Ex-wethouder Tanja Haseloop vertelt vrijmoedig over haar teleurstelling en toekomstplannen

Afbeelding
actueel

“Leekster wethouderscollege heeft nu het motto ‘Beter goed gejat dan slecht bedacht’”

LEEK – “Welnee,” zegt Tanja Haseloop-Amsing (48 – ‘maar moet dat nou in De Krant?’), “het is wat mij betreft pure onzin dat, zoals geruchten gaan, de VVD buiten het nieuwe wethouderscollege van de gemeente Leek is gehouden omdat het tussen (ook nu) PvdA-wethouder Ben Plandsoen en mij niet zou boteren. Ik heb, en dat meen ik oprecht, allerplezierigst met hem samengewerkt. Natuurlijk waren er wel eens politieke verschillen van inzicht tussen zijn en mijn VVD-standpunt. Daar zijn we altijd goed uitgekomen en het heeft zeker van mijn kant de persoonlijke verstandhouding nooit beïnvloed. Als college hebben we, Plandsoen, CDA-wethouder Hans Morssink en ik als VVD-er steeds goed samengewerkt. Met kennelijk een goed programma.” Dat laatste komt als een politiek statement uit haar mond.

Andere verhoudingen
“Dat blijkt (lacht ze; red.) ook wel uit het feit dat dit nieuwe zogeheten ‘linkse’ college van PvdA, CDA met nieuwkomer GroenLinks in de plaats van mijn geen verlies geleden hebbende maar desalniettemin afgedankte VVD veel van de standpunten van het ‘oude’ college  heeft overgenomen. Van de in verkiezingstijd beloofde ‘ruk naar links’, veel veranderingen dus, zie ik niets. Het is meer van het principe ‘beter goed van het vorige college gejat dan slecht bedacht’. Het is, kortom, een akkoord van niet bereikte compromissen en verschil van standpunten. Zelfs op heikele punten is geen helder standpunt bereikt. Deze coalitie heeft, zeker met het oog op de in 2018 aanstaande vorming van één grote Westerkwartiergemeente, er volgens mij ook geen idee van hoe we in onze gemeente met deze uitdagingen moeten omgaan. Dit akkoord van niet-bereikte overeenstemmingen is vaag, weinig enthousiast, weinig positief en weinig zelfbewust. Ik denk dat door de nieuwe collegevorming ook de verhoudingen in de gemeenteraad heel anders gaan worden. ”

Wankele constructie
“Waar ik, of beter gezegd mijn partij, voor opteerde? Dat was gezien de uitslag van de gemeenteraadverkiezingen de ‘oude’ coalitie met VVD, PvdA en CDA, in totaal nu negen zetels eventueel aangevuld met de Christen Unie, waarmee je op 11 van de zeventien raadszetels uitkomt. Een andere mogelijkheid zou volgens mij VVD,CDA en D66 geweest kunnen zijn. Ook dan had je negen zetels gehad, wat toch tricky is dus had de ChristenUnie daar ook bij gekund. Het nieuwe college kan nu ook slechts rekenen op de steun van drie keer drie zetels wat echt een heel wankele constructie is….”

Kinnesinne?
Zo, dat is gezegd. Maar met een glimlach. Want Haseloop is zich er ondanks haar teleurstelling – ‘en met mij velen, ook mensen die niets met de VVD hebben hadden dit niet verwacht en vinden het onterecht ’- van bewust dat politiek nu eenmaal zo kan lopen. “Ik maak nu weer deel uit van onze driepersoonsfractie in de gemeenteraad en ga positief maar kritisch met deze voor de VVD nieuwe situatie om,” zegt ze vrouwmoedig. Op het andere veelgehoorde gerucht, dat ‘concurrerende’ politieke raadsleden Tanja niet meer zouden pruimen omdat ze te veel in de media zou voorkomen, haalt ze simpel de schouders op. “Tja, wat moet ik daar nou van zeggen? Ik kwam inderdaad veel in de publiciteit omdat ik veel in de openbaarheid trad. Moet je mij dat verwijten? Ik heb de pers nooit opgezocht, zij míj wél. De mensen konden dan in ieder geval wél zien waar ik mee bezig was.” Maar misschien,  oppert de verslaggever, kan eventuele kinnesinne ook aan haar mediagenieke, vrolijke persoonlijkheid en gevarieerde kleding hebben gelegen. Het contrast met haar in ieder geval letterlijk ‘grijze pakken’-collega’s was altijd groot. “Maar daar kan ík toch niets mee?,”sluit Haseloop dit onderwerp resoluut af.

