‘Sjors, man van het jaar’

Gemeente Noordenveld

RODEN – Geert Willems is de luis in de pels van politiek Noordenveld. Hij bezoekt vrijwel elke politieke bijeenkomst en vormt zich vervolgens een eigen mening
In mijn ogen komt er maar één man voor in aanmerking. Juist ja. Sjors van der Heide.  De man die dit jaar zijn leven weer oppakte alsof er niets was gebeurd. Vol vuur vol passie doet hij weer waar hij zin in heeft. Werken. Met plezier werken vooral. Dat is voor hem de kern van de zaak. Daar herken ik mezelf ook in. Voor mij geldt ook: als je wilt werken, doe het dan vooral voor de lol. Zo doen we dat. Over Sjors schrijven is als over mezelf schrijven. Natuurlijk, er zijn aanmerkelijke verschillen. Ik let meer op wat ons bindt. Sjors ook. Merk ik steeds als ik hem zie. Hij is geboren vier dagen eerder dan ik, twee huizen verder, dan waar ik ter wereld was. Roderesch aan een zeer modderig Laontje. Zijn moeder Renske Willems, zoals de achternaam al zegt familie... Inderdaad, een volle nicht van mijn vader Wieger. Zij vertelde mij het volgende. “Toen Sjors vier dagen was reed ik met de kinderwagen naar je Mem. Die liep op alle dagen. Ik was trots op mijn jongen, dus zo liet ik hem zien. Zag wat tranen in de ogen van je moeder. Zij wel... waarom ik nog niet”... Gelukkig was ik er dezelfde dag nog. Vanaf het begin zaten we bij juffrouw Alki van Calker in dezelfde schoolbanken. Van die ouderwetse, die je nu nog aantreft in het Scheepstrakabinet... Ja ik zocht Sjors in mijn jeugd vaak op. Hij woonde aan de andere kant van de Roderesch. In Alteveer. Achter zijn huis stroomde het meanderende diep. Hij woonde vlakbij de kolk. Daar moest je niet invallen, dan was je er geweest. Bij een kind van Loeks Haon was het gebeurd. Die verdronk in de kolk. Zo voltrok zich onze jeugd. Als dingen die gebeuren en voorbijgaan. Het modderige Laontje is nu een verharde Kaatsweg. De eenvoudige armoedige boerderijtjes zijn grotendeels verdwenen, bewoond door welvarende import en inmiddels omgetoverd in fraaie landhuizen. Ook dat van Sjors aan de Melkweg op Alteveer... De school uit onze jeugd is veranderd in een dorpshuis. Ik ben er zelf niet meer welkom... Wij zijn er nog. Bij Sjors was het een dubbeltje op zijn kant. Hij zweefde na een stamceltransplantatie dagenlang op het randje van de dood. Met zijn geliefden om hem heen sloeg hij toch zijn ogen weer op. Later beschreef hij dat, geheel in zijn stijl als een zakelijke beslissing: “Doodgaan... Dat kan altijd nog... daar heb ik nu even geen tijd voor... ik heb nog zoveel te doen...(..) En voegde de daad bij het woord. Langzaam, met vallen en opstaan krabbelde hij weer overeind. De journalist van de Krant, Vincent Muskee, heeft dat opgetekend uit zijn mond. Gelijk werd dat artikel the talk of the town. Samen met Hans van der Laan, toen nog burgemeester, zocht ik de zieke op. Zijn ziekbed bleek hij al verlaten te hebben. Het lopen wilde nog niet zo goed. Maar hij was, wie hij altijd was. Strijdbaar. Vol zelfvertrouwen. Zo kennen we hem...
Al spoedig dook hij weer op in het openbare leven. Alsof er niks gebeurd was. Ik kwam hem vaak tegen. In het centrum van Roden. Aan de Kanaalstraat ook wel bekend aan de Vrijetijds Boulevard. Er valt nog altijd veel te doen. Ook de politiek bemoeit zich ermee. En dus Sjors ook. Ik zag hem bezig. En hij mij. Altijd was er weer die vonk van herkenning. Die gemeenschappelijke achtergrond. We hebben de blubber op de Roegte achter ons gelaten. We schrijden Moedig Voorwaarts. Zo zag ik hem ook in de raad van Noordenveld. Als inspreker over de Albertsbaan. Hij was indrukwekkend. Ik maakte er een “college Kapitalisme voor Beginners” van. Toch kon ik het niet nalaten hem een beetje belachelijk te maken. Met zijn opmerking dat Roden niet beter zou worden met nog eens een Poezieflat... Was benieuwd hoe hij daarop zou reageren. Het antwoord kwam een dag later. Hij stopte zijn SUV langs de kant van de weg en kwam met open armen op me af. Kijk nieuwe bewoners van de Roderesch... Zo doet een kerel dat, die geen gevulde koek is!
Tot zover de zaken die we gemeen hebben. Er zijn ook aanmerkelijke verschillen. Dan heb ik het niet alleen over dat leuke meisje met dat kuiltje in haar wang, waar we beiden verliefd op waren. Sjors ging er mee heen. Voorgoed! Juist ja, ik heb het over Rika! Sjors zegt er vaak over, dat hij het nooit had kunnen bereiken, zonder deze Rika. Daar zit hem het verschil tussen ons. Het gaat om Het Kapitaal. Sjors vergaarde het als een postzegelverzamelaar. En bereikte op zijn sloffen de Quote 500... Ik bestudeerde dat Kapitaal. Vooral aan de hand van de schrijver van Het Kapitaal. Het boek van Karl Marx. Diens vrouw Jenny verzuchtte vaak. “Mijn man Karl schrijft vaak over het geld... Maar hij heeft het nooit...” Voor mij geldt hetzelfde. Ik weet alles van kapitaalstromen en de politieke gevolgen. Van de voor en nadelen van het kapitalisme. Maar ik spreek en schrijf er over. En heb geen cent te makken... Ook daar ben ik gelukkig mee. Sjors ongetwijfeld ook. Want hij heeft wel een cent te makken. Nu is de oude wet van Karl Marx natuurlijk ook op hem van toepassing: Heeft de mens geld... of heeft het geld de mens...? Maar ja dat is theorie... Maar zij Marx ook niet. Geen theorie zonder praktijk. Geen praktijk zonder theorie...
Over praktijk gesproken. Typerend verhaal tot slot over Sjors. Mijn man van het Jaar! Hij was deze week bij mij aan de deur met een kerstpakket. Ja Sjors weet wat een man zonder een cent te makken nodig heeft. Het gesprek kwam op de achter de tralies zuchtende vuurwerk handelaar Henk B. Sjors en ik kennen hen als Henkie Brink. Zelfde achtergrond als wij. Heeft nog minstens 11 maand te gaan. Belt mij de laatste tijd regelmatig vanachter de tralies... van uit Lelystad. Sjors had het er nog net met zijn Rika over gehad. Die man, die Henkie, die vanachter de tralies hem tot twee keer toe via-via een kaart gestuurd had met “van Harte Beterschap Sjors, van Henk” erop. Hij had Henk daarop, toen ie weer beter was een brief gestuurd om hem daarvoor te bedanken... Dat wist ik ook van Henk. Die had gevraagd of Sjors en ik hem eens  konden komen opzoeken. Sjors vond dat een uitstekend idee. Typisch Sjors. Die voelt zich niet te goed om Henkie op te zoeken. Achter de tralies. Deze man van het Jaar. Sjors van der Heide!

UIT DE KRANT