‘Venezuela is nog geen Noord-Korea, maar het begint er op te lijken’

Afbeelding
actueel

Ilonka Scheender vecht al jaren voor de overtocht van haar partner



RODEN – Een somber mens is Ilonka Scheender niet. Integendeel. De spontane Rodenaar blijkt een spraakwaterval, eentje van het soort ‘gezelligheid boven alles’. Maar wanneer ze praat over de situatie in Venezuela, kijkt ze er ernstig bij. Want de situatie leent zich daarvoor. Die is met recht ernstig te noemen. Noord-Koreaanse toestanden, aldus Ilonka. En laat de vader van haar twee kinderen nou al jaren vastzitten in het land. ‘Het is een uitzichtloze situatie. Iedereen zwemt er om te overleven.’


Al haar hele leven werkt Ilonka in de toeristische sector. In die hoedanigheid belandde ze op Isla Magarita, een eiland wat toebehoort aan Venezuela. Ze leerde er Freddy kennen, een zoon van een zelfstandig ondernemer. ‘Zijn vader verhuurde busjes. Zelf werkte ik voor een grote reisorganisatie, maar ik besloot al snel voor mezelf te beginnen. Ik kreeg verkering met Freddy en samen wilden we groepsreizen door Venezuela organiseren. Hoewel we aan het begin werden tegengewerkt door de reisorganisatie waarvoor ik voorheen werkte, begon het al snel te lopen. Ik zie ons nog zitten in een kleine bakkerij, waar we potentiële klanten ontvingen aan een tafeltje. We groeiden gestaag, het ging ons voor de wind. Op den duur boden we reizen aan van 23 dagen, uniek in die tijd. We praten hier over de jaren ’90. In die jaren groeiden we uit tot dé organisator van reizen in Venezuela.’


Maar tegen het eind van het decennium ging het de verkeerde kant op. In ’99 kwam Hugo Chávez aan de macht. De socialist zou veel veranderen in het land wat toch al gebukt ging onder armoede. ‘Hij wilde alles veranderen, het zou allemaal verbeteren’, herinnert Ilonka zich. ‘Maar de beste man had geen verstand van de economie. Hij liet de vleesprijzen zakken, zodat het volk dit makkelijker kon kopen. Maar ondertussen werd het voor producenten minder aantrekkelijk om vlees in eigen land te verkopen. Vlees werd geëxporteerd en producenten stopten. Zo ging dat met vele producten. Al gauw zakte de economie in als een plumpudding.’


Ook het succesvolle bedrijf van Ilonka en Freddy kreeg het al snel moeilijker. ‘Zogeheten chavistas (aanhangers van de president, red.) hadden onze bus nog wel eens nodig voor bijeenkomsten elders in het land. Daar werd, onder de noemer van socialisme, niet voor betaald. We hadden nooit gedacht dat de politiek directe gevolgen zou hebben voor ons bedrijf, maar dat werd al snel de realiteit.’


Terwijl Ilonka met Freddy en haar twee kinderen (Liselot en Berend) in een ‘koffiedorpje’ in de Venezolaanse natuur woonden, zagen ze de situatie verslechteren. Dat ging jaren zo door. ‘Eens per jaar kwam ik terug naar Nederland’, zegt Ilonka, opgegroeid in Leiden en later naar het noorden vertrokken. ‘Als ik hier was, genoot ik. Van de hele simpele dingen die je hier hebt. Ik merkte dat de situatie in Nederland zó veel beter is, dat ik me af begon te vragen waarom ik niet terug zou gaan naar Nederland. Ook voor mijn kinderen. Kijk hier alleen al naar het onderwijs. Niet te vergelijken met Venezuela.’


Het maakte dat Ilonka in 2009 besloot voorgoed terug te keren. Met haar Liselot en Berend ging ze terug naar Nederland, in de hoop dat ook Freddy binnen afzienbare tijd de oversteek kon maken. ‘Het was wennen toen we weer terug waren’, zegt Ilonka. ‘Eerst kwamen we in Leek terecht. Vooral Lotje had het aan het begin even moeilijk. Opeens heb je meer ruimte en minder familie om je heen. In Venezuela, in het koffiedorpje, hadden we de hele tijd gezelschap. Familie zag je iedere dag en op bijna ieder moment. En dan kom je opeens in Leek, waar je je familie niet om de hoek hebt wonen.’


Daar komt bij dat haar kinderen weliswaar Nederlands verstonden en spraken, maar het niet konden schrijven. ‘Op school was het dus lastig, al moet ik zeggen dat het bij kinderen in die leeftijd nog meevalt. Ik weet nog dat Berend al gauw enkele Groningse woorden in zijn vocabulaire had. Kun je nagaan’, lacht Ilonka. ‘Maar al heel wat jaren is het niet meer voorgekomen dat hun vader in Nederland op bezoek kan komen. Het is een gebed zonder eind. Maar we zijn inmiddels al elf jaar bezig om hun vader naar Nederland te halen. Het is een gebed zonder eind.’


Dat heeft onder meer te maken met het feit dat Freddy geen paspoort heeft. ‘De regering wil niet dat Venezolanen het land voorgoed verlaten. Een soort “wij niet, dan zij ook niet”-mentaliteit. Venezolanen mogen alleen naar buurlanden reizen, verder komen ze niet. Het is nog geen Noord-Korea, maar het begint er op te lijken. Freddy is al jaren een gevangene in eigen land’, schetst Ilonka.


