“Wat ik straks ga doen weet ik nog niet, maar ik ga zeker niet achter de geraniums zitten”

actueel

Burgemeester Hans van der Laan geeft donderdag 1 oktober zijn afscheidsreceptie

Het zijn de laatste dagen voor zijn definitieve afscheid op 1 oktober. Hij heeft het op het moment dat we hem interviewen nog steeds druk, erg druk zelfs. ‘De burgemeester heeft hooguit een uur, nou ja, vijf kwartier dan, voor je beschikbaar,’waarschuwde zijn secretaresse Stieneke Ottema de verslaggever vooraf uitdrukkelijk. Maar als hij me in hemdsmouwen in zijn burgemeesterskamer op het gemeentehuis begroet, straalt hij zoals bijna altijd een oase van rust uit. Het is burgemeester drs (in de rechtswetenschappen) J.H. (zeg maar Hans) van der Laan ten voeten uit. Vrijwel altijd zichzelf blijvend, de sociaal-democratische beginselen nog steeds zéér toegedaan en vaak onderkoeld reagerend om zijn innerlijke emoties toch vooral te camoufleren. Vooralsnog is hij, ondanks alle gastvrijheid – ‘jij ook koffie?’die hij dan zelf als gulle gastheer uit de kan inschenkt - van plan om, een gepokt en gemazeld ras-bestuurder eigen, het meel zoveel mogelijk in zijn mond te houden. “Want, dat heb ik wel geleerd: Van de media verlies je het altijd,”zegt Van der Laan in de loop van het wat ongestructureerd door de verslaggever geredigeerde gesprek dat naar mate de tijd verstrijkt een steeds openhartiger karakter krijgt.

Hans van der Laan, in Loppersum geboren zoon van een boerenlandarbeider, had een ‘goede kop’ en mocht na de middelbare school verder studeren. Aan de RUG behaalde hij de – overigens zelden door hem gebruikte – titel van doctorandus in de rechtswetenschappen. Hij werd er na zijn studie ook lector en – overtuigd sociaal-democraat als hij (ook nu nog) is – op jonge leeftijd eveneens parttime wethouder in zijn geboortegemeente. Het werd het begin van een bestuurlijke loopbaan die er zijn mag: Twaalf-en-half-jaar was Hans van der Laan burgemeester van de toenmalige gemeente Dwingeloo, daarna vier jaar Eerste Man in Eemsmond. “Eigenlijk een te korte periode,”geeft hij toe. “Maar toen ik van toenmalig burgemeester Jaap Verkerk hoorde dat de gemeente Noordenveld in 2001, vlak na de herindeling, ‘vrij’ kwam, heb ik daarnaar gesolliciteerd. Ik vond dat toen al een voor mij ideale gemeente. Qua oppervlakte, inwonertal – dik 31.000 – dus nog behapbaar in de persoonlijke sfeer en qua mentaliteit. Ik ben een nuchtere Grunneger zonder poespas, je kunt stellen ‘met een Drentse mentaliteit’. Ja, die burgemeestersketen paste me precies, vond ik. En dat vind ik nóg. Er is wel eens gesuggereerd dat ik het in Den Haag hogerop moest gaan zoeken. Misschien, je weet nooit, had dat ook wel gekund, maar ik wil niet geleefd worden. Ik zet me met hart en ziel voor ‘mijn gemeente’ in, 24 uur per dag. Maar ik wil ook een privé leven houden. Ik sport graag. ‘k Was een goede voetballer, kan ik van mezelf zeggen. Of ik stiekem wel eens van een profcarrière heb gedroomd? (Lacht:) Ja hoor, maar al snel kom je dan in de realiteit terug, sta je met beide beentjes op de grond. Maar ik voetbal nog steeds. Als ik kan, train ik elke week nog met de ‘oudjes’ bij de vv Roden mee. Eerder deed ik dat een tijdlang bij de senioren in Peize. Ik voetbal ook nog steeds in het burgemeesterselftal, ik ben er zelfs aanvoerder. Voetbal moet je me niet afpakken, hoor. Fietsen doe ik ook graag, het maakt mijn geest schoon. Waar mogelijk ga ik op de fiets graag naar bijeenkomsten met afstanden die met dit vervoermiddel overbrugbaar zijn.”

