan de zichtbaarheid willen doen. En nu we het er toch over hebben, spreekt ze Hendrik aan over het feit dat de gemeente te weinig oog heeft voor kunst en cultuur. En dat terwijl kunst en cultuur belangrijk is voor het welzijn van mensen, het innerlijk welbevinden, stelt Jelly. “Ik ben heel erg van cultuur. Zonder cultuur geen samenleving. Onverantwoord dat K38 uitsluitend draait op vrijwilligers. Het verbaast me elke keer opnieuw: wanneer er geld tekort is, is cultuur altijd de sluitpost in deze gemeente.” Volgens Sjors niet helemaal onlogisch. “Wanneer je een huis koopt, schaf je eerst stoelen aan, pas dan komt een schilderij aan bod.”


Verbinding


Er wordt verder gebabbeld over het verbinden van cultuur met het winkelaanbod van Roden. Lekker out of the box. “Je zou kunstenaars aan ondernemers kunnen verbinden”, stelt Jelly voor. “Zij kijken met een heel andere blik naar een winkel. Creatiever. Dat zou leuke ontwikkelingen kunnen opleveren. De verschillende manier van denken kan elkaar versterken. We moeten niet langer kwantitatief denken, maar kwalitatief denken.” Hendrik: “Ik kom tot de conclusie dat cultureel Roden en de Zakenkring elkaar op moeten zoeken.” Sjors vindt dat Jelly een sterk punt heeft. Hij gelooft in een betere mix met hoogwaardige winkels. En een verbinding tussen cultuur en ondernemerschap zou daarbij een prima ontwikkeling zijn. “We moeten Roden zien om te buigen van boodschappendorp tot regionaal koopcentrum. Ik zou graag eens een stukje gaan wandelen met burgemeester Klaas Smid. Gewoon eens van gedachten wisselen over allerlei zaken. Dat heb ik destijds met oud-burgemeester Hans van der Laan ook gedaan. Dat leverde leuke gesprekken en verrassende inzichten op. Dat hoop ik ook met Smid te doen. Misschien, als hij dit leest, dat het hem ook wat lijkt.”


Hendrik neemt het voorbeeld van verbinding tussen cultuur en middenstand als gelegenheid om het Dorpenfonds aan de orde te brengen, ook een punt op zijn lijstje. Want ook al gaat het tijdens het gesprek veel over Roden, leefbaarheid is in alle dorpen van de gemeente belangrijk, vindt Hendrik. Goede sportaccommodaties, goede scholen en voorzieningen die op orde zijn. “Zélf creatief meedenken om een dorp leefbaar te houden stimuleren we graag. Zo hebben we 1 miljoen euro uitgetrokken voor het Dorpenfonds. Over een periode van 4 jaar kunnen dorpsbelangenverenigingen initiatieven aandragen bij de gemeente die bijdragen aan de leefbaarheid. Een aantal daarvan zal worden vergoed vanuit het fonds. Ik geloof heel erg in ‘met elkaar’. Zo is ook Wijkgericht werken ontstaan. Noordenveld is opgedeeld in 6 wijken. We willen als gemeente overal zichtbaar zijn. Iedere wijk heeft een eigen ‘voorman’ met een vast uitvoerend team.”


OZB


Hendrik lepelt nog een punt op van zijn lijstje: verlaging van de OZB van 6 procent naar 3 procent. Te danken aan zijn partij. Niet dat hem dat in dank is afgenomen, laat Hendrik zijn tafelgenoten weten. Want van die 3 procent is 1.5 procent voor de Algemene Reserve. Dat geld heeft hij weggehaald bij de personeelskosten van het ambtelijk apparaat. “21 miljoen euro gaat naar ambtelijke organisatie. Daar hebben we 350.000 euro van afgehaald. Dat stoppen we in de pot Algemene Reserve. Extra geld dat inzetbaar is voor ontwikkeling van de kerndorpen Roden, Peize en Norg. Daar kregen we veel vragen over. Dat kon niet, vond ook de gemeentesecretaris. Ik vind het juist een belangrijk signaal van de politiek: we moeten iets doen aan de kosten. Nu kijk ik naar mezelf als boer: de fosfaatuitstoot moet met 10 procent terug. Er wordt ons niks gevraagd. We moeten gewoon schakelen. Punt. Ik heb me er jaren voor ingezet: een zo laag mogelijke OZB. De OZB mag geen sluitpost zijn om de begroting rond te maken.” Sjors vindt het niet meer dan normaal. “Je kunt niet alles bij de ondernemer weghalen. Je moet juist proberen de opbrengst te verhogen”, stelt hij.


