‘Verkeerde honden zijn er niet. Wel verkeerde baasjes’

||||
|||| Foto: ||||
actueel

De Krant op pad met Zoë Brokken en haar Amerikaanse Buldog

RODEN – De ‘gevaarlijke hondenverhalen’ van de afgelopen weken in de Krant hebben nogal wat ter weeg gebracht. Het relaas van twee vrouwen die zijn aangevallen door agressieve honden leverde tientallen reacties op. Berichten en telefoontjes van mensen die soortgelijke dingen meemaakten maar ook –en dat is nog zacht uitgedrukt- ontstemde reacties van eigenaren van deze ‘stoere honden’. Tot die laatste groep hoort ook Zoë Brokken uit Roden. Haar Amerikaanse Buldog krijgt een stempel opgeplakt door dit soort verhalen, zegt ze. Mensen lopen met een grote boog om haar lieve Vtec heen. “Wandel maar een keer met me mee. Dan kun je zelf zien wat er gebeurt.”

Dinsdagochtend half 11. Bij de ingang van het Mensinge bos, tegenover de voetbalvelden, staan Zoë en Vtec te wachten. Een koddige hond met brede borst, glimmende vacht en stevige kont begroet de verslaggever enthousiast. Eenmaal op pad moet Zoë eerst iets van het hart. “Wist je trouwens dat een Golden Retriever in de top drie van de meeste bijtincidenten staat? En wanneer een Chi Hua Hua eenmaal z’n tanden in een slagader zet, zijn slachtoffer direct dood is? ” Zoë vindt de negatieve beeldvorming rond haar hondenras maar moeilijk te verkroppen. Want de vierjarige Vtec is toevallig wel de liefste hond ter wereld. Het is haar kind. De viervoeter wordt zelfs gelijkgetrokken met haar anderhalf jaar oude zoon Bentley. “Wat hij mag, mag Vtec ook. Daar maken we geen verschil in. Vtec slaapt zelfs bij ons in bed. We liggen lepeltje-lepeltje.”

‘Wat onze zoon mag, mag Vtec ook. We liggen lepeltje-lepeltje’

Zoë kwam min of meer per ongeluk aan Vtec. Samen met haar echtgenoot wilde ze graag een grote hond, dat stond vast. Via een oud-klasgenoot kwam ze een nest met Amerikaanse Buldogs op het spoor. Vtec was een ‘ongelukje’. “Zijn vader is zijn broer, ze hebben dezelfde moeder. Een incestpuppy. Maar wel de allerliefste ter wereld. Hij doet echt geen vlieg kwaad. “Maar als een andere hond naar die van mij gromt, gromt ie terug. Dat is normaal gedrag. Als jij niet aardig tegen mij doet, doe ik niet aardig tegen jou. Zo werkt dat bij honden ook”, weet Zoë die haar hond altijd aan de lijn heeft. Tot dat hij één werd liep hij nog gewoon los. “Mensen vonden het zo schattig. Wilden hem knuffelen. Maar dat veranderde na z’n eerste jaar. Het omgekeerde gebeurde. Mensen regeerden angstig. ‘Houd dat beest bij je!’, beten ze me van afstand toe, terwijl hun eigen hond gewoon los liep. Ik doe Vtec nooit zomaar los. Ook niet in het losloopgedeelte bij de vijver. Vraag altijd eerst of mensen er bezwaar tegen hebben. En of ze tegen een stootje kunnen. Hij is verschrikkelijk lief, maar wel lomp. Botst nog wel eens tegen andere honden of baasjes aan. Hij weegt vijftig kilo hè? O, let op”, roept Zoë ineens. “Nu zullen we het hebben.” Een vrouw met een fiets aan de hand loopt ons samen met een andere dame tegemoet. Ze hebben twee loslopende honden bij zich. Even daarna volgt een zucht. ‘Die ken ik wel’, zegt Zoë. “Mag hij ook los?” ‘Ja hoor’, roepen de vrouwen tegelijk. Het zijn Mirjam Postma en Mareille Dik, samen met hun labradoodles vaste bezoekers van het Mensinge bos. Al snel gaat het gesprek over de vooringenomen gedachte die veel mensen hebben bij honden als die van Zoë. Heeft alles met opvoeding te maken, daar zijn de dames het roerend over eens. De honden donderjagen met elkaar, duiken de sloot in en racen tig rondjes achter elkaar aan. Na een kwartiertje dollen lijnt Zoë Vtec aan. Ze is blij dat haar hond even heeft kunnen rennen en vliegen. “Bedankt voor het spelen.”

