‘Wat wij ze twintig jaar lang getracht hebben bij te brengen wordt niet verdedigd’

Afbeelding
actueel

RODEN – Bart Spandaw uit Roden volgt de ontwikkelingen in Afghanistan op de voet. Hij werkte als operator voor de Koninklijke Marechaussee, zat bij de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) toen hij in 2002 werd uitgezonden voor een missie naar Afghanistan. Samen met drie collega’s moest hij een Nederlandse ambassade opzetten in het land dat op dat moment in oorlog verkeerde met Amerika. De toestanden daar raken hem. Misschien nog wel het meeste omdat twintig jaar investeren voor niets lijkt te zijn geweest. ‘Men wilde de grondslag voor terrorisme weghalen. Daar is niets van gelukt, we zijn niet tot de kern doorgedrongen.’

Oud-militair Bart Spandaw reageert op situatie Afghanistan



Waar Bart Spandaw destijds al voor vreesde is uitgekomen. ‘Zoveel mensen hebben hun leven gelaten voor een zaak die een kansloze missie is geweest. Dat is triest’, begint Spandaw. ‘Toen de VS de hielen lichtten, was de taliban in no time terug. Er is zoveel geld naar toegegaan om het leger en de politie te trainen, ze weerbaar te maken tegen organisaties als de taliban. Ze hebben niets gedaan. Ze hebben het laten gebeuren. In twintig jaar zit één generatie. Als de Afghanen de verworven vrijheden hadden willen behouden waren ze wel in opstand gekomen’, zegt Spandaw. Hij vindt dat Westerse landen een denkfout maken. ‘Wij Westerlingen moeten niet denken dat we dit soort landen alles maar op kunnen leggen. Wie denken we dat we zijn? Afghanistan civiliseren, de grondslag voor terrorisme weghalen en de democratie invoeren was het doel. De hele Europese Unie dook erop, ook Nederland. Onder de noemer: we gaan jullie helpen. Maar zo wordt dat niet ontvangen. Zij denken: waar bemoei je je mee? Afghanistan is altijd een onderdrukt land geweest. Het is een land met een totaal andere cultuur met andere normen en waarden. We maken de fout dat wij denken dat zij net zo denken als wij. Dat is niet zo. Andersom ook niet. Een voorbeeld: Duitsland stuurde veertig gloednieuwe Volkswagen-busjes naar Afghanistan, compleet met zwaailichten. Dat geeft aan hoe we denken: kijk nou hoe goed we zijn. Binnen een half jaar stonden ze allemaal stil. De elektronica zat volledig onder het stof en niemand die de apparatuur uit kon lezen.’


Overlopen


Wat er nu gebeurt is op velerlei vlak erg. Voor de mensen die er wonen, voor alle landen en non-gouvernement organisaties die in Afghanistan geïnvesteerd hebben en voor families van militairen die er het leven gelaten hebben. Ik vind het verschrikkelijk voor de mensen die er naar toegegaan zijn met bepaalde ideaalbeelden. In een paar dagen tijd zijn ze compleet overlopen. Dat raakt. Alles is voor niets geweest. Alle knowhow en wapens zijn in handen van de taliban. En misschien dat de toekomst anders uitwijst, ik hoop het.’ Demissionair minister Ank Bijleveld van Defensie denkt daar anders over. De jarenlange Nederlandse interventie in Afghanistan was zeker niet voor niets, zei ze onlangs tegen de media nu het land na twintig jaar alsnog terug in de handen van de taliban is gevallen. ‘We hebben Afghanen laten zien dat het ook anders kan.’ Onzin, vindt Spandaw. ‘Ze noemt een paar dingen op waaronder vrouwenrechten en scholen voor kinderen. Dat klopt, maar daar gaat nu een vette streep doorheen. En de verbeterde infrastructuur? De taliban zeggen gewoon: bedankt, hoeven wij het niet meer te doen.’


Ongrijpbaar


Het verhaal van Bart Spandaw in Afghanistan begint in januari 2002. Een half jaar eerder zat hij in Athene, daarvoor in Kosovo voor missies. In december 2001 kreeg hij te horen dat hij samen met een collega voor een missie van vier maanden naar Islamabad in Pakistan moest. ‘Half januari zaten we in het toestel. In Dubai zouden verdere instructies volgen. Daar werden we opgehaald en in de auto lag een envelop. Pakistan ging niet door en we moesten zo snel mogelijk Afghanistan zien binnen te komen. Twee collega’s zaten al in Kabul, wij moesten aansluiten. We kwamen met een klein vliegtuigje het land binnen. De strijders lagen in de bergen.  Het was oorlog. Amerikanen, Engelsen en Australiërs waren al een paar maanden bezig om de taliban aan te vallen. Het was één grote schietpartij. Ons doel was om een Nederlandse ambassade op te zetten, het te beveiligen en we moesten ervoor zorgen dat medewerkers van Buitenlandse Zaken niets overkwam. Er was al een pand geregeld.’ Spandaw ondervond aan den lijve dat de taliban ongrijpbaar zijn. ‘De taliban is geen leger dat van oost naar west trekt. Wie is wie, dat weet je niet. Dat is volstrekt onduidelijk. De taliban kan iedereen zijn. Ze zitten als onkruid overal verweven. Zo ineens zijn ze er. Dat is ook het gevaar. Daarbij is er veel corruptie. Regeringsleiders die diep in de opium zitten.’ Spandaw maakte het zelf mee toen hij medewerkers van BZ moest vervoeren voor een afspraak met twee ministers. ‘Ze werkten voor hetzelfde ministerie van defensie maar waren elkaars aardsrivalen. Hadden ieder hun eigen leger en een landgoed vol opium. Bij de ene afspraak werden we begeleid door mensen van het ene leger, toen we door moesten naar de volgende afspraak nam het andere leger, na een stuk ‘niemandsland’, de escorte over. Echt bizar was dat. Door vele landen is al geprobeerd om Afghanistan onder de knoet te krijgen. Dat is vele malen mislukt. Afghanen zijn een strijdbaar volk. Primitief, klein maar oersterk. Ze hebben een enorme overlevingsdrang. Dat zie je nu ook weer. Ze springen bovenop de vliegtuigen in de hoop het land te ontvluchten. Wat wij ze twintig jaar lang getracht hebben bij te brengen wordt niet verdedigd. Daarom zijn de VS ook weggegaan. Een oefen loze exercitie. De Amerikaanse belangen werden niet meer gediend.’


We moeten het niet meer doen, concludeert de oud-militair. ‘Die globaliseringsgedachte ‘we gaan allemaal hetzelfde doen’ werkt niet. En waarom ook? Laten we al dat geld maar gebruiken om in ons eigen land de boel onder controle te krijgen. Taghi regeert hier.’

UIT DE KRANT

Lees ook