“Voor mij is het heel simpel: Ik schilder omdat ik dat leuk vind”

|
| Foto: |
kleintje cultuur

Dicky Martens doet niet moeilijk over wat kunst eigenlijk inhoudt

Ze reageerde eerst even verbaasd, toen we haar voor een interviewsessie in dit ’kunstrubriekje’ - want meer wil het niet zijn – benaderden. Via een vriendin hoorden we namelijk, dat Dicky Martens (nog geen AOW-ster) ‘zo verbluffend mooi kan schilderen.’ Met daarbij de toevoeging: “En ze heeft geen enkele poeha.” Kijk, dat zijn excellente uitgangspunten voor een verhaal dat simpelweg als credo heeft dat creativiteit in eerste instantie niet van een ‘Hogere Opleiding’ afhankelijk is. Maar dat (bijna) iedereen wel iets kunstzinnigs of creatiefs in zich heeft. Hoe zich dat verder ontwikkelt, is een zaak van (ook) doorzettingsvermogen. En dat heeft de in de Auwemastraat in Roden wonende Dicky – meisjesnaam eigenlijk Dirkje; familienaam Roffel – zeker. Als bewijs van haar kunnen heeft ze in de huiskamer dan ook een niet over het hoofd te ziene schildersezel met daarop een mooi schilderij (van een klaproos) en een aantal geinig met bekende kinderfiguurtjes beschilderde – en ook door haarzelf in elkaar geknutselde – kleutermeubeltjes neergezet.

“Ik schilder nu een jaar of tien,”vertelt ze daar bij. “Die kindermeubeltjes maakte ik al eerder – ik mag graag knutselen. Via een snuffeldag in het Vasalisgebouw hier in Roden kwam ik eerst op schildercursus bij Loes Wouda. Prima, fijn. Maar die groep was me wat te groot. Ik wilde graag wat meer persoonlijke aandacht. Daarom stapte ik na een jaar of vier over naar schilderdocent Iwe Hut, ook hier in Roden. Het voor mij ‘echte’ schilderwerk heb ik vooral bij hem geleerd. En dat leer ik nog steeds. Hij is wat dat betreft de docent van mijn dromen. Elke woensdagochtend is het een feest om met nog twee dames bij hem thuis in de fijne kneepjes van het schilderen te worden onderwezen. Niet alleen qua techniek, maar ook om meer inzicht in de te schilderen objecten te krijgen. Iwe straalt rust uit. Heerlijk. En hij is een specialist in het schilderen van portretten, wat ik ook graag doe. Moeilijk hoor, vooral de ogen. Maar Iwe leert je heel goed waar je vooral op moet letten. Kijk eens (toont ze een paar door haar geschilderde portretten van haar kleinkinderen; red.) wat mijn resultaten zijn. Iwe zegt terecht dat als je portretschilderen kunt, je op schildergebied álles kan. Daar houd ik me dan maar aan; dat stimuleert me. Vaak ga ik na zo’n schildersessie thuis verder – gewoon met het aanrechtblad in de keuken als ezel. Schilderen ontspant me zó. Ik zou niet meer zonder willen. Nee, van mij hoor je verder niks hoogdravends over schilderstijlen en dergelijke. Ik schilder wat ik zie. In acryl vooral. En op mijn manier. Kom me ook niet aan met een vraag als wat kunst eigenlijk is. Ik schilder, heel simpel, omdat ik het leuk vind, het me ontspant en ook inspireert. Punt uit.” Vraag Dicky ook niet naar wat mooi is. “Dat is voor ieder mens verschillend,”zegt ze nuchter. “Je hebt mensen die daar heel hoogdravend over doen. Ik las eens dat als proef een aantal door een chimpansee geschilderde abstracte werken zonder dat te vermelden aan zogeheten kunstkenners werden voorgelegd, die ze vervolgens hogelijk waardeerden. Ik bedoel maar.”

Haar vader was slager, haar moeder huisvrouw met een hele rij kinderen. Dicky ging naar de lagere school in de Kanaalstraat in Roden, waar nu Kunstencentrum (!) K38 zit. Daarna werd het de huishoudschool in Zevenhuizen. “Daar heb ik veel geleerd waar ik nu nog steeds profijt van heb,” blikt ze dankbaar terug. “Weet je, in ben erg praktijkgericht. Kunstschilderen vind ik fijn om te doen maar ‘gewoon’ huisschilderen ligt me ook prima. Onder het schilderen kan ik goed nadenken, het geeft me rust in mijn hoofd. Ik ga zo meteen een paar dagen naar het nieuwe huis van mijn zoon in Malden, om daar kozijnen te schilderen. Daar verheug ik me nu al op. Of mijn man Ab ook schildert? Nee, hij is meer van het tuinieren maar hij laat me lekker mijn gang gaan. Hij vindt het mooi wat ik doe. En verder: leven en laten leven, nietwaar. Meer kan en wil ik er niet van maken. Ik hoop dat je hier genoeg aan hebt.”

|

UIT DE KRANT