“We zijn de grootste korfbalclub van Groningen”

Afbeelding
Sport

KV Hoogkerk-trainer Jeha Mulder terug op oude vertrouwde nest

HOOGKERK – Jeha Mulder begint aan zijn tweede periode bij KV Hoogkerk. De gedreven coach moet bouwen aan een jong team. Hoogkerk kent een bloeiende jeugdafdeling. “We zijn daarmee de grootse club van Groningen.”, zegt Mulder trots.

Mulder heeft vijf jaar in het eerste van de korfbalclub gespeeld, vervolgens was hij zes jaar trainer van de selectie. “Vorig jaar zocht ik het avontuur in Assen. Maar dat beviel niet zo. Ik zou daar toch al stoppen. En de nieuw aangestelde trainer van Hoogkerk, die op hun beurt niet goed in aarde viel, zodat ik weer in beeld kwam. We hebben gediscussieerd of een tweede termijn wel een verstandige keuze is.  Het klikte weer”. KV Hoogkerk, dat twee jaar geleden nog in de Hoofdklasse actief was, daaruit degradeerde, wist zich te handhaven in de Overgangsklasse. Zowel op het veld als in de zaal. “De verwachtingen? We hebben net de eerste twee wedstrijden achter de rug en twee keer gewonnen. Op 8 november spelen we de eerste competitie in de zaal. We hebben veel kwaliteit verloren, met name dames. We hebben te maken met de zwaarste indeling. Met tegenstanders als Viex uit Zoetermeer en opponenten uit Grou, Kampen en Zaandam.  Daar zullen we een hele kluif aan hebben”, weet Mulder zeker.  “We bouwen aan de een jonge ploeg van gemiddeld 18 jaar. Handhaving is ons doel.  We hebben een hele bloeiende jeugdafdeling en zijn daarmee de grootste club van de provincie Groningen. We proberen de jeugd door te laten stromen naar de senioren. Iedereen is bij ons welkom. We leggen de nadruk op de jeugd, waardoor de toekomst gewaarborgd is. We willen geen toekomst zoals Nic, dat geen eigen jeugd meer heeft. We zijn hard aan het trainen, met het oog op het nieuwe seizoen. We gaan binnenkort voor het eerst de zaal in. Ik ben een trainer die zich bijzonder goed voorbereid. Analyses maken van de tegenstander, daar steek ik veel tijd in. Ik vraag een hoop van de spelers. Voordeel is dat ik de vereniging ken. Ik heb ook veel persoonlijk contact met de spelers. Wanneer ze krap in de tijd zitten, eten ze wel eens bij me thuis. Mijn dochter speelt ook in het eerste. Dat is geen probleem. Ik heb er enige ervaring mee. Ik heb ook een zusje in de selectie gehad. Ik heb meer hart voor de zaak dan een gemiddelde trainer.”

UIT DE KRANT