Commissaris van de Koning Jacques Tichelaar prees hem eens aan als niet alleen een goed bestuurder maar ook burgervader, manager, 1000-dingendoekje en schaap met vijf poten. Hans van der Laan kan er wel om lachen. “Ik weet echt niet wanneer en waar hij dat zei, maar er zit wel wat in,”zegt hij aanvankelijk nog wat zuinigjes (met meel in de mond dus). “Als burgemeester, als bestuurder in het algemeen overigens, lig je steeds vaker onder vuur. De macht van de media is zó groot, zij bepalen vaak de publieke opinie – en niet altijd op grond van objectief en grondig dóórzoeken. Dan denk ik wel eens: Doe nu eens een keer je best om het goed uit te zoeken, maar dat kost kennelijk te veel tijd. Op naar de volgende klus. De mening van de burger wordt zo soms vervormd. En veel burgers hebben, ik weet dat ik generaliseer, een steeds korter wordend lontje. Dan krijg je wel eens een volstrekt verkleurd en vertekend beeld. Nee, dat is geen beschuldiging noch een verwijt, het is een simpele constatering. Weet je, zelf ben ik liever wat te mild en dan wil je zelf ook mild beoordeeld worden. Maar je kunt in je idealisme zaken ook té simplificeren. Zoals: ‘Als iedereen met zijn buurman zou kunnen opschieten krijg je nooit meer oorlog.’ Klopt. Maar zo werkt het niet. Het leven en dat geldt zeker op bestuurlijk niveau, zit gecompliceerder in elkaar, het is vaak een kwestie van concessie doen, van geven en nemen. Wat mijn nog steeds brandende idealen zijn? Een goede buurman zijn. En socialist in hart en nieren. Empatisch zijn, elkaar helpen, en – nu spreek ik ook als bestuurder – het gemeenschapsgevoel en de voorzieningen op peil houden. Noordenveld is in mijn optiek een sociale gemeente en moet dat vooral blijven. Er zal blijvend voor moeten worden gevochten dat de voorzieningen op een redelijk niveau blijven. Nee, dat is zo meteen bestuurlijk mijn pakkie an niet meer, maar ik blijf wél een betrokken burger, zonder me met de lokale politiek te bemoeien.”

Er is al heel wat meel uit zijn mond verdwenen, hoewel: Hans van der Laan blijft alert. Af en toe zegt hij ook: “Schrijf dat nou maar niet op.” Bescheiden is hij ook als we hem naar hoogtepunten in zijn burgemeesterlijke loopbaan vragen. “Ik kan daar moeilijk een echt goed antwoord opgeven. Op elk niveau zijn er wel hoogtepunten geweest. De ontwikkelingen in Veenhuizen, daar ben ik erg blij mee. En, redelijk snel na mijn benoeming in 2001, de start van het Masterplan voor het centrum van Roden met de Vrijetijdsboulevard in het verlengde daarvan. Dat moet allemaal nog verder worden uitgebouwd en ontwikkeld, maar dat de Albertsbaan nu eindelijk eens onderhanden wordt genomen, doet me goed. Niet iedereen zal helemaal gelukkig zijn met de beoogde reconstructie. Maar wél iedereen zal een mooier en aantrekkelijker centrum, dus met een gerenoveerde Albertsbaan, toch toejuichen? En echt, mijn persoonlijke overtuiging is dat het met de door ondernemers gevreesde mindere parkeerplaatsen best goed gaat komen. Weet je wie voor mij in dat opzicht een goed voorbeeld is? Max van den Berg, de huidige CdK in de provincie Groningen. In de zeventiger jaren van de vorige eeuw was hij de stuwende kracht bij de invoering van het – vooral door ondernemers – sterk bekritiseerde Verkeerscirculatieplan. Hij was voor velen de Kop van Jut. Maar zijn visie was vooruitstrevend: de binnenstad dreigde dicht te slibben, deed dat al. En kijk eens hoe de binnenstad daar nú is opgebloeid. Ik bedoel maar.” En laat ik het verder met mijn eventuele lijstje van hoogtepunten – als je dat zo wilt noemen - nu maar stoppen; ik vergeet anders vast wat en doe daarmee mensen te kort.”

Als we Van der Laan naar eventuele dieptepunten in zijn burgemeestersloopbaan vragen, blijft het even stil. Dan, na even na- en doordenken, zegt hij: “Wat me echt heel diep heeft gegriefd is het verwijt dat de fractie van Lijst Groen Noordenveld in de gemeenteraad mij maakte, toen de raad zich boog over het door de gemeente terugkopen van grond aan de Vrijetijdboulevard, dat in eigendom was van voormalig Vrijbuiter-directeur Jaap van Zuijlekom. Ik zou volgens die fractie daarbij, kort gezegd, niet integer hebben gehandeld omdat ik jaren geleden zitting heb genomen in het bestuur van de goede doelen organisatie van Van Zuiijlekom, een organisatie die overigens inmiddels niet meer bestaat. En dat ik ook de onderhandelingen over de grondtransactie voerde. Ik zou me volgens Groen Noordenveld daarmee schuldig hebben gemaakt aan belangenverstrengeling en niet integer zijn. De rest van de raad verwierp die beschuldiging weliswaar vol afschuw en kwam met een zelden toegepaste motie van Droefenis voor Groen Noordenveld. Maar echt, de beschuldiging was een slag in mijn gezicht. Ik was, toch een redelijk rationeel denker, daardoor behoorlijk aangeslagen. Dat men mij een slechte burgemeester vindt, vind ik natuurlijk niet prettig maar daar kan ik mee leven. Als ieder mens maak ik fouten. Maar niet integer zijn, wat dus eigenlijk betekent: ‘omkoopbaar zijn’, dat kwam bij mij heel heftig binnen. Het was een van de weinige keren dat ik in het openbaar geëmotioneerd reageerde. Maar gebeurd is gebeurd. Volgende vraag graag.”

