“Wij zeggen niet voor niks dat je geluk kunt delen”

Afbeelding
actueel

Moeders voor Moeders bouwt ook na 85 jaar nog aan bekendheid

MARUM/RODEN – Als je met iets heel simpels een ander heel gelukkig kan maken, zou je dat dan doen? Een vraag die velen ongetwijfeld met een volmondig ‘ja’ zouden beantwoorden. Een simpel doel waar Moeders voor Moeders zich al 85 jaar voor inzet. Dankzij zwangere vrouwen kunnen andere vrouwen voor wie een zwangerschap niet zomaar weggelegd is, vaak toch ook ooit een eigen kindje in hun armen houden. En dat door alleen maar tien weken lang urine te verzamelen. Geluk kun je delen; niet voor niets hét motto van Moeders voor Moeders.

Aan tafel zitten drie dames; drie moeders. Ze weten allen hoe het krijgen van een kind hun leven heeft verrijkt, hoe prachtig het moederschap kan zijn en hoe gelukkig ze zijn met hun kinderen. Alleen één van hen heeft daarvoor een moeilijke weg moeten gaan. Carolien van Nus (rechts op de foto), afkomstig uit Marum, is zelf moeder van twee dochters van 17 en 15 en een zoon van 12. Ze werkt al sinds 1997 voor Moeders voor Moeders als informatrice. Jacqueline van Cann (niet op de foto) heeft drie kinderen in de leeftijd van 9, 6 en 4 jaar en heeft volgens eigen zeggen een prachtige baan als fieldmanager bij het bedrijf. Astrid Sluyk (links op de foto) komt uit Roden, heeft een dochter van drieënhalf en is in blijde verwachting van haar tweede kindje.

Zover niks geks aan het plaatje. Het kindje in de buik van Astrid echter, heeft een lange voorgeschiedenis. Eentje van doorzetten en pijnlijke momenten, van verdriet en van de lange adem. Na meerdere vruchtbaarheidsbehandelingen en een traject van tweeënhalve jaar testte Astrid eindelijk positief. Inmiddels is zij twaalf weken zwanger van dit zo gewenste tweede kindje. En eindelijk kan zij stralen zoals alleen een zwangere vrouw dit kan. “Ik ben heel blij dat we die twaalf weken hebben gehad. Ik zag op de echo een kindje dat goed groeit en heb er nu ook echt een goed gevoel over. En ik ben blij dat we nu niet meer naar dat ziekenhuis moeten en gewoon weer bij de verloskundigenpraktijk lopen. Dan is dat medische er eindelijk af”, verzucht ze. Het traject van vruchtbaarheidsbehandelingen is geen makkelijke. Maar de keus dit traject niet in te stappen nog veel moeilijker. “Het is heel moeilijk te bepalen hoever je wil gaan”, vertelt Astrid. “Maar te bedenken dat je nooit meer een kindje krijgt, doet uiteindelijk meer pijn dan de behandelingen die je moet ondergaan.” Onbegrip in de omgeving maakt het allemaal niet makkelijker. “Mensen vragen soms botweg of je nou nog steeds niet zwanger bent. Of ze zeggen: ‘oh, dat lukt bij jullie ook vanzelf wel’. Weer anderen zeggen dat ik blij moet zijn met één gezond kind. ‘Wie zegt dat als jullie doorgaan, dat je dan weer een gezond kind krijgt?’, hoor ik wel. En weer anderen wuiven onze wens weg met: ‘jullie zijn nog zo jong, je hebt nog alle tijd’.

Eigenlijk zou iedereen eens mee moeten maken waar deze stellen door heen gaan om zo wat meer begrip te krijgen voor hun verdriet. “Dat is ook bijna zo tegenwoordig”, vertelt Carolien, “want één op de zes stellen heeft vruchtbaarheidsproblemen. Bijna iedereen dus, kent wel iemand die hier mee kampt.” Al deze stellen zijn voor de behandeling van deze problemen die dus hopelijk resulteert in een zwangerschap afhankelijk van medicijnen. Eé’m van de grondstoffen voor deze vruchtbaarheidsmedicijnen komt uit de urine die Moeders voor Moeders verzameld.

