Winterwerk

Afbeelding
Puur natuur
”Goh, best een mooie foto”, zei iemand die op bezoek was. Ik ben momenteel bezig om mijn fotobestanden te rubriceren en toevallig was deze op mijn laptop in beeld. ”Ach ja”, zei ik, ”Deze komt boven mijn column van komende week”. ”Oh, en hoe gaat dat stukje dan heten?” ”Was het maar weer herfst”, antwoordde ik. ”Ach, dat meen je toch niet”, was de reactie.
Het was uiteraard maar een grapje. Niet dat de foto niet gebruikt kan worden, een beetje schrijver verzint bij elke foto wel een verhaaltje, maar dat van de herfst. Als je zelf al zo’n beetje in de herfst van je leven bent beland - ik hoop een zeer langdurige herfst (en dan nog een beetje winter) – lijkt het wel of de jaren steeds sneller voorbij gaan. Vooral ouderen, waarschijnlijk behoort het gros van mijn lezers tot die categorie, zullen dit beamen. Voorlopig duurt het gelukkig dus nog wel even voordat we dit jaar in de herfst zijn beland. Wel zitten we nu in een kwakkelperiode voordat de mooiste tijd van het jaar aanbreekt, de lente, de periode van nieuw leven. Zo’n kwakkelperiode is dan heel geschikt om orde op tal van zaken te stellen. Daarbij is het echt hoognodig dat al mijn foto’s eens een keer worden geschift. Allereerst zijn de foto’s van paddenstoelen aan de beurt. Daarbij ga ik tamelijk rigoureus te werk door er heel kritisch naar te kijken. Je weet maar nooit of ze nog eens ergens toe gaan dienen en dan wil je wel het beste van het beste selecteren. Dat blijft niet zonder gevolgen!
In de loop der jaren zijn er door mij enkele duizenden foto’s van paddenstoelen gemaakt. Vaak zijn dat ’bewijsfoto’s’ en soms zijn ze best aardig, maar meestal zijn ze esthetisch niet om aan te zien. Bagger noem ik dat dan en rücksichtslos worden ze door mij in de prullenmand gekieperd. Met je eigen werk mag je dat doen. Al turvend kwam ik erachter dat meer dan 90% van mijn foto’s dit lot is beschoren. En als ik het overige nog eens kritisch beschouw is eigenlijk de helft ervan voor verbetering vatbaar. Als ik van alle paddenstoelen uit de omgeving van Roden (meer dan 1200) een mooie foto zou willen hebben kan ik wel een beroep op anderen doen, maar het liefst maak ik ze zelf. Feit blijft wel dat sommigen werkelijk fantastische foto’s maken waar niet aan valt te tippen. Dat zijn meestal wel ’echte’ fotografen met navenant dure camera’s. Dat heb ik er niet voor over, maar wat je wel kunt doen is meer zorg besteden aan compositie, belichting en storende zaken als takjes te verwijderen. Ik ken een fotograaf die zelfs een nagelschaartje bij zich heeft om grassprietjes die in de weg zitten te verwijderen!
Dat fotograferen is eigenlijk tot nog toe een bijproduct. Primair zijn we met de Paddenstoelenwerkgroep van IVN Roden in het veld om gegevens te verzamelen. Dat doen we met onze eigen werkgroep, maar ook sluiten we ons wel eens aan bij andere werkgroepen die elders opereren. In een andere omgeving zie je vaak weer heel andere paddenstoelen. Nu ik me er zo pijnlijk bewust van ben geworden dat het merendeel van mijn foto’s de toets der kritiek niet kan doorstaan heb ik me stellig voorgenomen meer tijd aan het fotograferen te besteden. Voor sommige foto’s hoeft dat niet, zoals bijvoorbeeld de foto boven dit stukje. Zo’n sfeerbeeld, echt herfst, kun je zonder al te veel gedoe maken. Maar ook hier geldt dat een ander er vast wel een betere foto had gemaakt. Overigens boet zo’n foto qua kwaliteit tijdens het drukproces van dit blad behoorlijk in. Op de website van de Krant ziet u het verschil. Deze foto maakte ik op 24 september in 2013 even buiten Gasselte op het terrein van de Waterleiding Maatschappij Drenthe, dat voor ons was opengesteld om een inventarisatie voor haar te verrichten. Daar zijn meerdere waterbassins en dit was op een met leem beklede dak van één ervan. Bij het aanschouwen van zoveel leven (spinnetjes) begrootte het me dat dit door een horde lieden zou worden vertrapt. Daarom stelde ik voor om dit miniterreintje, want meer was het niet, persoonlijk met de nodige omslachtigheid te onderzoeken. Dat leidde onder meer tot de vondst van een erkende stinkerd als de Levertraanzwam en enkele exemplaren van de al even zeldzame Weidewasplaat. De allermooiste groeiplek in Nederland van deze soort is dichtbij in een kwetsbaar deel van het Natuurschoonbos te vinden.
 
 

UIT DE KRANT

Lees ook