SVMH waakt voor degradatie en strijd voor nacompetitie

Sport
NIEBERT/NUIS – Het lukte SVMH vorig jaar niet om uit de gevarenzone te blijven. Ondanks de goede hoop van Jan Boonstra, belandde SVMH in de nacompetitie. Tegen Zevenhuizen wist het eenvoudig het vege lijf te redden. Desondanks heeft Boonstra ambitie. Naast de gebruikelijke doelstelling – niet degraderen – wil hij met SVMH voor een periodetitel gaan. ‘Je moet altijd een doel hebben’, stelt hij.
Dit jaar speelt SVMH voornamelijk tegen clubs uit de provincie Groningen. Boonstra – zelf afkomstig uit Drachten – is daar blij mee. ‘Het is leuk, want je speelt nu tegen wat andere ploegen.’ Daarnaast blijft de derby tegen TLC gewoon nog op het programma staan. ‘Voor de jongens is dat ook leuk, want dan hoef je allemaal niet zover weg.’ SVMH weet dat het direct aan de bak mag. De eerste wedstrijd is uit bij Actief. ‘Toch een club met een naam’, zegt Boonstra. ‘Zij degradeerden vorig jaar uit de Derde Klasse. Dus we krijgen direct een lastige tegenstander.’
In zijn selectie heeft Boonstra genoeg vertrouwen. ‘We hebben veel jonge jongens en een paar meer ervaren spelers. We zullen ze verstandig moeten inpassen. Het is een goede mix’, zegt hij. ‘En we zullen elkaar nodig hebben. SVMH is een klein clubje.’ De voorgaande jaren heeft SVMH meerdere keren nacompetitie moeten spelen voor lijfsbehoud. Zo ook vorig jaar. Vandaar dat de eerste taak van SVMH overleven zal zijn. Maar Boonstra ziet de nacompetitie wel zitten. ‘Tuurlijk, waarom niet? We moeten met deze selectie meekunnen in de Vierde Klasse, dus wie weet zit ook nacompetitie er ook wel in.’ Vorig seizoen kwam na de winterstop de klad erin bij SVMH. ‘Dat was jammer, want de eerste seizoenshelft verliep goed. We moeten volgend jaar geconcentreerder spelen tegen de mindere ploegen. Je kon zien dat wij tegen betere tegenstanders scherper waren, waardoor we sneller fouten maakten tegen mindere ploegen.’
De voorbereiding is voor SVMH vooral een periode om het team bij elkaar te krijgen. ‘We moeten kijken wat voor team er straks staat. Ik heb er sowieso zin in.’

UIT DE KRANT