‘Zulke mensen met zulke honden is een levensgevaarlijke combinatie’

|||
||| Foto: |||
actueel

Ook Gerda Bos uit Leek werd aangevallen door een gevaarlijke hond

‘Intentie van dit artikel is om mensen bewust te maken dat ze altijd melding moeten maken en als ze aangifte willen doen, dat ze in hun recht staan! Ook al zegt de politie van niet. Waarom kon ik 2 keer geen aangifte doen en bij de 3e keer wel? Als ik niet had doorgepakt hadden ze mij ook afgescheept.’

LEEK – Dinsdagochtend. Gerda Bos uit Leek belt naar de redactie van de Krant. Ze klinkt geëmotioneerd. Met overslaande stem steekt ze van wal. Bij het lezen van het verhaal van Renny Jongsma in de Krant van een paar weken geleden begon haar bloed te koken, vertelt ze. Renny’s hond werd zomaar uit het niets besprongen door een American Bull. De vechthond greep die van haar en liet niet meer los. Met als gevolg dat Lex, de vier jaar oude stabij van Renny, nooit meer goed zal kunnen lopen. Het overkwam ook Gerda. Op 25 februari dit jaar. Een Amerikaanse buldog –uit haar eigen straat nota bene- besprong Gerda en greep haar. Met diepe bijtwonden in haar beide benen tot gevolg. Ze wilde aangifte doen, maar tevergeefs. Geen strafbaar feit, werd haar medegedeeld. Na veel speurwerk op internet, het doorspitten van wetsartikelen en met behulp van een medewerker van het Juridisch Loket en een flinke portie doorzettingsvermogen lukte het tóch om aangifte te doen. Haar devies: ‘geef nooit op. Weet wat je rechten zijn en laat je niet met een kluitje het riet insturen.’

Wat als ze –zoals ze altijd deed- de ronde met haar vijf jarige zoontje had gelopen? Wat als ie in mijn gezicht had gebeten? Vragen die Gerda nog steeds door haar hoofd schieten. Wat als..? Iedere dag loopt ze ‘s ochtends samen met zoon Jesse hetzelfde rondje door de buurt met haar 18 jaar oude dove hond en haar Chihuahua. Acht uur, vaste prik. Nu was ze iets later dan normaal. Nadat ze haar zoontje naar school had gebracht, deed ze haar rondje. Kwart voor negen was het. “Vanaf de Weazenburglaan liep ik de hoek om naar de Benckemastraat, waar ik woon. Ik zag de hond aan komen lopen. Een meter of dertig zat er tussen ons schat ik. Er was totaal geen sprake van een dreigende situatie. Maar de aanvallende houding van het beest maakte me alert. Bovendien had ie al eerder een kat doodgebeten, dat wist ik. En als ze eenmaal bloed geproefd hebben dan…nou ja, dan weet je het wel. Die heeft het op mijn Chihuahua voorzien, schoot door mijn hoofd. In een flits grits ik mijn hondje van straat en nam hem in m’n armen. De oude hond sjokte gelukkig door. Toen ging het snel. De buldog rukte zich los van de lijn en sprong tegen me op, waarschijnlijk met als doel mijn hondje te pakken. Ik viel. Mijn hondje ging er als een haas vandoor. Het beest begon mij te bijten. Een eeuwigheid duurde het voor m’n gevoel. Ik moet opstaan dacht ik. Straks grijpt ie me naar mijn keel. Ik sta op, val opnieuw en het beest grijpt me nog een keer. Minuten leken uren. Ik was totaal in paniek. Uiteindelijk lukte het de eigenaar, een jongen van een paar huizen verderop, het dier van me af te krijgen.

Volledig overstuur strompelde ik naar het politiebureau. Zij stuurden me eerst naar de huisarts om een tetanusprik te halen. Direct daarna ging ik terug. Het wachten was op de hondengeleider van de politie, die normaal dit soort zaken behandelt. Op basis van de ernst van de wonden en op basis van eerdere incidenten kan een hondengeleider besluiten om een hond in beslag te nemen, zo vertelde een advocaat mij die werkafspraken over zulke incidenten heeft bekeken van de gemeente Dordrecht. En eerdere incidenten waren er. Behalve die kat had ie ook een man en zijn hond gebeten, die had er melding (die later ‘zoek’ bleek) van gedaan. Maar de hondengeleider kwam niet. Te druk met andere zaken. Daarom werd handhaving van de gemeente ingeschakeld. Die besloot, na een gesprek met de eigenaren van de honden –ze hebben er twee-, tot een korfgebod voor de reu die gebeten had. De lijn was gebroken, luidde de verklaring van de eigenaren. Bizar dacht ik. In de wetenschap dat je zulke honden hebt, zorg je toch voor deugdelijk materiaal? Dat ben je toch verplicht? Die hond had allang gemuilkorfd moeten zijn na die vorige bijtincidenten, dan had ie mij niet kunnen grijpen. En nog sterker, zulke honden horen niet in en buurt met zoveel kleine kinderen!”, stelt Gerda.

