‘Waar we altijd voor vreesden, maar niet op voorbereid waren, is gebeurd’

|
| Foto: |
actueel

Martin Frieling uit Lieveren verlangde naar rust in zijn hoofd



RODEN/LIEVEREN – Op 14 oktober 2020 stapte Martin Frieling uit Lieveren uit het leven. Het lukte niet langer om te dealen met de onrust in zijn hoofd. Noordenveld verloor een markant inwoner, Sanne Brons de liefde van haar leven en haar kinderen verloren een lieve en unieke vader. Nu, twee maanden later, zoeken we Sanne, Djort, Melle en Jade op. Verdriet is er. Berusting en acceptatie ook. ‘Waar we altijd voor vreesden, maar niet op voorbereid waren, is gebeurd.’


Hond Laika en het –nu nog- mini rode katje Tinus (naar Martin) trekken onmiddellijk alle aandacht. Ze dollen, rollebollen en buitelen over elkaar heen. De witte herder brengt onmiddellijk het gesprek op gang. Martin wilde er nooit één, maar stond in zijn ‘blije periode’ toe dat er een hondje mocht komen. Martin kampte met een bipolaire stoornis, manisch depressief zoals de meeste mensen de ziekte zullen kennen. ‘Hij zou er lekker mee kunnen wandelen, een hond zou voor wat afleiding zorgen, was het idee toen -ie in 2018 in een heel depressieve periode raakte. Martin bedacht de naam: Laika Xantippe de Wit.’ Djort is er blij mee. ‘Laika is een grote troost geweest, ook na de scheiding van mijn ouders. Nu mijn vader overleden is, biedt zij onvoorwaardelijke liefde. Dat helpt.’ Djort, Melle en Jade wisten al vroeg dat ze een bijzondere vader hadden. Dat hij anders was dan andere vaders. ‘In het begin weet je niet beter. Maar later, als je vaders van vriendjes leert kennen, weet je dat je een heel enthousiaste papa hebt. Een papa die veel praat en gek doet waar je vrienden bij zijn. Daar schaamden we ons weleens voor. Achteraf denk ik dat we juist blij moesten zijn.’


Stemmingswisselingen


Dat Martin last had van stemmingswisselingen kreeg Sanne door in haar verkeringstijd. In de zomerperiode, van april tot en met augustus, was Martin vrolijk, open en energiek. In de winter kreeg hij last van depressies. Aanvankelijk duurden ze een paar weken, later werd de periode dat hij somber was steeds langer. ‘Onbewust wist ik dat hij manisch depressief was. Ik heb het ooit eens opgeschreven in een dagboek. Na het overlijden van zijn vader, 19 jaar geleden, duurden de depressies de hele winter. We hebben allerlei alternatieve therapieën geprobeerd. Vanaf homeopathie tot relatietherapie en leefstijltraining. Ik denk dat we wel tien jaar aangeklooid hebben. Alleen in de winter van 2013 hield hij zich staande door de komst van pleegdochter Johisy.’


Achteraf gezien hadden we beter direct reguliere zorg in kunnen zetten. Een bipolaire stoornis wordt meestal tussen het 15e en 25e levensjaar gediagnosticeerd. Met acceptatie, gedragstherapie en goede medicatie heb je een grote kans op een normaal leven. Martin was wars van medicatie. Wel bezocht hij psychiaters. Nu denk ik: ik had vaker mee moeten gaan. Martin was een ster in mooi weer spelen. Het is ook lastig als partner.  ‘Je moet hem nu opnemen, hij is suïcidaal’, heb ik eens gezegd. Ik voelde me een verrader, een lozer.’


Martin had engelengeduld. Hij was creatief en enthousiast. Wist altijd een mooie twist te geven aan een kinderfeestje. Melle: ‘Dat je vader heel enthousiast met je meedenkt is geweldig. Zo zagen we eens een filmpje over een ballista, een soort reuzenkruisboog. Hij vond het zo leuk en stelde voor er één in het echt maken. Dat wilden we wel natuurlijk. Op een grote kar bouwden we het gevaarte. Het werd donker en uittesten lukte niet. Ik had er niet veel vertrouwen in. Donker of niet, mijn vader ging door tot het klaar was. Toen ik hem testte schoot de pijl over het dak van het huis bij de buren de tuin in. Het werkte.’ Sanne: en Meneer Martin was een begrip in Lieveren met Sinterklaas. Hij vertelde in de dorpskroeg verhalen over Sinterklaas en  de Pieten die in aantocht waren. Kinderen vonden het prachtig.’ Jade knikt. ‘Mijn zestiende verjaardag wilde ik vieren met vriendinnen. Ik heb mijn vader op het hart gedrukt dat hij niet mocht komen. Echt gewoon niet. Maar ik wist ook: van papa kun je alles verwachten. Om één minuut voor twaalf ging de deur open, we waren aan het aftellen. Ik stuurde hem weg. Later op de avond hield hij in de achterkamer een lieve speech voor me. Zei dat hij zo trots op me was. Iedereen in tranen. Hij kon zó mooi spreken. Hij vertelde me dat –ie een scooter voor me geregeld had en dat die binnen drie weken op de oprit zou staan.’ Sanne: ‘Hij pakte naar de kinderen áltijd de juiste toon in zijn grenzeloze enthousiasme’.