Tot 2015 organiseerde Ilonka nog reizen naar Venezuela, maar daarna achtte ze het onverantwoord. ‘Ik heb meermaals tijdens reizen met de tranen in mijn ogen gestaan. Ik zag hotels de deuren sluiten, restaurants kapot gaan: allemaal omdat de overheid dit overnam. Ik zag ieder jaar de situatie verslechteren, het land afglijden. Ik kon het niet meer aanzien. Op de laatste reis, was er nauwelijks nog benzine te verkrijgen. Eén keer heeft een ambulancechauffeur ons geholpen, nadat hij mij met de tranen in mijn ogen heeft zien staan. Voor de toeristen werd het meer overleven dan vakantie vieren. Toen we op den duur tijdens protesten op de snelweg nog getuige waren van een schietpartij, wist ik het zeker: ik organiseer nooit meer een reis naar Venezuela.’


‘Word je ziek, dan ga je dood’


Het is ruim elf jaar geleden dat Ilonka met haar twee kinderen naar Nederland kwam. ‘Afgelopen februari zijn we na een paar jaar weer terug geweest en zien we de wanhoop groeien. Iedereen zwemt er om te overleven. Word je ziek, dan ga je dood. Zo slecht is het er gesteld. Maar men doet alsof er niks aan de hand is. De Venezolanen maken soms grappen over hun situatie, het is alsof ze er alleen maar om kunnen lachen. Het is lachen uit wanhoop. Echt waar.’


Dit jaar was Ilonka nog met haar twee kinderen in Venezuela. ‘Om op bezoek te gaan bij Freddy’s zus. Zij was ziek geworden en wilde de kinderen per se nog eens zien. Wij kwamen niet met lege handen, namen een soort overlevingspakketten mee. De regering Maduro is niet veel beter voor haar inwoners dan de regering van Chávez. Ze zitten midden in de drugshandel, er is zelfs sprake van doodseskaders in Caracas. Over het coronavirus hoor je weinig, ze doen alsof het niet bestaat. Misschien zien ze het als een mooie manier om van het gepeupel af te komen.’


De zus van Freddy leeft nog steeds, maar heeft dringend een nieuwe hartklep nodig. ‘Hiervoor zamelen we geld in via gofundme.com. Zonder geld is er geen operatie mogelijk en het is een dure ingreep. De link is: https://www.gofundme.com/f/help-onze-quottiaquot-francis-aan-een-nieuwe-hartklep?utm_source=whatsapp&utm_medium=chat&utm_campaign=p_cf+share-flow-1,. Kun je nagaan dat ze zonder financiële steun niet geholpen kan worden. Om maar aan te geven hoe het met de zorg in Venezuela is.’ 


‘In maart gingen we naar Colombia, daar was  de situatie beter dan in Venezuela. Omdat het een buurland van Venezuela is, kon ook Freddy naar Colombia komen. We zouden een tour doen door het land, maar toen kwam de lockdown. In Colombia betekent zo’n lockdown dat je niet meer naar buiten mag. Klaar, gebeurd. Opeens zat ik wekenlang met Freddy op één kleine kamer. Dat was apart, maar vertrouwd. Voor Freddy was het misschien zelfs beter dan om in Venezuela te zijn. Na een tijdje kon ik terug naar Nederland en zou Freddy terug naar Venezuela. Bij de grens werd hij echter drie weken opgehouden. Daar heeft hij verschrikkelijke dingen meegemaakt. Hij zag hoe mensen die positief werden getest op corona, werden afgevoerd. Waar zij heen gingen? Dat wist Freddy niet. Hij heeft er dingen gezien waar hij liever niet over praat.’


‘Dat kan toch niet’


Beschrijf aan een Nederlander de situatie in Venezuela maar eens. Dat is haast onmogelijk, ontdekte Ilonka. ‘”Dat kan toch niet”, hoor ik heel vaak. Je hoort hier weinig over wat er in Venezuela gebeurt. Er komt niets naar buiten, staat niets over in de kranten. Maar het is er wel degelijk een hel.’


Ilonka zelf is strijdbaar. In Nederland onderneemt ze, bezat ze een camping annex kanoverhuur in Loppersum. Inmiddels heeft ze dat verkocht en verhuurt ze een vakantiewoning in Norg. ‘Zo verdien ik hier mijn geld. Mijn kinderen zijn inmiddels allebei het huis uit. Wonen in Groningen. Zij zouden zo graag hun vader laten zien hoe ze nu wonen, wat ze bereikt hebben. Maar ja, dat is niet mogelijk. Ik weet niet of ze dat ooit gaat lukken.’


Het doet Ilonka beseffen dat Nederland een gezegend land is. ‘Je kunt het je niet voorstellen dat je gevangen wordt gehouden in je eigen land.’ Ze slaat op tafel. ‘Maar daar is het aan de orde van de dag. Mensen zitten vast! We mogen daarom best eens beseffen wat we hier hebben. Dat we het hier gewoon goed hebben.’


Voor de foto poseert ze met kunst gemaakt van Venezolaans briefgeld. ‘Dat is dankzij de inflatie geen fluit meer waard. Dus wat doet men? Ze maken er kunst van en verkopen het bijvoorbeeld in Colombia. Zo heeft het toch enige waarde. Mooi en droevig tegelijk.’

UIT DE KRANT

Lees ook