Vlasbekje

Afbeelding
Puur natuur
Van veel wilde planten die zeer algemeen in Nederland voorkomen hoef je qua schoonheid niet veel verwachten. De bloemen hebben vaak geen sprekende kleuren, voor zover je er bloei in kunt ontdekken. Dat is wel een belangrijk punt waar de gemiddelde Nederlander op let en veel tuinliefhebbers zullen dat zeker doen. Bij hen moet je niet aankomen met een verhaal dat de Grote brandnetel (er is ook een Kleine brandnetel) best een bijzondere bloeiwijze heeft en vanuit ecologisch oogpunt voor vlinders van groot belang is.
Het gaat dus vooral om kleur en hoewel er best de nodige inheemse plantensoorten met mooie kleuren zijn kom je ze maar weinig in tuinen tegen. Ziet u wel eens knalrode wilde papavers bij mensen in de tuin, of het licht purperen Wilgenroosje, de paarsblauwe Vaste Lupine, het gele Boerenwormkruid of witte bloemen van diverse schermbloemigen. Vaak is er wel een nadeeltje aan verbonden… ze kunnen behoorlijk woekeren, maar anderzijds kunnen ze ook worden weggedrukt door planten met ’ellebogen’. Dat ellebogenwerk is sowieso een problematische eigenschap van veel planten en daarom is het vinden van balans in een tuin, dus ook met tuinplanten, nog niet zo eenvoudig. Het makkelijkst werk je met vaste tuinplanten die je ’binnen de perken houdt’ en waar je met een schoffel gemakkelijk omheen kunt werken. Dan heb je het meestal over een ’keurig netjes’ onderhouden tuin. Daar zit ook best veel werk in, maar wanneer je de natuur, vooral met wilde planten, zijn gang wilt laten gaan loopt het al gauw uit de klauwen. Dat werkt niet, want onderhoud is in een tuin altijd nodig.
Zo’n Vlasbekje, die u op de foto ziet, is zonder meer een prachtige verschijning met zijn geeloranje bloemen. Je zou haast zeggen: ”Wie wil zo’n fraaie plant niet in de tuin?” Niet voor niets meldt de Atlas van de Drentse Flora dan ook: ”Met haar relatief grote lichtgele bloemen met veelal een oranje masker is het Vlasbekje een gemakkelijk te herkennen soort, die ook in een siertuin niet misstaat”. Bij mij heeft hij daarom altijd een plaatsje gekregen, maar moet wel onder controle worden gehouden door de uitgebloeide stengels te verwijderen. Dat moet wel, want één plant produceert met gemak meer dan 30.000 zaden. Voor je het weet kom je erin om. Daar kwam ik een keer achter na een vakantie. Het duurde een paar jaar voordat ik er van af was. Nu houd ik er rekening mee door in voorkomende situaties de verst ontwikkelde bloemstengels weg te knippen.
De Verspreidingsatlas leert dat deze soort in bijna alle blokken van vijf bij vijf kilometer in Nederland voorkomt. Streken waar hij niet of nauwelijks voorkomt zijn te vinden in het Noorden van Groningen en Friesland (op de klei) en in bepaalde delen van enkele IJsselmeerpolders. Het liefst houdt hij van een wat zanderige grond en dus zou je denken dat hij daarom in de veengebieden ontbreekt. Maar in Nederland wordt van alles overhoop gehaald en bij civiele projecten (wegenbouw bijvoorbeeld) gebiedsvreemd materiaal, zoals zand, van elders aangevoerd. Dat is dan weer een goede voedingsbodem voor het vlasbekje. Wat verder meespeelt is het feit dat het Vlasbekje goed bestand is tegen allerlei beheermaatregelen en ook pekel redelijk verdraagt. Van oorsprong komt het Vlasbekje uit West-Siberië, maar heeft volgens mij zelf de weg hiernaartoe gevonden. Heel veel planten zijn ingevoerd en er zijn bepaalde criteria om te bepalen of een wilde plant tot de wilde flora wordt gerekend of niet. Voor enkele exoten geldt dat men er hoe dan ook het liefst van af wil vanwege de veroorzaakte overlast. Denk daarbij aan soorten als de Reuzenberenklauw en Ambrosia (veroorzaakt ernstige hooikoorts).
Open dag tuinders
Komende zaterdag wordt traditioneel op de laatste zaterdag van augustus de open dag van de Vrije Tijd Tuinders aan de Westeresch georganiseerd. Ook IVN Roden is met een kraam op deze dag vertegenwoordigd. Voor de jeugd is een vlinderroute uitgezet en voor de deelnemers ligt een presentje klaar.
 

UIT DE KRANT

Lees ook