Van oktober tot en met maart was er amper contact met Martin. ‘Je kon niet bij zijn gevoelens komen. Het gekke is, dat hij die depressie niet aan iedereen liet zien.’ Djort: ‘Ik praatte erover met een vriend, vertelde hem over de neerwaartse spiraal waarin mijn vader zat. Stapte hij net binnen. Héél vrolijk. Maakte een dolletje met mijn vriend. Zo dubbel. Alsof ik het verhaal compleet verzonnen had.’ Sanne: ‘Zelfs zijn vrienden en psychiater hadden niet door dat het zo ernstig was. Voor anderen kon hij zijn ziekte goed verborgen houden. Ergens in april, Martin zat tegenover me met een kop koffie, zag ik het: hij was weer open. Het voorjaar was aangebroken, de kievitseieren waren er. Hij bloeide op. Elke keer wanneer ik dacht ‘we krijgen hem nooit meer terug’, opende hij toch weer. De ijsvogel, ook zo iets. De kleurrijke vogel was als een soort rode draad in zijn leven. Iedere keer als hij die gezien had, kon hij er weer tegenaan. In een van zijn aantekeningen, veelal flarden, stond: ‘de ijsvogel is mijn redding, de rust in onrustige wateren.’


Schaduw


Februari 2019. Martin zat in zijn diepste depressie. ‘Melle riep iedereen om te komen eten. Waar Martin was, wist hij niet. Wel brandde er licht in de Fiedelier, het atelier boven onze schuur. Melle zag een rare schaduw maar durfde niet te kijken. Ga jij maar, zei hij. Ik schrok. De kinderen zijn hier dus ook bang voor. Dat hadden we tot dan toe nooit besproken. Het werd duidelijk dat het niet goed ging met hem. Ik voelde dat ik mijn kinderen moest beschermen. In mei vertelde ik Martin dat ik wilde stoppen. We zijn in liefde uit elkaar gegaan. Een hechtscheiding. Martin reageerde opgelucht.’


Heel even leek het beter te gaan. Martin kreeg zelfs een vriendin. Sanne was blij voor hem, er was iemand die bij hem kon zijn. Lang duurde het geluk niet. De prille verhouding werd na vijf maanden ook een zorgrelatie. Sanne, Djort, Melle en Jade zagen Martin steeds verder aftakelen. Hij trilde en reageerde zenuwachtig. Er waren zorgen om zijn medicijnen. Die wilde hij niet, enkel maar rustgevers, géén antidepressiva of stemmingsregulators. Djort zag zijn vader voor het laatst op 21 juni, op vaderdag. Martin woonde in een zomerhuisje in het bos in Norg. ‘Papa had ons uitgenodigd via een appje. De avond ervoor zegde hij af. Hij zag het toch niet zitten. Maar ik had iets gekocht en ging toch. Kom ik daar, valt hij huilend in mijn armen. Dat heeft me zoveel pijn gedaan. Jij huilt bij mij, maar ik moet toch bij jou huilen, dacht ik. Ik probeerde hem op te peppen. Als er íemand bovenop komt, ben jij het, zei ik.  En dat ik het juist van hem had geleerd, dat ik mentaal sterk ben. Daarna zat ik in een tweestrijd: zo wilde ik mijn vader niet zien.’ Djort was boos. Op zijn vader maar ook op zijn moeder. ‘De scheiding vond ik misschien nog wel het ergste. Ik heb mama heel wat verwijten gemaakt. Ik wilde niet uit Lieveren weg. Ik vroeg haar wat ik moest bijbetalen om daar te blijven. Later zag ik dat ze ons heeft geprobeerd te beschermen.’ Sanne: ‘Als Martin weer eens zat te kniesoren ging ik met de kinderen naar de voorkamer. Sleepte daar allemaal matrasjes naar toe om lekker samen tv te kijken. Ik heb mijn best gedaan dat ze niet alles meekregen.’ Heel lang hebben ze geloofd dat Martin ’s winters zenuwachtig was of de Elfstedentocht wel door zou gaan.


Pinky promise


Jade had een bijzondere spirituele band met haar vader. ‘Ik voelde dat ik voor mijn vader moet zorgen. We hebben eens een familieopstelling gedaan met paarden bij Astrid Stijger. Ik stond tussen papa en mama in, kwam eruit. Het besef kwam dat hij voor mij moet zorgen en ik niet voor hem. Daarna hebben we goede gesprekken gehad. Hij heeft me zelfs officieel ‘ontslagen’ van mijn zorgtaken. Toen papa zijn boshuisje in Norg moest verlaten, trok hij bij oma in. Het ging inmiddels zo slecht met hem, het was niet om aan te zien. We wilden niet meer zo graag naar hem toe. Als ik oma aan de lijn had hoorde ik op de achtergrond dat het niet goed met hem ging. Maar we hadden live pinky promise gedaan. Hij had mij beloofd dat hij bij ons zou blijven. Daar hield ik me aan vast. Ik wilde dat graag geloven. Bij een afscheid zei hij tegen Melle en mij: Ik wil jullie wel iets meegeven. Ik geef jullie mijn hart.’


