Uit het Roner Archief: De Rodervaart

Afbeelding
actueel

De haven van Roden in 1925. Op de achtergrond het veerhuis, later dorpshuis. Rechts de voormalige melkfabriek, nu fitnesscentrum.  (Fotoarchief Drents Museum Assen)


Op 5 augustus 1837 komen de gemeentebesturen van Roden en Norg bijeen, om de mogelijkheden van het graven van een kanaal vanaf het Leekstermeer via Roden naar Norg met een aansluiting op het kanaal te Veenhuizen te bespreken.


Volgens een tekening zou het kanaal door het centrum van Roden worden aangelegd met een haven op de Brink, ongeveer voor “ Het Wapen van Drenthe”. De “Oude Vaart” aan de Norgerweg is waarschijnlijk een overblijfsel van dit mislukte plan.


In 1853 wordt op initiatief van een twintigtal inwoners aan de gemeente gevraagd een  nieuw plan te ontwikkelen voor een scheepvaartkanaal vanuit het Leekstermeer door het Haarveen tot in het dorp Roden. Tot de ondertekenaars behoren enkele bekende namen, zoals Deodatus, Assies, Krijthe, Aukema, Winsingh, Scheepstra, de Vries en Alberts. Daarna blijft het een lange tijd stil. Pas als sprake is van de aanleg van een spoorweg van Friesland naar Groningen via Leek/ Oostwold in 1889 wordt het plan voor het eerst besproken in de gemeenteraad. ‘Het kanaal is dringend noodzakelijk, wil Roden in ontwikkeling gelijke tred houden met andere gemeenten die aan de toekomstige spoorlijn komen te liggen’ is de motivatie.


De aanleg van een kanaal naar het Leekstermeer met een scheepvaartverbinding naar Groningen is een te grote opgave voor het armlastige Roden. De eerste begroting gaat uit van een bedrag ad f 40.000,-  Architect Schotanus komt echter na onderzoek tot een raming van f 58.000,-  Ondanks deze overschrijding wordt het plan doorgezet nadat de provincie toezegt 20 procent van de kosten voor haar rekening te nemen. De aanbesteding voor het graven van een kanaal en de bouw van een veerhuis vindt plaats in 1890. Laagste inschrijver is Jacob Hillen uit Grave met een bedrag van f 55.428,-  die het werk na een lange discussie wordt gegund. Aannemer Hillen pakt de werkzaamheden voortvarend aan, want eind april 1891 dient Schotanus de eerste termijn van het architectenhonoranium in met de mededeling, dat het werk voor 3/10 deel voltooid is. In 1916 blijkt de haven te klein te zijn, zodat werd besloten, deze te vergroten. Laagste inschrijver is R. Vissinga uit Assen voor een bedrag van ƒ 16.225, -, die het werk werd gegund. Van het kanaal wordt behoorlijk gebruik gemaakt. In het jaar 1923 bijvoorbeeld doen 889 schepen de haven aan. De scheepvaartverbinding is voor de Coöperatieve Fabriek van Melkproducten van groot belang, zodat de gemeente wordt verzocht het gehele kanaal uit te diepen, omdat de schippers klagen over de bevaarbaarheid. In oktober 1928 schrijft directeur T. Annema een brief met het verzoek tot verbreding van het kanaal en vergroting van de haven, want het kanaal zou slechts geschikt zijn voor schepen tot max. 40 ton. De slechte financiële omstandigheden van de gemeente laten echter geen extra  uitgaven toe. Alleen een toezegging, dat na 1929 het kanaal zou worden aangepakt. De vervoerde goederen bestaan hoofdzakelijk uit zand, hout, aardappels, turf, bouwmaterialen en grondstoffen voor de zuivelfabricage. In de vijftiger jaren loopt het scheepvaartverkeer sterk terug. De inkomsten van het kanaal zijn nog maar een gering en de onkosten blijven hoog. Er was al eens een plan op papier gezet, om de bestaande trambaan buiten de bebouwde kom langs het industrieterrein te leggen, waarbij een gedeelte van de vaart en de haven zouden worden gedempt. Door het opheffen van de tramlijn komt dit plan te vervallen. In april 1961 wordt er weer over de Rodervaart gesproken en in 1963 worden er spijkers met koppen geslagen. De gemeenteraad besluit tot demping van de haven en een gedeelte van de Rodervaart. Gememoreerd wordt de slechte staat en het feit dat de vaart ernstig is vervuild en daardoor een gevaar vormt voor de volksgezondheid. Eerst wordt het gedeelte tot aan de Ceintuurbaan-Noord gedempt. In 1970 volgt het gedeelte tot aan de Haarveensedijk in combinatie met de verharding van deze weg vanaf voormalig café Meek in Leutingewolde tot aan het tolhuis in Foxwolde.  Bij de uitvoering van dit werk wordt de brug over de vaart vervangen door een dam. De definitieve afsluiting van de scheepvaartverbinding met het centrum van Roden.  


Uit het archief van de Historische Vereniging ‘Roon’

UIT DE KRANT