‘We voelen ons veilig en dankbaar, maar thuis blijft Syrië’

Afbeelding
actueel

Vluchtelingengezin viert voor negende keer kerst in Roden



RODEN – Voor de negende keer viert Romel Ibrahim samen met zijn vrouw Silva en hun vier kinderen Jacob, Issa, Kerlos en Florista kerstmis in Roden. Een belangrijke tijd die het Syrische gezin graag met hun eigen familie doorbrengt. Negen jaar geleden sloegen de christenen op de vlucht voor oorlog, vernielingen en geweld in hun woonplaats Qamishli, een stad aan de grens met Irak en Turkije. Op dat moment stopte het leven van Romel. Alles wat hij had opgebouwd, alles waar hij zo trots op was, was weg. Zeker voelt hij veiligheid in Nederland, is dankbaar dat hij en zijn gezin zo goed zijn opgevangen. Maar de pijn dat hij alles achter heeft moeten laten blijft.


Het is overduidelijk kerst in huize Ibrahim. Een grote kerstboom vol gekleurde lichtjes, een verlichte kerststal, raamversierselen en niet te vergeten de grote schaal met klitcha, kerstkoekjes uit de Armeense keuken. Een traditie, zoals oliebollen dat bij ons zijn. De ontvangst is gastvrij, bijzonder hartelijk. Silva heeft een plaats van de redacteur van de krant in gedachten. In de hoek van de zachte bank in de woonkamer. Als de kussens zorgvuldig geschikt zijn mogen we plaatsnemen. Op de andere bank zitten Romel, Kerlos en Jacob. De jongens zijn speciaal voor het interview met deze krant naar huis gekomen. Voor Romel is de Nederlandse taal lastig. Hij heeft moeite om Nederlands te leren, zijn hoofd zit vol, legt hij later uit. Jacob en Kerlos helpen hun vader een handje om goed over te brengen wat hij bedoelt. Negen jaar kwam het gezin naar Nederland. Ze werden opgevangen in het asielzoekerscentrum in Ter Apel, later verhuisden ze naar Luttelgeest, een klein dorp nabij Emmeloord. Sinds 2013 woont Romel met zijn gezin in Roden. ‘Je kunt het je niet voorstellen hoe het is om te vluchten als je het niet zelf hebt meegemaakt’, begint hij.


Vrije val


Romel voelt zich veilig in Nederland, maar thuis is Syrië. ‘Ik heb het beste gekregen wat ik nodig heb om te overleven. We zijn goed opgevangen en goed begeleid. Daar ben ik heel erg dankbaar voor. Het ergste wat je kan overkomen is dat je je baan verliest’, zegt Romel ‘Werken is de ziel van het leven. Zonder werk geen leven. Je voelt je belangrijk voor anderen, daarvoor werk je.’ Jacob knikt begripvol. ‘Mijn vader was manager van een groot transportbedrijf. Hij was verantwoordelijk voor ongeveer veertig  hele grote bussen, te vergelijken met touringcars hier, ze rijden door heel Syrië. Hij had de leiding over vierhonderd man personeel. Hij is begonnen als chauffeur en opgeklommen tot manager. Zijn werk was zijn trots. Onze vader zagen we hooguit één of twee keer per week. Hij was altijd aan het werk.’ Romel pakt een stuk papier en een pen. Hij tekent een lijn die schuin omhoog loopt: zijn leven. Plotseling stopt het. Een loodrechte verticale lijn volgt: de vrije val naar beneden. Het is de pijn die nooit meer weggaat. ‘De plek waar je geboren bent, waar je alles hebt opgebouwd is weg. Je laat alles achter en kunt niets doen.’


Een van de lastigste dingen was het verkrijgen van zijn rijbewijs in Nederland. In Syrië hoorde Romel bij de allerhoogste klasse. Hij mocht alles besturen: auto, motor, bus en vrachtwagen. Alle documenten zijn in Nederland ongeldig. Er moest een tolk aan te pas komen om het examen af te nemen. Met glans haalde hij zijn autorijbewijs. Het liefst zou hij ook weer achter het stuur van een grote vrachtwagen stappen. Om zich nuttig te kunnen maken als internationaal chauffeur. Nu vervoert hij voor een bedrijf koeienmagen die hij naar Drachten en Emmeloord brengt.