‘Ik hoopte dat het weer één van zijn impulsieve acties zou zijn’, zegt Melle die al langere tijd niet echt een klik meer voelde met zijn vader. ‘Het is heel dubbel. Aan de ene kant heeft hij je nodig, aan de andere kant negeerde hij je. Ik durfde nooit te vragen ‘hoe is het met je’. Vaak zei hij tegen me: ‘ik weet niet wat ik wil, wat ik hier nog moet.’ Ik probeerde hem altijd uit die negatieve spiraal te krijgen door totaal ergens anders over te beginnen.’ ‘Daar was je een meester in’, zegt Sanne. Djort herinnert hoe hij zijn vader probeerde te helpen om orde te scheppen in de chaos. Martin had namelijk een enorme verzamelwoede. ‘De schuur stond tjokvol spullen. Als hij hyper was, kocht hij altijd van alles en nog wat. Er kwam steeds meer bij. Weggooien kon hij niet. Met post-its probeerde ik duidelijkheid te creëren: rood was houden, blauw was verkopen en geel was weggooien. Dan zei hij: ‘ik weet het niet Djort, het is zo moeilijk…’


Als hij in zijn manische periode zat, was er niemand enthousiaster dan Martin. ‘Die keer dat hij als vrijwilliger aan de slag ging op de Ecolution, het zeilschip van wijlen astronaut Wubbo Ockels. Alles wist hij erover te vertellen. Het schip had allerlei innovaties aan boord. Hij was zó enthousiast, dat mensen dachten dat het schip van hem was, of dat hij de zoon van Wubbo Ockels was. En hij was er maar een paar keer geweest’, zegt Sanne die erom moet lachen.


Levensles


Martin heeft zijn kinderen zeker een levensles geleerd: wat je ook doet, je laat je niet meevoeren door groepsdruk. Je blijft altijd jezelf. ‘Hij kleedde zich zoals hij was: kleurrijk. Het boeide hem niet wat anderen van hem dachten. Een dansje in het dorp?  Hij deed het gewoon. Dat schijt hebben, heb ik zeker van hem geleerd. Al mijn vrienden dragen Stone Island. Ik doe er niet aan mee, ik draag een jas van tachtig euro en vind het prima’, zegt Djort. Jade: ‘Hij heeft zijn stempel wel achter gelaten. Zijn doel is bereikt in het leven.’ Martin heeft uptempo geleefd, volgens Sanne. ‘Misschien heeft hij wel twee levens geleefd. Hij kende zóveel mensen.’


Vanaf juni van dit jaar gleed Martin verder weg. Appjes beantwoordde hij heel kort of niet, alsof hij doelbewust afstand nam. Op 14 oktober maakte hij een einde aan zijn leven. ‘Nu heeft hij rust. Geen strubbelingen meer. De mentale marteling, de kwelling is gestopt. We berusten ons erin. Het was geen impulsieve beslissing, maar een wel overwogen keuze.’ Op een briefje schreef hij: Djort, Melle, Jade: hou van mij. Sanne heeft haar trouwring uit het hartendoosje op haar nachtkastje gehaald. Nu zit hij weer om haar vinger. Voor altijd verbonden.


Sanne hoopt, door haar verhaal te vertellen, andere mensen te kunnen helpen. Dat naasten depressies eerder signaleren zodat er eerder hulp ingezet kan worden. En ook dat er hulp is voor de kinderen of partner. Zelf schrijft ze regelmatig gedichten om haar verdriet te verwerken.



AAN DE GROND


Daar sta je dan


Vleugels ingeslagen


Lamgeslagen


Kop naar beneden


Zelfs de oren hangend


Zoveel vlieguren gemaakt


Zoveel cirkels


Evenveel duikvluchten


En dan rakelings


Langs bossen en weilanden


Een noodlanding dan


Als laatste actie


Geen gekleurde rook meer


Zonder geluid


Gecrashed


En iedereen zag het


En keek er naar


Wij waren niet de piloot


En hadden geen radiocontact


Geen connectie meer


KADER:


Hulplijnen:


Zelfmoordpreventie: (0800)-113


Lotgenotenlijn  0900-5123456 (van 11-21 uur)


www.plusminus.nl


KOPP (voor kinderen van ouders met psychiatrische problematiek


www.labyrint-in-perspectief.nl (voor oa informatie en online contactgroepen)


0900-2546 674 (de bereikbaarheid wisselt per dagdeel en staat op bovenstaande  site

|

UIT DE KRANT