Een paar keer verraden klopjes op de deur – kennelijk van een bezorgde secretaresse – dat de tijd dringt. Dús snel, té snel eigenlijk, brengt de verslaggever nog wat grootschaliger zaken ter sprake. Zoals de vorming van één Groot Noord-Nederlands Landsdeel Groningen-Friesland-Drenthe. Van der Laan is er geen voorstander van. “Zo’n laat ik het mammoetprovincie noemen, staat veel te ver van de bevolking af. Voor de modale burger is nu de afstand naar de overheid al vaak veel te groot om nog goed te kunnen communiceren. En de verschillende geaardheid van de Grunneger, de Fries en de Drent is daarvoor ook niet bevorderlijk. Heel grote gemeenteclusters hoeven voor mij ook niet. Je kunt natuurlijk wel van elkaars specialisten gebruik maken. Echt, houd het voor de gemeenschap, de burger, behapbaar, laat het bestuur niet nóg verder van hen af komen te staan. In Duitsland fungeren ze wel, kleinere gemeenten….”

Of hij na 1 oktober in Roden blijft wonen? – vragen we Hans van der Laan. “Ja, dat is wel de bedoeling,” is zijn antwoord. “Maar Wilma, mijn vrouw, heef het er de laatste tijd toch wel eens over of dit huis hier niet te groot voor ons tweetjes wordt. Onze zoon woont met zijn gezin in de stad Groningen, bij het Noorderplantsoen, een heel gezellige buurt maar in een kleine woning. Hij met zijn gezin naar onze woning in Roden en Wilma en ik naar hun huis in de stad, tsja, daar zit wat in….” En heeft hij al een planning voor na zijn pensionering gemaakt? Van der Laan: “Laat ik vooropstellen dat ik zeker niet van plan ben om nu op mijn 65-ste al achter de geraniums te gaan zitten. Ik zit best vol vage plannen, maar nog niets is uitgekristalliseerd. Een boek schrijven, zoals ik jaren terug al eens – toch min of meer schertsend – insinueerde? Zou ik best willen, maar ik denk toch dat het er, zeker voorlopig, niet van komt. Dan zou het een mengeling van fictie – verzonnen situaties – en non-fictie, van feitelijkheden, worden. Ik heb heel wat mee gemaakt hoor… Maar het wordt, als het al gebeurt, zeker geen afrekening. Ik ben uit hoofde van mijn burgemeesterschap ook lid van de Sportraad Drenthe en Commissaris van de WMD. Dat wil ik best blijven doen. Lezen? Ook, meer dan nu in elk geval. Léon de Winter is een favoriet van me. En natuurlijk, daar zou ik mee moeten beginnen, gaan we weer naar Australië, waar een van mijn dochters met haar gezin is gesetteld. Genoeg plannen. Maar eerst komt mijn afscheidsreceptie, donderdag 1 oktober in de Pompstee. Ja, daar zie ik toch wel tegenop. Niet zo zeer om de duur, het zal wel druk worden. Maar ik sta zelf als persoon niet graag in het middelpunt. Bestuurders, politici, verenigingen, organisaties, ze zullen uiteraard ruim vertegenwoordigd zijn. En van harte welkom. Maar weet je wat ik heel, heel graag zou willen? Dat er ook laat ik ze maar ‘gewone burgers’ noemen, komen. De contacten met hen heb ik altijd het meeste gewaardeerd, gaven me – bij jubilea en dergelijke – ook de meeste voldoening. En daar kom je vaak echt te weten wat er onder de bevolking leeft.”’

Waarvan acte. Want de secretaresse in hoogsteigen persoon komt binnen. “Burgemeester, het is nu echt de hoogste tijd. Het volgende bezoek zit al een tijdje te wachten.” Jammer eigenlijk, want Hans van der Laan heeft nu bijna geen meel meer in de mond.

Henk Hendriks

UIT DE KRANT