‘We hebben door de jaren heen heel wat meegemaakt met artiesten’

Afbeelding
actueel

De tas van Staverman, het privénummer van Hazes en de lieve Glennis Grace: Schoonbeek maakte ze allemaal mee


RODEN – Op wat kermisgeluid na zal de Rodermarktfeestweek oorverdovend stil aanvoelen. De grote feesttent op het Jaarbeursterrein blijft uit en dus hoeft men ook niet te rekenen op grote artiesten van naam. Lucas Schoonbeek is al jarenlang betrokken bij het entertainment en heeft het tot zijn frustratie dit jaar rustiger dan ooit. Toch neemt de Roner de lezer graag mee achter de schermen van eerdere edities. Hiermee verschaft hij een unieke inkijk in het leven van de artiest.


Hoe het met Lucas is? ‘Tja, rustig hè…’, antwoordt hij. ‘Meestal gaan we rond deze tijd volle bak en zijn we iedere dag met de Rodermarkt bezig. Nu is dat heel anders. Rust, ja, ook wel eens fijn, maar geef mij volgend jaar toch die drukte maar weer.’


Het evenement brengt de nodige stress met zich mee, geeft Lucas toe, maar het geeft ook een kick. ‘Als het dan eenmaal loopt, heb je een voldaan gevoel. Daar doe je het voor.’


Om toch een beetje in de Rodermarktsfeer te komen, neemt Lucas ons mee in zijn geheugen. De eerste herinnering aan zijn organisatietijd, heeft hij aan Gijs Staverman. ‘Ik moet een jaar of 21 zijn geweest. Het was 1991 of 1992, ik zou het niet exact weten. In ieder geval hielp ik voor het eerst bij de missverkiezing. Ik was erbij gehaald door Jelle Haisma, Gijs Staverman was binnengehaald als BN’er die de verkiezing zou presenteren. Die samenwerking beviel mij niet, kan ik wel zeggen. Hij vroeg mij direct om zijn tas te dragen. Dus ik dacht: hij zal vast veel bagage bij zich hebben. Maar dat bleek niet het geval. Hij wilde zijn tas gewoon zelf niet dragen.’


Voor Lucas was het zijn eerste kennismaking met een grote artiest. ‘En het was meteen de laatste keer dat ik ooit de tas van een artiest heb gedragen.’ Nee, dan koestert Lucas toch mooiere herinneringen aan bijvoorbeeld Lieke van Lexmond. ‘Zij presenteerde het heel goed. En wat te denken van onze eigen Tony Neef? Hij presenteerde de bikinironde zelfs in zijn zwembroek. “Als zij in badkleding moeten, dan ga ik ook”, zei hij. Een groot succes was dat. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt.’


Later raakte Lucas betrokken bij het boeken van de artiesten. ‘We hebben zo verschrikkelijk veel grote artiesten gehad door de jaren heen’, zegt Lucas. ‘Zo waren wij één van de eersten die André Hazes Junior inlijfden. Daar zit ook een mooi verhaal achter. André was nog niet zo bekend als zanger, maar meer als “de zoon van”. Ik was voor het werk in Amsterdam met twee collega’s, toen we een afzakkertje besloten te doen in het bekende café Bolle Jan. Toen we om half twee weg wilden gaan – er moest de volgende dag immers weer gewerkt worden – liepen we bij de uitgang Hazes Junior  tegen het lijf. Hij was met zijn zus en haar vriend. “Wat gaan we doen heren?”, vroeg hij. Toen  we zeiden dat we naar huis gingen, schudde hij z’n hoofd. “We gaan wat drinken, ik trakteer!” Zodoende bleven wij nog even, het bleek dat André zijn rijbewijs had gehaald en van het geld wat zijn vader voor hem had gespaard voor een studie, had hij een Suzuki gekocht. “Die studie wordt toch niks”, lachte hij. Het werd een dolgezellige avond en we raakten aan de praat. Ik vertelde dat ik voor de Jaarbeurs van het Noorden medeverantwoordelijk was voor de artiesten en hij beloofde dat – wanneer hij een hit had – hij bij ons kwam optreden. Een jaar later stond hij er, terwijl hij net bekend was geworden. Voor 1250 euro trad hij op. Tegenwoordig betaal je er zo 50 mille voor! Een fantastische ervaring’, lacht Lucas. ‘En het mooie was dat hij op dat moment nog niet eens een serieus management had. Ik had zijn 06-nummer gewoon in m’n mobiel staan. Heel bijzonder.’


Een andere publiekstrekker is de Dansfabriek op het Jaarbeursterrein. Volgens Lucas had het nogal wat voeten in de aarde om dit draaiende te krijgen. ‘We kregen het eerst maar moeizaam van de grond’, vertelt hij. ‘Met Jelle Haisma besloten we toen dat we – om er wat leven in te krijgen – één fantastische editie nodig hadden. Dat jaar boekten we Partysquad, Yellow Claw en Vato Gonzalez. We zaten ver over ons budget heen, niet iedereen binnen het bestuur was er blij mee. Maar sindsdien is de Dansfabriek een begrip. En dat was nou net de bedoeling!’