Jelly aanschouwt de conversatie van de heren hoofdschuddend. ‘Traditioneel denken’, noemt ze het. Het gaat allemaal heel anders worden, voorspelt ze. “Je kunt op heel veel fronten kijken: hebben we dit allemaal wel nodig? Daarmee doel ik niet alleen op de 60 verschillende wasmiddelen in de supermarkt, maar ook in andere lagen. Er zitten ontzettend veel graaiers aan de top. Daar moeten ze iets aan doen.” Hendrik ziet de ontwikkeling terug in de agrarische branche. “Je hebt wel 20 soorten witte yoghurt in de schappen. Totaal onoverzichtelijk. Je houdt de consumenten een lap voor: wat is beter?” Die aangekweekte behoefte aan steeds meer producten is omarmd door de maatschappij, meent Jelly. “Deze weg is het niet. We kunnen zo niet verder. Nivelleren moet.”


Van welvaart en nivelleren over naar 5 juni van dit jaar. De nacht dat een verwoestende storm door Roden trok. En nou net in die nacht was Hendrik Smeenge plaatsvervangend burgemeester. Het college zat voor een congres in Barneveld. Hendrik werd ’s nachts uit zijn bed gebeld. Zijn burgemeestersavontuur begon op 00:05 op de gemeentewerf in Roden. “De ravage was enorm. Honderden omgewaaide bomen. Dikke oude eiken lagen her en der verspreid over wegen en op daken van auto’s. Wonder boven wonder waren er geen persoonlijke ongelukken gebeurd. Wel was er gevaar voor de veiligheid. Met boerenverstand kom je heel ver. Ik heb meteen alle mensen met loonbedrijven en hoveniersbedrijven in mijn netwerk opgetrommeld. Iedereen nam op en was snel ter plaatse. Ook de communicatie met de brandweer liep perfect. Ik was verbaasd over de saamhorigheid. Iedereen was ’s nachts aan het werk. Via de portofoon was ik met iedereen in contact. Klaas Smid belde nog; of hij terug moest komen. Ik kon gelukkig zeggen dat we alles onder controle hadden. Als ik dan toch een hoogtepunt moet noemen, is dit hem wel. Leiding geven aan een heel team onder hectische omstandigheden was geweldig om te doen. Het is me best goed af gegaan”, glundert de politicus.


Ondertussen is het bijna 12:00 uur. Tijd voor een resumé. De afsluiting. Er is behoorlijk wat besproken. Soms ontaarde dat in verhitte discussies. Cultuur versus ondernemerschap. Welvaart versus nivelleren. Toch bleef het netjes. Er werd niet op de man gespeeld. Jelly vond het best lastig om tussen twee sterke heren het culturele belang naar voren te brengen. Ze wil graag aandacht van de politiek voor de samenhang waar we met elkaar op draaien. Sjors sluit graag positief af. “We wonen in een buitengewoon goede gemeente. Laagdrempelig. Als je belt, krijg je iemand aan de lijn. Je kunt je ei kwijt. Ik wens iedereen het beste, en mezelf ook. Samen de schouders eronder.” Hendrik: “daar sluit ik me bij aan. Met elkaar. Duidelijk zijn naar elkaar en snellere slagen maken, dan komen we een heel eind.” Jelly stelt voor om volgend jaar met hetzelfde gezelschap nog eens bij elkaar te zitten. Ieder met een eigen lijstje met voorstellen voor verbetering. Voor het eerst zijn de tafelgenoten het alle drie eens.


||||||||||||||
||||||||||||||
||||||||||||||
||||||||||||||
||||||||||||||
||||||||||||||
||||||||||||||
||||||||||||||
||||||||||||||
||||||||||||||
||||||||||||||
||||||||||||||
||||||||||||||
||||||||||||||

UIT DE KRANT