‘Jesse laat ik niet meer voor op straat spelen. Ik ben op mijn hoede.’

“Het bleef bij een waarschuwing en een korfgebod. Teleurgesteld –er wonen veel kinderen in onze buurt- maar in de veronderstelling dat ik in ieder geval aangifte had gedaan, ging ik naar huis. De volgende dag schoot door mijn hoofd: een aangifte, die wordt toch altijd voorgelezen? Daar moet je toch je handtekening voor zetten? Ik nam opnieuw contact op met het politiebureau. ‘U heeft geen aangifte gedaan mevrouw’, vertelden ze me. ‘Dat kan ook niet omdat er geen strafbaar feit is gepleegd’, voegde de medewerker toe. Ik was compleet verbouwereerd. Onmiddellijk ben ik op internet gaan zoeken. Op het juridisch loket en op een site voor gevaarlijke honden. Ook nam ik een letseladvocaat in de arm. Ik stuitte op artikel 425 lid 2 van het wetboek: ‘Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of een geldboete van de derde categorie wordt gestraft: hij die geen voldoende zorg draagt voor het onschadelijk houden van een onder zijn hoede staand gevaarlijk dier.’ Daar heb ik op gewezen op het politiebureau. Toen kon het opeens wel. Vreemd toch? Ze zitten er gewoon niet op te wachten, op zo’n aangifte. Teveel werk. Dat is mijn gevoel erover. Maar het kan wel degelijk. En zo belangrijk ook! Want zonder een aangifte kun je geen zaak beginnen, mocht het weer gebeuren. Sta je nergens. Dat wil ik iedereen meegeven: laat je nooit met een kluitje in het riet sturen! En ja, je moet stevig in je schoenen staan. Als het puntje bij het paaltje komt, trekt een slachtoffer zich toch vaak terug, is mijn ervaring. Om de lieve vrede te bewaren of uit angst. De hondeneigenaren vonden dat ik me maar aanstelde vernam ik via de advocaat, ik zou volgens hen te hysterisch hebben gereageerd. Het viel allemaal wel wat mee. Maar het is wel door hun hond dat ik blijvende littekens heb op mijn benen. Maar goed, het zijn gelukkig mijn benen en niet het hoofd van mijn zoontje”, zucht Gerda.

En al is Gerda niet bang, zulke mensen met zulke honden noemt ze een levensgevaarlijke combinatie. “Als je zulke honden hebt, die al eerder hebben aangevallen, dien je alles in het werk te stellen als eigenaar om dit soort incidenten te voorkomen. Nou, dat bleek dus niet het geval. Vervolgens laten politie en gemeente het ook afweten in mijn ogen. Maar als je je hond laat poepen en je ruimt het niet op, dan staan ze er meteen bij om een bekeuring uit te delen. Jesse laat ik niet meer voor op straat spelen. Ik ben op mijn hoede.”

Kader:

Dat het verhaal van Gerda en Renny actueel is en inmiddels ook de aandacht heeft van de politiek, blijkt uit het feit dat Staatssecretaris Van Dam laat onderzoeken of er extra regels moeten komen voor mensen die een ‘vechthond’ willen. Van Dam wil bekijken of baasjes niet eerst op cursus moeten. Dat kondigde hij vorige week aan na een reeks bijtincidenten. Dat agressief gedrag vaak te maken heeft met de opvoeding van het dier, onderschrijft ook dierenarts Egidius Wientjes van Diergeneeskundig Centrum Hopmans: “In principe is er geen foute hond. Als normaal sociaal gedrag niet wordt aangeleerd, kun je daar de hond niet de schuld van geven. We hebben het hier over huishonden. Niet over vechters en killers. Daar horen ook huisregels bij. Die moeten worden bijgebracht door de baas. In principe wordt iedere hond goed geboren. Tenzij je een gestoorde (niet goed gesocialiseerde) hond hebt. Maar dan moet je het dier begeleiden. En daar zijn gedragsdeskundigen voor.”

|||
|||
|||

UIT DE KRANT