Noordenvelders: Hedwig Wasser

-
- -
Noordenvelders

oen de Paus naar Nederland kwam en Hedwig Wasser ‘officieel in opstand’ kwam. In de speech, die ze als bestuurder namens een grote katholieke organisatie mocht voordragen, zag zij kans op persoonlijke titel een boodschap naar voren te brengen. Nu, bijna 40 jaar geleden, wordt er nog steeds gesproken over dit memorabele moment.

Ze twijfelde destijds, toen haar werd gevraagd de speech voor te lezen. ‘Ik dacht, de Paus ziet vrouwen helemaal niet staan.’ Toch besloot ze het te doen. Nu was immers haar kans om eens iets te zeggen over datgene waar veel progressieve katholieken het niet mee eens waren. ‘Het moest wel zorgvuldig gebeuren. En toen ik de speech zag, vond ik het er precies inpassen. Ik hoefde alleen maar concreet te maken wat er in het algemeen stond.’ Ze kwam op voor ongehuwd samenwonenden, gescheidenen, gehuwde priesters, homoseksuelen én vrouwen, met de woorden: ‘Gaan we geloofwaardig om met de boodschap van het evangelie als een opgestoken vingertje gepredikt wordt, in plaats van een toegestoken hand?’ Volgens Hedwig was er even stilte, toen applaus, maar ook ‘boe’ geroep. Maar zij liet zich niet van haar stuk brengen. Ze vond dat het gezegd moest worden. Binnen no time hadden haar uitspraken de nieuwsdiensten bereikt. Hedwig Wasser was ‘buiten haar boekje gegaan’. Vanuit de hele wereld kreeg ze post en bloemen. Ze leerde er veel van, vooral van hoe het leven in elkaar zit. ‘Ik was vrij naïef door te denken dat ik dit kon zeggen. En dat alles daarna gewoon door zou gaan.’ Maar spijt heeft ze niet. ‘He-le-maal niet zelfs.’ Ze vindt het jammer dat de kerk vandaag de dag nog steeds zo behoudend is. En hoewel ze niets meer met de kerk als instituut heeft, voelt ze zich echt katholiek en gaat ze nog steeds naar de kerk, daar waar ze zich op haar manier van geloof thuis voelt.

‘Waar dat progressieve vandaan komt? Mijn naam ‘Hedwig’ betekent de strijdvaardige. Ik heb zeker rond die tijd, maar ook daarna vaak gedacht dat die naam perfect bij mij past’, grinnikt Hedwig. Als kind al nam ze niet alles. Als ze het ergens niet mee eens was, dan zei ze dat gewoon.

Ze groeide op in Winterswijk en ging op haar 17e al uit huis om naar de Sociale Academie te gaan, in Twente. Later, ten tijde van het pausbezoek, studeerde ze nog theologie. Voor haar huwelijk werkte ze een paar jaar in de, toen nog, zwakzinnigenzorg. Daarna, zo ging dat in die tijd, stopte ze met werken. Hedwig pakte meteen vrijwilligerswerk op. Zo deed ze altijd kerkenwerk, ging ze voor missionair werk een maand naar de Filipijnen, sprong ze op de bres voor vrouwen voor vrede, maar zat ze ook in verschillende schoolbesturen.

Omdat haar man in Groningen een baan kreeg, kwam het gezin vanuit Alkmaar in de jaren ’70 naar Peize. Ze vond het moeilijk om aan de hand van een bouwtekening te beslissen. Toch was ze onder de indruk toen ze het dorp over de Zuurseweg binnen kwamen rijden. ‘Toen ik de melkbussen langs de kant van de weg zag staan, was ik om.’ Ze zag het landelijke van Winterswijk hier terugkomen. ‘Iedereen in Peize kende elkaar en je groette iedereen die je tegenkwam, fantastisch toch?’ Tot de dag van vandaag geniet ze van de goede sfeer in het dorp. En als gemeenschapsmens past dit jasje haar erg goed. Al die verenigingen, als ze daar maar enigszins iets aan kon bijdragen dat deed ze dat. ‘Lid zijn van Volksvermaken, donateur zijn van het zwembad en de dorpskerk, dat vind ik erg belangrijk.’

Hedwig, zoals gezegd strijdvaardig, en nog steeds kan ze zich opwinden over onrechtvaardige zaken. Als ze de krant leest, is ze niet bepaald optimistisch. Ze maakt zich zorgen over de wereld waarin haar kleinkinderen opgroeien. ‘Maar ik blijf de krant lezen, ik wil op de hoogte blijven’, zijn haar woorden.

Waar ze gelukkig van wordt? Van buiten zijn. Ze wandelde veel, maar je kunt haar nu vooral op de fiets tegenkomen. Na het overlijden van haar man ging ze nog 7 jaar lang met de caravan op stap, de natuur in. ‘Verder ben ik een dankbaar mens. Dankbaar voor m’n fijne kinderen en kleinkinderen en voor de goede mensen om mij heen.’ En als gemeenschapsmens wil ze de Noordenvelder graag het woord ‘verbinding’ meegeven. ‘In godsnaam, blijf dicht bij elkaar. En, laat op nette wijze je stem horen, want het geluid moet versterkt worden.’

UIT DE KRANT

Lees ook