In Nederland moest het gezin kennismaken met een nieuwe cultuur, een nieuwe taal en nieuwe gewoontes en tradities. Jacob: ‘We wisten niet of onze gewoontes wel geaccepteerd zouden worden. We waren best bang voor onbegrip. Dat je iets doet wat door een ander verkeerd begrepen wordt. Jacob en Issa werken beide bij Villeroy & Boch in Roden. Ze broers hebben al aardig wat contacten gelegd.  Anders is dat voor hun ouders. Taal is de belangrijkste barrière. Contact met andere Syrische vluchtelinggezinnen is er weinig. ‘De meeste mensen in Syrië zijn moslim, het christendom is in de minderheid. Wij staan open voor alle geloven. Het gaat ons om de mensen, niet welk geloof ze aanhangen. Een echte vriend, die onvoorwaardelijk voor je opkomt en er voor je gaat staan als er een probleem is, die missen we wel.’


Kerst in Syrië wordt uitbundig gevierd onder de christenen. Er is geen donkere plek in de straat, alle huizen zijn verlicht, vertelt Romel die een inkijkje geeft rond de kerstrituelen in zijn geboorteland. ‘Samen met de buren bespreken we van tevoren de taken. Alles wordt versierd, de verlichting wordt van balkon naar balkon gehangen. Er is saamhorigheid. Iedereen helpt elkaar. Bij elke kerk staat een grote, verlichte boom. Kerken en bedrijven verzamelen geld voor mensen die in armoede leven zodat ze toch kerst kunnen vieren. In de week van kerst trekt er een versierde optocht door de stad. Ieder bedrijf deelt vanaf een soort caranvalswagen cadeautjes en koekjes uit aan kinderen. Er zijn voor arme mensen is in onze cultuur één van de belangrijkste dingen tijdens kerst. Op kerstavond gaan we naar de begraafplaats waar we bidden voor de overledenen en delen we koekjes uit. Op de eerste kerstdag gaan we naar de kerk, tot een uur of elf. Daarna gaan we terug naar huis. Traditie is dat de buren in Syrië bij elkaar langskomen. ’s Middags komt de familie. Dan eten we met elkaar. Grote schalen met koekjes en snoepjes staan op tafel. Iedere Syrische familie maakt klitcha. De tweede kerstdag is voor familie van over ver.’


Traditie is ook dat er altijd nieuwe kleren gekocht worden voor kerst. En vijfentwintig dagen voor kerst wordt er gevast. En dat gaat anders dan bij de Ramadan, leggen Jacob en Kerlos uit. ‘Vanaf 1 december mogen we geen dierlijke producten eten. We eten vegetarisch, met uitzondering van vis. We eten geen dingen waar we heel erg blij van worden. Als je iets mist, besef je pas wat je hebt. En dat je daar dankbaar voor moet zijn.’ Op eerste kerstdag is het feest. Dan staat de hele tafel vol eten. Allemaal verschillende gerechten uit de Armeense keuken. Silva maakt onder andere kalfsvlees met rijst. Kruiden komen er niet aan te pas. Zout en vet van het vlees zorgen voor en heerlijke smaak, zegt ze. Kerst is vooral samen zijn met het gezin. Wat dat betreft is dat hier niet anders dan in Syrië. ‘We zijn hier samen, dus dat missen we niet. Wat we wel missen is dat mensen hier komen, het contact met buren en familie.’ De Ibrahims hebben nog één droom: hun familie terug zien. ‘Of zijn hier komen, of wij naar Syrië toe gaan, dat maakt ons niet zoveel uit. We zijn gewend om punt te zetten. We komen er, hoe dan ook.’

UIT DE KRANT