‘We gaan overleven, maar wel dankzij overheidssteun’

Afbeelding
actueel

Geert Pruiksma is directeur in tijden van crisis


LEEK – Directeur Geert Pruiksma loodste samen met zijn vrijwilligers en collega’s Rijtuigmuseum Nienoord in 2017 naar de zwarte cijfers. Vier jaar later verkeert het museum wederom in zwaar weer, maar weet men zich gesteund door de coulance vanuit de overheid. Nienoord gaat deze crisis overleven, zo garandeert Pruiksma, maar hij vreest voor culturele instellingen in den lande. ‘Een kwart van de kleine musea verwacht dit jaar te sluiten. Dat is zorgwekkend.’


Met de beste wil van de wereld valt Pruiksma nog niet te scharen onder de categorie ‘doemdenkers’. Dat zit gewoon niet in het karakter van de vrolijke Stadjer met Friese roots. ‘Ik blijf me verheugen op leuke dingen’, zegt hij. ‘En die zijn er nog volop.’ Of het nou het organiseren is van een nieuwe tentoonstelling of het thuis uitzoeken van zijn familiestamboom: Pruiksma gaat onverstoorbaar verder. Vandaar dat hij nog iedere dag op Nienoord is, hoewel de deuren van het museum dicht blijven. ‘We willen hier alles zoveel mogelijk door laten gaan.’ En dus wordt er schoongemaakt en wordt de post gecontroleerd. Geen taken waar een directeur zich normaliter mee bezig houdt. Maar dit zijn dan ook geen normale tijden.


‘Toch is er in 2020 nog veel moois voorbij gekomen’, blikt Pruiksma terug. ‘De tentoonstelling van Anton Heyboer om maar eens iets te noemen. Bovendien houden we de blik op de toekomst gericht. Stippen op de horizon zetten. Zoals met de Koetsentocht die we weer willen organiseren. Achter de schermen zijn we daar druk mee bezig.’


Dat geldt overigens ook voor het werven van fondsen. ‘Het lijkt ons namelijk leuk om ons depot standaard te openen voor publiek’, zegt Pruiksma. ‘We hebben veel stukken die niet bij tentoonstellingen te zien zijn, maar wel machtig interessant zijn. Het is jammer dat vele koetsen niet voor het grote publiek te zien zijn.’


Om ervoor te zorgen dat dit wél mogelijk is, moet er geld in het laatje komen. Daarvoor schrijft Museum Nienoord verschillende fondsen aan. ‘Zonder die fondsen is het financieel niet haalbaar om het depot open te stellen’, zegt hij. Daarbij geeft de directeur maar meteen aan dat het dankzij de steun vanuit de overheid is dat hij durft te stellen dat Nienoord deze crisis gaat overleven. ‘In de maanden dat we open waren hebben we goed gedraaid’, zegt hij. ‘Maar over het algemeen vallen de bezoekersaantallen natuurlijk tegen. Normaal zitten we op 25.000 bezoekers per jaar, nu op 6.000. Niet alle bezoekers zijn hierin al meegerekend en het totaal zal hoger uitvallen, maar dan nog is het lang niet wat we gewend zijn. Daar hebben alle musea mee te kampen. Een kwart verwacht dan ook dit jaar te sluiten. Dat is zorgwekkend.’


Voor het komende jaar houdt Nienoord de hand op de knip. De openstelling van het depot gaat alleen door als men zeker weet dat het te betalen is. Oftewel: ‘We moeten eerst fondsen werven, dan zien we wel weer.’


Verder kijkt men naar een tentoonstelling over de relatie tussen koetsen en kastelen. ‘Daarbij willen we een landelijke manifestatie met meerdere kastelen organiseren’, zegt Pruiksma. ‘Dat wouden we eigenlijk afgelopen jaar al. Of het in 2021 kan, is afwachten. Ook hier houden we een slag om de arm.’


De tentoonstelling met werk van Nico Koster en Anton Heyboer blijft in ieder geval nog even op Nienoord. ‘Het publiek heeft de expositie nog nauwelijks kunnen zien’, zegt Pruiksma. ‘We hopen dan ook dat we dit jaar alsnog bezoekers blij kunnen maken met hun werk. Maar dat is afhankelijk van hoelang deze situatie nog duurt.’


Ondertussen houdt Pruiksma zichzelf bezig. Is het niet met het schrijven van een meerjarenplan – iets waar je zelfs Pruiksma bíjna chagrijnig mee krijgt – dan is het wel met andere klusjes rondom de Borg en het Museum. ‘Deze staartklok is nog gerepareerd’, lacht hij. ‘En we hebben hier binnen de wanden geverfd. Daar waren ze wel weer aan toe.’

UIT DE KRANT