Martin Koster

Afbeelding
Foto: ERIK VEENSTRA
Noordenvelders

LIEVEREN - Omringd door de bossen van Noordenveld, genieten Martin Koster en zijn vrouw van hun pensioen. En stil zitten hoort daar zeker niet bij! ‘Natuur is mooi, schrijven is mooi, opa zijn is mooi.’ zegt Koster met een grote glimlach op zijn gezicht. Een glimlach die in al die tijd niet van zijn gezicht af gaat en bewijst dat hij van alles geniet. ‘Ik geniet ook van koffiedrinken, maar daar mocht ik van mijn vrouw niet over vertellen.’ In 1987 verhuist Koster naar Lieveren alwaar zijn vrouw een huis bezat aan de Zwarteweg. ‘Mijn vrouw is hierheen verhuisd, omdat ze meer ruimte wilde om paard te kunnen rijden. We hebben een stukje land erbij en vanaf hier kon ze vele kanten op. Inmiddels hebben we geen paard meer en rijdt ze ook niet meer.’ Koster is geboren in Avereest en via omzwervingen in Lieveren terecht gekomen. Zijn accent is dan ook hoogst opmerkelijk te noemen voor iemand die in de Drentse taal gedichten uitgeeft. ‘Ik noem mijn accent het meest zuidelijk Drents.’

‘We hebben een dochter en een zoon en drie kleinkinderen. Dat is echt een verrijking van je leven.’ Hij lacht en voegt in de tussentijd de opgeklopte melk toe aan zijn koffie. ‘Of ik altijd al iets met de Nederlandse taal wilde doen? Simon Vestdijk was toentertijd een ware inspiratiebron voor mij en zo ben ik mij gaan verdiepen in de Nederlandse taal en leraar Nederlands geworden. Ik ben tot aan mijn pensioen leraar Nederlands geweest, waarvan de laatste jaren op de Lindenborg in Leek. Alles wat maar met literatuur te maken heeft interesseert mij, Nederlands en buitenlands. Er liggen hier in huis dan ook een heleboel boeken. Af en toe moet ik mijzelf toespreken en afscheid nemen van een paar, maar dat is best lastig hoor. Ook moet ik mij zelf vaak genoeg afremmen om weer nieuwe literatuur te kopen. Ik heb veel geschreven in al die jaren, zoals columns, verhalen en gedichten. Deze waren in het Zuid Drents of in het Nederlands. het Drents heeft mij altijd gefascineerd en er zijn ook wel zeven verschillende soorten Drents!’ Niet alleen schrijven en lezen is een hobby voor Koster, maar ook de natuur leeft enorm bij hem. ‘Ik ben één dag per maand toezichthouder voor Natuurmonumenten. Dan kijk je enkel en alleen of de mensen die wandelen of fietsen in een natuurgebied zich ook houden aan de regels. En op die manier kom ik dus op plaatsen waar anderen niet mogen komen en daar geniet ik volop van! Zo heb je de kraanvogels in het Fochteloërveen gebied. Fantastisch om die beesten te horen trompetteren, maar je hebt bijvoorbeeld ook de heikikker. Het bijzondere aan deze kikker is dat het mannetje blauw wordt tijdens het paringsseizoen. Zo mooi om te zien!’ Koster geniet volop van de natuur tijdens zijn wandelingen. ‘Ik wandel hier in de buurt dagelijks, maar ik ga ook wel eens verder weg. Zo heb ik al drie keer het Pieterpad gelopen en daarbij kijk ik dan vooral naar de diversiteit in de seizoenen en dan zie je dus ook telkens de natuur op een andere manier. Het Jacobspad,welke hier voor de deur loopt, is ook een mooie route om te lopen en een absolute aanrader.’ Koster is ook gek op reizen met de trein. ‘Soms heb ik een doel en soms ook niet. Dan besluit ik op een treinstation gewoon of ik naar links of rechts ga. Heerlijk vind ik dat reizen, vooral met een goed boek erbij , kopje koffie en dan ergens een heerlijke lunch nuttigen. Ik bezoek ook regelmatig een museum. Voorheen reisde ik tweede klas, maar ik werd er door iemand op gewezen dat je met korting, één keer per twee maand, ook best eerste klas kunt reizen en dat doe ik dan nu ook.’ De bescheidenheid van Koster siert hem, want er zijn best vele werken van hem in omloop. ‘Ik denk dat ik in totaal vijf boeken heb geschreven. In het boekje “Hotel an ‘t spoor” staat mijn beroemdste gedicht: Requiem veur een hunebed of petrae in de vrömde “lillijke stienebulten, zaand deraover .” Koster lacht : ‘Ik vind hunebedden heel interessant hoor.’ Binnenkort hebben we weer iets leuks op de agenda staan waar ik aan heb bijgedragen. Zondagmiddag 2 juni hebben we “Dichters in de Tuun”. Samen met het Scheepstrakabinet organiseren we dit in de tuin van de Scheepstraschool. Daar worden gedichten en verhalen voorgelezen en luisteren we naar muziek. Het publiek krijgt dan ook de kans om met de dichters en schrijvers te praten, dus daar kijk ik wel naar uit!’

UIT DE KRANT