Teloorgang

Afbeelding
Puur natuur

Eens in de zoveel tijd verschijnt er een Atlas van de Nederlandse Broedvogels. Hierin komen verspreiding, aantallen en veranderingen van de Nederlandse broedvogelstand aan bod. De vorige atlas stamt uit 2002 en daarvoor uit 1989. De aantallen kunnen ten opzichte van de atlasperiode ervoor sterk verschillen en dan is het goed na te gaan waaraan dat ligt. Wellicht zijn er maatregelen mogelijk (en nodig) om het tij te keren als er sprake is van een sterke teruggang.

Wanneer de nieuwe atlas verschijnt weet ik niet, maar wel dat er hard wordt gewerkt aan de afronding ervan. Waarschijnlijk zal het 2017 worden. Eenieder kan weten dat het aantal weidevogels weer zal zijn afgenomen. De intensivering van de landbouw gaat onverminderd door en vanwege de afhankelijkheid van deze gebieden zal het aantal weidevogels nog verder zijn geslonken. Het is een proces dat zich in de jaren zestig van de vorige eeuw al aandiende. Ik ben benieuwd hoeveel paartjes er nog zijn van de Grutto, nota bene onze Nationale Vogel. Eens waren er meer dan 120.000 paartjes. De atlas van 1989 meldde al dat er sprake was van een vrij sterke afname, hetgeen pijnlijk duidelijk werd in 2002, toen men niet verder kwam dan 45.000 paartjes. Het zal me niet verbazen dat het er inmiddels minder dan 25.000 zijn! En van soorten als de Kievit, Scholekster, Veldleeuwerik en andere weidevogels gaat de achteruitgang eveneens onverminderd door. Was het vroeger een feest om in het buitengebied (weide- en hooilanden) te verkeren vanwege het ’vogelrumoer’, nu zijn deze veranderd in monotone vlaktes waar het ’rumoer’ is verstomd.

Zo moet het in de jaren tachtig van de vorige eeuw een feest zijn geweest om boven Roden wat rond te dwalen. Alleen al in de oude gemeente Roden broedden er meer dan 200 paartjes van de Grutto (S. Braaksma, Staatsbosbeheer). Dat werden er allengs steeds minder en de herinrichting (De Onlanden) was goed voor riet- en watervogels, maar niet voor de paar weidevogels die er nog verkeerden. Maar buiten dit gebied verging het meer vogels slecht. Wie hoort er nog wel eens een Nachtegaal of een Wielewaal? Van de laatste kreeg ik van Arnold Pera (Roderesch) een melding even buiten zijn woonplaats, maar of dat een broedgeval wordt betwijfel ik. Een andere soort waar Braaksma in 1982 rond Roden 10 paartjes van telde (ook 10 rondom Norg) was de Zomertortel (foto: Pia Zomer). Eerder heette deze fraaie verschijning nog Tortelduif, maar omdat hij hier alleen in de zomer verblijft en (wellicht) om verwarring met de Turkse tortel te voorkomen is voor deze naam gekozen. Eerst waren er wel 50.000 (voor 1970) en daarvoor nog veel meer. De atlas van ’89 meldde ca. 30.000 paar en in 2002 was nog slechts sprake van iets meer dan 10.000. Dat zullen er nu nog (veel) minder zijn.

Zomertortels neem ik in onze omgeving maar hoogstzelden waar. Overigens geldt de teloorgang van deze soort voor heel West-Europa. Zijn favoriete biotoop, kleinschalig agrarisch landschap met veel akkerbouw, verdwijnt in rap tempo. Bestrijdingsmiddelen missen hun funeste uitwerking niet en ook in de West-Afrikaanse overwinteringsgebieden stapelen de problemen zich op (door het kappen van slaapbossen en door droogteperioden). Ondanks deze malaise wordt de soort nog sterk bejaagd (Malta, Cyprus en Frankrijk). Je zou zeggen dat Europese regelgeving hier een eind aan zou moeten maken. In mijn jonge jaren (40 – 50 jaar geleden) zag ik in de nazomer op goede (voedsel)plekken nog wel eens enkele tientallen exemplaren bij elkaar. Dat maak je nu niet meer mee. Voor dit soort aantallen ben je aangewezen op triviale soorten als de Merel en Roodborst. Niet dat je die bij elkaar ziet, maar toen ik afgelopen vrijdag om 4.15 uur de deur uitstapte voor een broedvogelinventarisatie in het Mensingebos hoorde ik pakweg 20 Merels bij ons in de buurt al ’oorverdovend’ zingen. Je hoort ze ook in het Mensingebos, zij het een stuk minder, maar wel veel meer Roodborsten. In het plot dat ik telde kwam ik tot maar liefst 24 zingende vogels! Omgerekend naar heel Mensinge broeden er zeker 125 paartjes. Nadien was het om 6 uur bij ons tamelijk rustig, waarna ik in stilte nog een paar uurtjes slaap kon inhalen.

UIT DE KRANT