Moeders voor Moeders zamelt inmiddels alweer 85 jaar de urine in van zwangere vrouwen in de weken zes tot en met zestien van hun zwangerschap. Juist in deze weken is de piek van dit hCG-hormoon het grootst. Dit hormoon wordt door farmaceutische bedrijven gebruikt voor het vervaardigen van geneesmiddelen die worden gebruikt bij vruchtbaarheids-behandelingen.

Hoewel de zwangere vrouwen die deelnemen en hun urine verzamelen vrijwillig meewerken, is Moeders voor Moeders nadrukkelijk geen vrijwilligersorganisatie. Carolien is wat ze noemen een freelancer. “Een veredeld vrijwilliger”, lacht ze. Ze krijgt wel een onkostenvergoeding voor haar werkzaamheden die variëren van één tot soms wel acht à negen intakegespreken per week. Jacqueline is echt in dienst bij het bedrijf. Als field manager is zij continu bezig meer medewerking te zoeken voor Moeders voor Moeders en te bouwen aan de bekendheid. “Elke druppel urine telt”, vertelt ze. “Mensen denken dat ze de hele dag door voor ons moeten plassen, maar dat is niet zo: we zijn echt met alles blij.” “Je helpt elkaar”, vult Carolien aan. “We moeten het toch samen doen.” “We zeggen niet voor niks dat je geluk kunt delen”, aldus Jacqueline.

Onbegrip en onwetendheid; het is een lastige strijd. “Mensen denken weleens dat Moeders voor Moeders een tijdschrift is of een kinderopvang”, lacht Carolien. “Ik merk dat velen toch echt wel een paar prikkels nodig hebben voor ze de stap maken mee te doen. Je hebt een groep die mee wil doen omdat ze óf zelf via hulp zwanger zijn geraakt of iemand kennen bij wie dat zo is. Daarnaast is er een grote groep die best wel mee wil doen, maar eigenlijk niet goed weet hoe en wat. Juist dan is het voor ons zo belangrijk dat een verloskundige of huisarts wat over Moeders voor Moeders vertelt. Gelukkig gebeurt dat hier in mijn district ook best veel.” Als dit onderwerp ter tafel komt, komt ook de bevlogenheid van Carolien naar boven. Carolien zet zich volop in om niet alleen het uiteindelijke doel van Moeders voor Moeders onder de aandacht te krijgen en houden, maar ook om al die vrouwen die meedoen hiervoor op de juiste manier te waarderen.

Voor Astrid stond het als een paal boven water dat ze mee wilde doen. “Ik had me zelfs een tweede keer aangemeld toen het te lang duurde dat ik reactie kreeg op mijn eerste aanmelding”, lacht ze. “Nu móet ik het doen”, vond ze. “Ja”, lacht ook Carolien, “ik dacht die wil wel heel graag.” Iets wat ze gelukkig ook vaak tegenkomt. “Eigenlijk stelt het ook niet zoveel voor: plassen doe je toch, waarom zou je niet wat opvangen? Ik heb ook wel eens iemand gehad die met een hernia in het ziekenhuis kwam te liggen, maar gewoon lekker doorging. ‘Ik moet hier toch ook plassen’, vond ze.” “Ik ken van het westen wel verhalen”, vult Jacqueline aan, “waar vrouwen gewoon met de kratten in de tram gaan om ze weg te brengen.” Dat hoeft dus sinds 4 november 2015 niet meer, sinds het ophalen van de kratten huis aan huis. De kratten worden gewoon keurig en discreet bij huis opgehaald. “Veiligheid voor alles”, verduidelijkt Jacqueline. “Voor de urine dus hè.”

Carolien en Jacqueline werken duidelijk met veel plezier voor Moeders voor Moeders. “Ja, ik was heel blij dat ik hier aan de slag kon”, vertelt Jacqueline. “Ik dacht echt: wow, wat een mooi bedrijf.” Carolien benadert iedere afspraak weer immer positief. “Ik probeer ook echt uit te leggen waar de vrouwen voor bezig zijn en hoe positief dat is.” “En dat is het ook”, vindt ook Astrid. “Want anders was ík misschien wel niet zwanger geweest.”

UIT DE KRANT