Noordenvelders; Gerard Willenborg

Afbeelding
actueel

De fractievoorzitter van het CDA woont inmiddels ruim twintig jaar in Noordenveld. Peize om precies te zijn. De geboren Amsterdammer en getogen Brabander, zit nooit om een mening verlegen. Hoog tijd dus voor een kop koffie bij Het Wapen van Drenthe.


Wie Gerard ziet binnenkomen staat niet verbaasd te kijken als hij zegt dat hij graag volleybalt. Sterker nog: Gerard speelde nog korte tijd Eredivisie. ‘Dat was in de tijd van de muur. Nederland was een top volleyballand destijds.’ Inmiddels speelt de Peizenaar zijn wedstrijden in een vriendenteam in Groningen. Op een ander niveau, maar nog steeds met de wil om te winnen.


Gerard werd geboren in Amsterdam en verhuisde op jonge leeftijd naar Noord-Brabant. ‘We waren allochtoon in Brabant. Zo voelde het althans.’ Na zijn schooltijd ging hij naar Zweden, destijds nog niet aangesloten bij de voorloper van de Europese Unie. ‘Moest ik een verblijfsvergunning aanvragen. Dat ging toen nog zo. Ik heb er een tijdje gewerkt als marktonderzoeker in de tijd dat de computer net opkwam. Daarna ben ik in dienst gegaan.’


Op zijn diensttijd kijkt Gerard nog met veel plezier terug. ‘Ik zat er niet om te springen, maar heb nooit geprobeerd er onder uit te komen. Het werd een hele leuke tijd. Het voordeel is dat je met allerlei verschillende jongens in contact komt. We waren geen makkelijke jongens, maar onderling was de band sterk.’ Gerard schuwde het ‘echte’ werk niet. ‘Ik wilde geen kantoorbaantje in mijn diensttijd. Als je dan toch het leger in gaat, ga je geen pennenlikken. Doe mij het echte werk maar.’


Kort overwoog Gerard nog om zijn carrière te vervolgen in het leger, maar hij besloot te studeren. Hij ging terug naar Amsterdam. ‘Dat was een omschakeling. Van het leger, waar altijd je maaltje werd gekookt en alles top was geregeld, ging ik naar een appartement drie hoog achter zonder heet water. Ik studeerde economische wetenschappen en daarnaast had ik verscheidene baantjes. Zo stond ik twee jaar voor de klas, maar was ik ook nachtwaker. Dat verdiende voor geen zak en je kon ook eigenlijk niets beginnen. “Als er een inbreker op het terrein loopt, bel je de politie maar”, zeiden ze. Daar zat je dan, een hele nacht lang met een zaklamp in je hand.’


Na zijn studie verhuisde hij met zijn vriendin naar Sassenheim. Dat beviel Gerard eigenlijk niet. Van gezelligheid was geen sprake en het leven in een flat had hij zo langzamerhand wel gezien. Dat hij uiteindelijk naar Drenthe zou verhuizen, was geen vanzelfsprekendheid. ‘Begin jaren ’90 kwamen we terug van vakantie, toen we in Duitsland op de autobahn een flinke crash kregen. Met een zwangere vrouw en twee kinderen aan boord. Het liep wonderwel goed af, maar de schrik zat er goed in. We besloten het jaar erop naar Drenthe te gaan. We zaten er vier weken met heerlijk weer. En dan is Drenthe op zijn mooist.’


Een verhuizing naar die mooie provincie volgde. Eerst naar Noord-Sleen, daarna naar Peize. Heimwee naar Amsterdam is Gerard vreemd. ‘Ik vind er niks meer aan. Het is heel anders dan vroeger. Onze hoofdstad gedraagt zich niet als een hoofdstad. Er wonen te veel mensen en Amsterdam heeft haar identiteit verloren. Ik kom er nog heel af en toe, maar het is mijn stad niet meer.’’


In 2010 ging Gerard, die over veel zaken toch wel een mening heeft, aan de slag als raadslid van het CDA. In 2022 zou hij twaalf jaar raadslid zijn en dus in aanmerking komen voor een lintje. De Koningsgezinde Peizenaar zou dat een eer vinden. Al was hij liever nu wethouder geweest. ‘Dat klopt, maar het is anders gelopen. De ChristenUnie (waarmee het CDA gezamenlijk optrok in verkiezingstijd, red.) heeft het beter aangepakt en slimmer gespeeld. Bij het CDA was het bestuur destijds niet op orde. Dat is het nu nog steeds niet helemaal, maar we zijn op de goede weg.’


En dus moet Gerard als raadslid de vinger aan de pols houden. Dat doet hij kritisch, bijvoorbeeld wanneer het gaat over de energietransitie. ‘We moeten klimaatneutraal worden. Bij zo’n term denk ik dan: wat bedoel je er precies mee. Daarbij weiger ik mee te doen aan klimaathysterie. Het is een religie geworden, een geloof. En met klimaatgelovigen kun je niet in debat.’ Hij vervolgt: ‘Het verhaal wat nu vertelt wordt, is niet juist. Natuurlijk hebben wij invloed op het klimaat, maar ik heb niet het gevoel dat wij aan de knoppen kunnen draaien. En we gaan van het gas af, terwijl ze in Duitsland en China juist allemaal aan het gas willen. Omdat we in Groningen de mensen hebben laten barsten, wil men nu van het gas af. Maar dat is niet dé oplossing. Wat die oplossing dan wel is? Ik denk dat die vooral bij jezelf begint. Denk goed om je leefomgeving en ga er bewust mee om. Daar begint het bij.’

UIT DE KRANT