‘Het idee dat we dit nu in vrijheid kunnen maken vind ik bijzonder’

Afbeelding
kleintje cultuur

Tolberter quiltgroep maakte bevrijdingsrokken voor de CazemierBoerderij


TOLBERT – Na een lange tijd te hebben stilgezeten, kon de quiltgroep van de Vrouwen van Nu in Tolbert eindelijk weer eens met zijn allen aan de slag. De afgelopen periode werkten zij aan zes bevrijdingsrokken, die nu te zien zijn in de expositie ‘Hier Radio Oranje’ in de CazemierBoerderij.


Het idee voor het maken van de bevrijdingsrokken kwam van de activiteitencommissie van de CazemierBoerderij. ‘Toen we bezig waren met de samenstelling van de expositie wilden we niet alleen het verhaal van de oorlog vertellen, maar ook een stukje hoop na de bevrijding. Mensen gingen toen feestrokken of bevrijdingsrokken maken als symbool van hoop en wederopbouw. Dat wilden wij ook laten zien.’ Aanvankelijk probeerde de CazemierBoerderij bevrijdingsrokken te lenen van andere musea, maar dat lukte niet. Zo kwam de activiteitencommissie terecht bij de Tolberter quiltgroep, die bestaat uit acht dames. De bevrijdingsrokken werden ter plekke gemaakt in de schuur naast de boerderij. ‘Dit was veel leuker,’ aldus Ekhart. ‘Want zo was het echt een lokaal project.’


‘Wij vonden het meteen en leuk idee en het was heel gezellig,’ vertelt Sietske van den Berg, één van de quiltsters. ‘Zo hadden we weer iets om mee bezig te zijn,’ vult haar medequiltster Conny Mers aan.


Voor haar was het maken van de bevrijdingsrok ook een emotioneel proces, omdat zij zelf de oorlog meemaakte: ‘Het idee dat we dit nu in vrijheid kunnen maken vind ik bijzonder.’ In januari 1945 stuurden haar ouders haar als klein meisje samen met haar oudere zus van Den Haag naar het Friese Tzummarum, waar zij door familie werd opgewacht. ‘Met een boot gingen we toen over het IJsselmeer, wat afschuwelijk was.’ In Friesland vierde Mers de bevrijding, niet in een bevrijdingsrok maar gekleed in een rood met wit jurkje. ‘Mijn tante had van wit laken jurkjes gemaakt,’ vertelt ze. ‘Mijn oudere zus had een witte jurk en een Limburgse evacuée die daar ook was had een wit met blauw jurkje. Zo droegen we samen de kleuren van de Nederlandse vlag. Iedereen deed iets met wat hij had.’


De bevrijdingsrokken kende Mers door een artikel over een expositie in het Textielmuseum in Tilburg. Daar was ook de bevrijdingsrok van Mia Boissevain te zien, die na de oorlog het initiatief nam voor het maken van de bevrijdingsrokken. ‘Die oude rokken bestonden uit oude lapjes, die met de hand op een oude rok waren genaaid,’ legt Mers uit. ‘Dat zag er niet netjes uit. Wij gebruikten nu juist heel mooie stoffen. Iemand uit de quiltgroep zei ook dat het eigenlijk te mooi is, dat het niet historisch correct is. Maar die rokken van toen kunnen wij niet namaken.’


De maaksters van nu gebruikten geen oude rok als basis, maar naaiden de verschillende lapjes aan elkaar met de naaimachine. ‘Het zijn rokken uit de 21e eeuw,’ zegt Sietske van den Berg. Wel gebruikte zijzelf oude lapjes uit een doos, die van haar moeder was geweest. Daarin zaten allemaal restjes stof van jurken die haar moeder zelf had gemaakt. ‘Dat waren lapjes van 50 à 70 jaar oud,’ vertelt Van den Berg. ‘Die kon ik nu mooi gebruiken. Het mooie was dat mijn broer de lapjes ook herkende toen hij de rok zag.’ Alie Seiffers van de activiteitencommissie: ‘Dat geeft wel meerwaarde. Die oude stoffen roepen emotie op.’


De bevrijdingsrokken zijn nog tot en met eind november van dit jaar te zien in de CazemierBoerderij in Tolbert. Ook is daar een kampjurk en –jas van de Tolberter verzetsvrouw Katrijn Huizinga te zien. In het voorjaar van 2022 wordt bovendien eigen werk van de quiltgroep, handwerkgroep en kantklosgroep van de Vrouwen van Nu uit Tolbert geëxposeerd in de boerderij.

UIT DE KRANT