Weidevogels dreigen uit het landschap te verdwijnen

Afbeelding
actueel

RODEN – Vogelaar Johan Baard viert dit jaar zijn jubileum. Maar liefst 80 jaar zoekt en beschermt hij al kievitseieren. Er waren jaren bij dat hij talloze kieviten zag, mar ook kemphanen, snippen, tureluurs en grutto’s kwam Baard vaak tegen. Gedurende die 80 jaar is het aantal vogels echter steeds meer gedaald, met als dieptepunt dit jaar. ‘Zo erg als nu heb ik het nog nooit meegemaakt.’ Baard ziet de toekomst van de weidevogels somber in en trekt aan de bel. ‘Provincie en Staatsbosbeheer moeten hier veel meer aandacht aan besteden,’ aldus Baard.

‘Zo erg als nu heb ik het nog nooit meegemaakt’



Als kleine jongen van een jaar of zes begon Johan Baard in Friesland met het zoeken van kievitseieren. ‘Het begon als een sport, later kwam het beschermen er ook bij. Ik heb wel tien- tot twintigduizend eieren gevonden in mijn leven,’ vertelt hij trots. In Friesland was het zoeken van eieren populair, maar toen Baard in Roden ging wonen was hij één van de weinige eierzoekers in de omgeving. ‘Daardoor vond ik hier in het begin ook heel veel eieren,’ zegt hij. ‘In de ‘vijftig bunder’ achter Altena lagen soms wel 18 kievitseieren. Nu zie ik daar niets meer. In een paar jaar tijd is alles verdwenen.’ Kieviten, kemphanen, grutto’s, tureluurs, oever- en boerenzaluwen, tapuiten, leeuweriken en wulpen dreigen volgens Baard allemaal te verdwijnen. ‘Ik ken zeker 25 locaties waar geen vogel meer zit,’ zegt hij. Hij kan zo talloze voorbeelden opsommen: ‘Vorig jaar waren er maar 45 broedpaartjes van de wulp in heel Drenthe, terwijl het Drentse landschap prachtig is voor de wulp. Gelukkig broedt die in Lieveren nog wel.’ Bij het Leekstermeer zag Baard nog maar een paar paartjes tureluurs en ook in de onlanden zijn de weidevogels grotendeels verdwenen, omdat het gebied te nat is. ‘Ze zitten daar alleen nog om eten te halen,’ aldus Baard. ‘Bij Matsloot is nog wel een gebied waar veel weidevogels komen, maar ja, daar willen ze nu een zonnepark,’ verzucht hij. 


Hoe het kan dat steeds meer vogels verdwijnen? Baard heeft geen eenduidig antwoord. ‘Veel mensen geven boeren de schuld, maar daar ben ik het niet mee eens. Een goede boer houdt van dieren,’ aldus Baard. Wel merkt hij op dat tegenwoordig veel boeren ook ’s avonds aan het werk zijn met felle lampen, waardoor zij de stokken niet meer zien die bij de nesten zijn geplaatst ter bescherming. Ook spelen pesticiden een rol. ‘Vroeger reden boeren de mest uit over het land. Daar kwamen veel insecten op af, die voedsel vormden voor de vogels. Nu wordt de mest geïnjecteerd en zie je dat niet meer. Er zijn ook veel minder insecten dan vroeger.’


Volgens Baard zijn roofdieren een groter gevaar voor weidevogels. ‘De vos is een belangrijke vijand van de vogels, maar vergeet ook de steenmarter niet,’ merkt hij op. ‘Vroeger hoorde je daar niets over. Er waren wel kraaien of eksters, maar daardoor verdwijnen de weidevogels niet.  Het zijn de grotere roofvogels, vossen en marters die een gevaar vormen. Er zijn wel 20 ooievaarsnesten hier in de regio. Dat is een gevaar, want ooievaars roven ook jonge vogels. Laatst zag ik één die een mol verorberde.’


Baard begrijpt de ophef rond de wolf ook niet. ‘Daar wordt zo’n ophef om gemaakt. Iedereen lijkt blij omdat de wolf terug is in Nederland, maar waarom moet die hier komen? Ik zie het nut van de wolf niet in ons kleine landje. Ik zie veel liever leeuweriken, kieviten en tureluurs,’ aldus Baard. De vos mag er van hem wel zijn, ‘Maar niet in de mate waarin die er nu is.’ Baard geeft het voorbeeld van een vos die bijna 300 eieren had geroofd: ‘Hij had mijn geurspoor gevolgd, toen ik stokken bij de nesten zette om ze te beschermen. Sindsdien plaats ik geen stokken meer, maar wijs ik de nesten aan.’


Niet alleen wilde dieren vormen een bedreiging voor de weidevogels. ´Ik zie ook veel katten in het land,´ zegt Baard. ´Die nemen de vogels ook graag te grazen.´ Daarnaast worden vogels als de wulp en de grutto in het buitenland doodgeschoten, zodat ze Nederland soms niet eens bereiken. Ook verdwijnen bepaalde vogelsoorten, zoals de zwaluw, volgens Baard doordat boerderijen hun traditionele functie verliezen en worden verbouwd tot woonboerderijen.


Om het tij te keren moeten de provincie en Staatsbosbeheer volgens Baard meer aandacht aan de weidevogels besteden: ‘Er is nu wel aandacht voor de wolf, maar niet hiervoor. De provincie Friesland doet het veel beter.’ Wel is hij te spreken over de plas-dras gebieden, die een duidelijk effect hebben. Plas-dras gebieden zijn gebieden waar lage delen van het land van april tot augustus of zelfs het hele jaar onder water staan. Vogels komen hier eten en rusten en broeden in de buurt. Na afloop van het broedseizoen foerageren de jonge vogels in het gebied om zich voor te bereiden op de trek naar het zuiden. Eén plas dras gebied is te vinden op het land van boer Tepper in Leutingewolde. ‘Die doet het heel goed,’ aldus Baard. ‘daardoor zijn daar bijvoorbeeld nu weer meer tureluurs te vinden.’ Ook vindt Baard het positief dat mensen veel aandacht besteden aan het bijvoeren van vogels in de winter. ‘Je ziet nu overal vetbollen en ander vogelvoer in de winkels. Dat vind ik wel goed. Het leeft kennelijk toch wel onder de mensen.’


Toch ziet Baard de toekomst somber in. Het is moeilijk om nieuwe vrijwilligers te vinden en veel jongeren gaan niet meer het land in. Gelukkig zijn er uitzonderingen zoals Bertjaap Darwinkel. ‘Die is zo scherp,’ aldus Baard. ‘Die kan eieren vinden met zijn ogen dicht. Hij doet ontzettend veel voor de weidevogels, dat is goud waard.’

UIT DE KRANT