Pim Fortuyn
Terzake nu. Over haar politieke loopbaan tot nu toe en het eventueel vervolg vertelt de in Nieuw-Roden opgegroeide VVD-ster, dat ze langzaam in de politiek is gegroeid.”Ik was van jongs af al sociaal en maatschappijkritisch bewust, ben toen we in Roderwolde woonden – waar de Haseloops een tijdlang het café ‘Het Rode Hert’ bestierden; red. – ook lid van de plaatselijke Gemeentebelangen geweest. Echt politiek bewust werd ik eigenlijk in 2002, na de dood van Pim Fortuyn. Ik had toen het gevoel dat we het met elkaar in maatschappelijk opzicht aan het verliezen waren en ik wilde me daaraan niet conformeren. In 2005, we woonden toen in Tolbert, kwam ik in contact met Maria Voogd, destijds fractievoorzitter van de VVD in de gemeente Leek. Zij heeft mijn politieke denken erg beïnvloed. Ik zat toen in de Culturele Raad van Leek die werd geconfronteerd met het gemeentelijk voornemen om het Podium Nienoord te slopen. Dat hebben we met elkaar kunnen voorkomen. Ik werd me toen echt goed bewust van de rol die de politiek kan spelen. Zo rolde het politieke balletje eigenlijk constant verder en begon politiek an sich me steeds meer in haar greep te krijgen. Vooral op lokale schaal, want lekker overzichtelijk en behapbaar met en voor mensen die jij kent en die jou kennen dus je ook persoonlijk ter verantwoording kunnen roepen. Ik kwam in 2005 in het VVD-bestuur van de Landelijke Kamercentrale. Mijn netwerk werd daardoor steeds groter en interessanter. Je leert mensen kennen die je als leek enkel op de tv zag. Ik werd steeds vaker voor allerlei landelijke zaken benaderd en kwam als nummer 53 op de landelijke VVD-lijst voor de Tweede Kamerverkiezingen te staan. Toch trok de plaatselijke politiek me vooral. Omdat je dan iets daadwerkelijk voor je medeburgers kunt doen en ook de resultaten daarvan kunt zien, zeg ik maar wat retorisch om dit onderwerp af te sluiten.”

Niet cynisch en verzuurd
Om kort te gaan: In 2006 kwam Haseloop in de Leekster gemeenteraad; in 2010 werd ze als opvolger van Harry Fellinger wethouder. “En daar wil ik niet omheen draaien, ik vond dat een geweldige baan. Kijk, Leek is behapbaar, met behapbare problemen en situaties. Je weet als bestuurder voor wíe je het doet. Je kunt je ook niet verschuilen want de mensen voor wie je het al dan niet goed doet, kom je ook weer ‘op straat’ tegen. Ik heb altijd mijn best gedaan om duidelijk te maken dat de politiek er voor iedereen is en dat je als bestuurder het vertrouwen, ook van degenen die níet van jouw partij zijn, altijd wáár moet maken. Dat je er voor íedere burger bent. Daarom zit ik weer in de gemeenteraad. Van raadslid naar wethouder is een relatief gezien behoorlijk grote stap, maar de omgekeerde gang is nog groter. Natuurlijk was ik het liefste wethouder gebleven, maar deze teleurstelling maakt mij niet ongelukkig. Ik vind wat gebeurd is onbegrijpelijk, daar draai ik echt niet omheen. Maar een cynisch en verzuurd raadslid zal ik niet zijn. Daar ben ik niet alleen privé te gelukkig voor met mijn gezin, maar daar heeft de gemeenschap ook niets aan. Maar (waarschuwend; red.) kritisch, opbouwend kritisch, zal ik zeker zijn.”

Burgemeesterspost
Toch nog even een blik naar de toekomst, zeurt de verslaggever door. Is raadslid en een opnieuw geambieerd wethouderschap nu het eindstation in de politieke loopbaan van Tanja Haseloop? Even aarzelt ze. Maar dan toch breekt een schaterende lach door.”Nou,” zegt ze niet eens zuinigjes, “een burgemeesterspost in een niet te grote gemeente zou me ook wel lijken. Weet je, contact met de mensen is voor mij het mooiste dat er is….”Waarvan acte.

Henk Hendriks

UIT DE KRANT

Lees ook