Waar zijn ze

Afbeelding
Puur natuur
Je kunt je voorstellen dat een vogel af en toe behoefte heeft aan een verfrissende opknapbeurt, zeker in die snikhete periode die we achter ons hebben gelaten. Maar ook nu maken vogels graag van de aangeboden gelegenheid gebruik, ook om van lastig ongedierte af te komen. In onze tuin zie ik ze dat ook zeer regelmatig doen in de ondiepe delen van de vijver en dat doen ze bij toerbeurt en soms op meerdere plekken tegelijk.
Omdat ons huis grenst aan het bos zien we vrij veel vogels en de badgasten zijn divers van pluimage. Regelmatige gasten zijn onder andere houtduiven, kraaien en ook gaaien maken graag gebruik van onze badgelegenheid. Dat badderen gebeurt vaak vol overgave en soms bevalt het zo goed dat ze na een wasbeurt aanstalten maken weg te vliegen, maar alsnog besluiten opnieuw de plomp in te duiken. Eén van de meest regelmatige gasten was altijd de Merel. Was, want de laatste tijd zie ik ze nog maar nauwelijks en als ik ze al zie dan is het meestal in de Zwarte moerbei waar ze zich te goed doen aan de rijpe vruchten. In mijn oude bijbel over de Nederlandse dendrologie (de studie van bomen en heesters), nota bene geschreven door Dr. B.K. Boom, wordt de moerbei trouwens nog moerbezie genoemd. Wat mij betreft mogen ze rustig hun gang gaan en zijn het geen ’verboden vruchten’, maar als ik naar buiten loop vliegen ze toch altijd fluks weg, net alsof ze zich betrapt weten.
Het zijn echter maar weinig die er gebruik van maken en dat is in andere jaren beslist wel eens anders geweest. En dat slaat dus ook op het aantal badende merels dat ik zie. Die zie ik nog maar zelden, of eigenlijk nooit meer. En waar dat aan ligt…? De laatste tijd krijg ik regelmatig berichten van verontruste mensen die constateren dat ze zo weinig merels in hun omgeving zien. Daarnaast zijn er ronduit verontrustende meldingen over dode en/of lusteloze (zieke) merels. Die berichten komen onder andere uit Haren, Foxwolde, Haulerwijk, Peize, Leek, Roden en Westervelde. Ook natuurfotograaf Bertus van der Velde meldt dat hij in zijn omgeving, Eelde, veel minder merels hoort en ziet dan eerder en ook onderweg neemt hij ze minder waar dan anders. Bertus maakte trouwens de prachtfoto die u boven de column ziet en die is dus duidelijk niet met mooi weer genomen! Zoals gezegd hoeft het niet per se mooi weer te zijn om een bad te nemen, maar zoals hier krijgt de vogel een dubbel bad. Zelf verlang ik naar dergelijke weersomstandigheden, maar dat heeft met andere zaken te maken.
De reden waarom we minder merels zien is nu ook wel duidelijk. Twee jaar geleden schreef ik al over de merelziekte die wordt veroorzaakt door het Usutu-virus. De naam is ontleend aan een rivier waar het virus voor het eerst is vastgesteld, de Usutu in Swaziland, een koninkrijkje dat ligt ingeklemd tussen Zuid-Afrika en Mozambique. Zoals vele ziektes wordt het virus overgebracht door muggen. In Europa dook de ziekte eerst op in Oostenrijk en later in Duitsland waar merelpopulaties werden gedecimeerd. Dat ik er twee jaar geleden over schreef was omdat er al berichten opdoken dat er hier ook al gevallen waren die op deze ziekte wezen, maar dat kon toen nog niet worden bevestigd. Nu is het klip en klaar duidelijk dat we er middenin zitten en vogelorganisatie Sovon meldde vorige week dat de berichten nu al uit het hele land komen. Dode vogels kunnen bij deze organisatie worden gemeld: www.sovon.nl/dodevogels of via de website van de DWHC, dat staat voor Dutch Wildlife Health Centre. Sovon heeft sowieso al een afname van 15% aan broedgevallen van merels geconstateerd, maar dat cijfer kan best hoger uitvallen. Ik heb begrepen dat dode vogels tegenwoordig niet meer worden opgehaald, maar dus wel kunnen worden gemeld. Veel mensen vertelden dat ze sommige merels zomaar konden oppakken. Er zijn tal van symptomen die erop wijzen dat men met een ziek dier heeft te maken en u begrijpt natuurlijk ook dat een gezonde Merel zich niet laat oppakken. Die vliegt weg en blijft niet zitten. Zieke en dode vogels kun je maar beter niet met je blote handen oppakken vanwege een piepklein gevaar op besmetting.
 
 
 
 
 
 

UIT DE KRANT