Jaarlijks kan men in Roden buigen op artiesten die al veelvuldig de Rodermarkt wisten te vinden. ‘Freddy Moreira bijvoorbeeld, een vriend van de show. Een lieve, normale jongen, die je gewoon nog op z’n mobiel kan bereiken. Geen gedoe met allerlei managers en zo. Daar hebben we heel leuk contact mee.’ Ook bands als Vangrail komen geregeld terug naar de Rodermarkt. ‘Dat is ook een band die altijd weer terugkeert. En ze spelen altijd goed. Een kwaliteitsgarantie.’


No-nonsense types, daar houdt Lucas het meeste van. Maar dat heb je als organisator niet altijd voor het uitkiezen. Bizzey bijvoorbeeld, een rapper die bij de jongere generatie onwijs populair is, staat niet écht bekend als een van de meest hartelijke artiesten. ‘De samenwerking met hem liep moeizaam’, zegt Lucas. ‘Er kon geen handje af en hij kwam met een hele rits vrienden. Die moesten allemaal champagne hebben en het liefst alleen maar blauwe M&M’s. Daar beginnen we natuurlijk niet aan. Artiesten weten dat ze hier niets tekort komen. Als ze trek hebben, halen wij een sateetje van het voorplein. En als een dj een bepaald soort wodka drinkt, zorgen we dat er een flesje klaarstaat. Maar we gaan niet met flessen Dom Perignon van tweehonderd euro lopen. Dat kun je vergeten.’


Glennis Grace komt even buurten


Legendarisch is voor Lucas de Rodermarkt van 2011. ‘We hadden Anita Meijer en Lange Frans geregeld. Zij hadden meegedaan aan het programma ‘De Beste Zangers van Nederland’, waarin zij elkaars liedjes zongen. Met Why tell me Why hadden ze een bescheiden hit en dus boekten wij ze. Lange Frans leek enigszins verrast over hoe goed wij het voor elkaar hadden. “Het geluid is hier beter dan in menig theater”, zei hij, een groot compliment aan onze geluidsman Jesper Schelling. Lange Frans had zich ingesteld op een feesttent en had misschien een wat lager niveau verwacht. In ieder geval had hij niet gerekend op deze strakke organisatie.’ Terwijl het duo zich opmaakt voor hun optreden, wordt Lucas plots gebeld. Er stond een artiest voor het hek. ‘Dat bleek Glennis Grace te zijn’, lacht Lucas. ‘Zij had eerder die avond met Lange Frans opgetreden in het Holland Casino in Groningen. Toen Lange Frans hier was, belde hij Glennis. Of ze niet even langs Roden kon komen, het was er zo leuk. Ik vond dat fantastisch. Tegen Glennis zei ik dat ze alles mocht drinken, de hele avond lang, als ze nog wel een liedje wou doen. En verdomd, ze deed het. Iedereen heeft altijd een mening over Glennis Grace. Ze zou arrogant zijn. Nou, niks van gemerkt. Echt een heel fijn mens.’


De artieste zou zelfs nog blijven tot het optreden van Quintino, die in dat jaar met Epic een wereldhit had. ‘Voor mij een onvergetelijke Rodermarkteditie!’


Frans Duijts, Mooi Wark, Klaas Pruim


In Roden is men niet bang om nieuwe artiesten een kans te geven. Zo was men er als de kippen bij om de toen nog vrij onbekende Frans Duijts in te lijven. ‘En in 2009 hadden we Martin Moreiro, je weet wel, van Gooische Vrouwen. Dat was zijn eerste liveoptreden. Ook een succes’, herinnert Lucas zich.


Experimenteren doet de organisatie nog steeds. Vorig jaar was er de eerste Boerenrockavond, in plaats van de missverkiezing. ‘Natuurlijk heel jammer dat de missverkiezing er niet meer is’, zegt Lucas. ‘Dat was toch het evenement waardoor ik bij de Rodermarkt betrokken raakte. Maar de Boerenrockavond bleek vorig jaar een succes. Met de Bökkers hadden we een uitstekende band ingelijfd en dit jaar zou Mooi Wark komen. Volgend jaar gaan ze op herhaling, hopelijk kan het dan gewoon doorgaan.’


Ook de samenwerking met Klaas Pruim was prachtig, oordeelt Lucas. ‘Enthousiaster dan Klaas ga je ze niet vinden’, stelt hij. ‘Een man met mooie ideeën en een echte diskjockeystem. Daar vloeide een prachtige samenwerking uit voort.’


Volgend jaar


 Zou hij de ruimte hebben, dan kon Lucas met zijn anekdotes eenvoudig een bijlage volpraten. De één nog mooier dan de ander en allen doorspekt met humor. Maar de organisator pur sang richt zich op de toekomst. Volgend jaar, dan moet er weer een prachtig programma staan. ‘Daar gaan we absoluut voor’, zegt Lucas. ‘En ik ben er van overtuigd dat het ook gaat lukken.’ Wat hem betreft gaan er nog legio anekdotes bij komen.

UIT DE KRANT

Lees ook