Op het chaletpark waar ze woont, kennen ze Vtec allemaal, vertelt Zoë. “Hij loopt er gewoon los maar blijft altijd bij het chalet. Kinderen zoeken hem op, knuffelen en spelen met hem. Maar als ik eenmaal naar de overkant van de straat loop, een nieuwbouwwijk gaat het totaal anders. Ouders met kinderen doen onmiddellijk een stap achteruit. Of ik het gesprek aanga? Jazeker. Ik probeer ze gerust te stellen. Vertel dat Vtec geen vlieg kwaad doet. Dat ze hem gewoon kunnen aaien. Meestal zonder resultaat. Ouders vinden het te spannend.” Eenmaal bij de grote vijver –in het losloopgedeelte van het bos- lopen we Daphne van de hondenuitlaatservice in Peize tegen het lijf. Om haar heen scharrelt een roedel honden van allerlei pluimage. De dikste –een mannetjes New Foundlander- heeft ze aan een touw. “Is ie gecastreerd?”, roept Daphne naar Zoë. Zoë antwoordt bekennend. “Gelukkig. Want deze heeft een hekel aan mannen met ballen”, zegt Daphne die vindt dat alle kerels –we hebben het hier nog steeds over honden- chemisch gecastreerd zouden moeten worden. “Als een hond in tact is, zo noemen we dat, blijven ze steeds strijden om een hogere positie. Chemisch castreren scheelt een hoop, zeg maar gerust alle geouwehoer. Iedere hond zou het moeten, net als een goede baas. Want daar gaat het vaak mis. Honden hebben leiding nodig. Doet ie toch iets dat niet door de beugel kan, moet je er mee op gedragscursus”, vindt de hondenuitlaatster uit Peize. “Want iedere hond moet los kunnen lopen. De energie moet eruit. Bovendien goed voor de socialisatie.” Ondertussen ploeteren alle dieren gezellig met elkaar in de vijver. Vtec wordt afgesnauwd door twee Franse Buldog-meisjes. Minihondjes. Vtec bedenkt zich niet. Tegen twee Françaises kan hij niet op. Hij kiest een andere speelkameraad.

We lopen terug. “Kijk”, zegt Zoë, “misschien een wat vreemde opvoeding, maar we behandelen Vtec als een mens. Als hij aan een oor sabbelt, zo met het velletje er geniepig tussen, doen we dat bij hem ook. Hij krijgt precies hetzelfde terug. Hij ligt naast Bentley op de bank te knorren, vinden ze allebei heerlijk. Zodra mijn man de deur uit is, komt ie naast me liggen in bed. Met z’n hoofd op het kussen.” Of Zoë tot slot nog tips heeft voor Gerda, die is aangevallen door een hond uit haar eigen straat en daar flinke bijtwonden aan over hield. De eigenaar deed het af met ‘aanstellerij’. “Onmiddellijk dierenbescherming inschakelen. Zij kunnen actie ondernemen. Zulke honden hebben een goede baas nodig. Een baas die ze opvoed en structuur biedt. Dat zijn deze mensen overduidelijk niet.” Hoewel we geen afkeurende reacties hebben waargenomen dinsdagochtend –het was tamelijk rustig in het bos- is het verhaal van Zoë duidelijk. En dat Vtec een superlieve en enthousiaste Amerikaanse Buldog is ook. “Want”, zo vindt Zoë die de angst van Gerda overigens goed begrijpt, “ook dit moet verteld. Verkeerde honden zijn er niet. Wel verkeerde baasjes.”

||||
||||
||||
||||

UIT DE KRANT