Alex Wekema vertelt in Noordenvelders over hoe vaak hij in Roon nog Drèents praot

Afbeelding
Noordenvelders

Roden – Het is ‘Meertmaond Streektaolmaond’, de maand waarin de Drentse Taal extra onder de aandacht wordt gebracht. Op de website van de Krant verschijnt daarom elke dag het Drentse woord van de dag. Voorbij kwamen al slik (snoep), oetstukken (uitleggen of een kledingstuk verstellen) en liefzeerte (buikpijn). In deze rubriek Noordenvelders deze maand ook extra aandacht voor het Drents. We zijn benieuwd in hoeverre wethouder Alex Wekema, geboren en getogen in ‘Roon’ nog ‘Drèents praot’.

‘De streektaal doet mij altijd terugdenken aan de tijd dat mijn oma nog leefde en dat wij op zondagochtend als familie bij haar samenkwamen en dat daar altijd ‘plat’ gepraat werd’, vertelt Wekema. Eén grote familie samen, z’n vader kwam uit een gezin van 13, in het kleine huisje van oma waar een ouderwetse gezelligheid heerste met de koffiekan op de kachel.

Wekema vindt het belangrijk dat de lokale cultuurhistorie bewaard blijft. En dat zit volgens hem niet alleen in de gebouwen maar ook in de taal. ‘Ook taal is cultuur. Het is hoe je als gemeenschap met elkaar omgaat.’ Hij vond het een goed initiatief bijvoorbeeld dat de ‘tweetalige’ plaatsnaamborden hun intrede deden. ‘Mooi, omdat je dan zichtbaar maakt wat onze taal doet. Toen we het kortgeleden in de raadsvergadering hadden over het vernieuwen van de brink in Peize en er werd gesproken over de Peizenaren en dat iemand het dan verbetert in ‘dat binn’ Paaizers’. Mooi toch? Mooi, dat de streektaal zichtbaar blijft.’

Z’n oom Marinus, ook wel Pieks genoemd, ook typisch Drents, die bijnamen, had het vaak over ‘joekeln’. ‘Deze wielerquote werd volgens Wekema vaak gebruikt als er in het rondje Rolde ná Rolde ‘gejoekeld’ moest worden. ‘Het betekende dat er geprobeerd werd om iemand er af te rijden.’ Niet voor niets heeft hij dan ook altijd veel gehad met ‘Nooit opholl’n altied deurtrapp’n’, de betekenis van toerfietsclub NOAD.

Vroeger in huis praatten z’n ouders, z’n moeder komt uit het Westerkwartier, geen Drents. Wel een typisch kenmerk is dat z’n vader, opgegroeid in Peize, erg binnensmonds praat. ‘Mijn kinderen hebben er vaak moeite mee om hem te verstaan.’ Hoewel Wekema dus bijna geen Drents spreekt, vragen z’n vrouw en kinderen wel eens wat hij nu precies bedoelt. Want, out of the blue, komt er nog wel eens een woordje tussendoor. 

Toen de in Roden geboren en getogen Wekema in Leeuwarden studeerde werd het hem erg afgeleerd. Toen hij studiegenoten vroeg waar ze ‘weg’ kwamen en ze hem vertelden ‘van huis’, leerde hij al snel dat hij het anders moest formuleren. Wel merkt hij dat als hij emotioneel wordt, hij ongemerkt teruggaat in de streektaal en dat hij zich gemakkelijk aanpast als hij iemand tegenover zich heeft die ‘plat’ praat. ‘Dat voelt toch altijd dichtbij en vertrouwd.’

Wekema studeerde hoger financieel overheidsmanagement en ging aan het werk bij de gemeente Assen. Hij was in Roden altijd actief, deed veel voor de Activiteitenvereniging, was op jonge leeftijd een aantal jaren bestuurslid van de voetbalvereniging en zat voor wielerrondes vaak in wielercomités. Ook was hij sinds zijn studietijd al lid van de PvdA. ‘Tja, en dan word je midden in de nacht bij de Rodermarkt gevraagd of je op de lijst wil staan.’ Als wethouder geniet hij inmiddels van het werken met mensen en dat er met elkaar iets voor elkaar wordt gekregen. Hij zit aan de zachte kant en vindt het fijn dat er nu op het gebied van minimabeleid een verruiming heeft plaatsgevonden. Dat een ruimere doelgroep gebruik kan maken van de gemeentelijke regelingen.

Wekema, hij komt uit een sportieve familie, heeft in zijn takenpakket naast sport ook cultuur in zijn portefeuille. Het heeft hem verbaasd dat er op dat gebied in Noordenveld zoveel initiatieven zijn ontplooid. In zijn kantoor prijken naast een wielershirt dan ook meerdere foto’s van culturele evenementen aan de wand. In zijn takenpakket ook gezondheidszorg, jeugdzorg, armoede- en vluchtelingenbeleid. Het sociale, het heeft in zijn leven altijd zijn aandacht al gehad.

Of hij nog tijd heeft voor zelf sporten? ‘Ik probeer er wel tijd voor te maken. Elke zondagochtend zit ik op de racefiets. En ook op dinsdagavond probeer ik er tijd voor te vinden.’ Dáár haalt hij z’n rust uit, maar ook uit de momenten dat hij werkmatig naar z’n afspraken de fiets kan pakken.

‘Mensen, verloochen je afkomst niet’, is de boodschap van Wekema om af te sluiten. ‘En vergeet niet scherp te blijven op ‘oa’ en ‘ao’, zegt hij met een knipoog. ‘Oa’ is Gronings en ‘ao’ is Drents. Niet geheel onbelangrijk, ook al zitten we op de grens van Groningen en Drenthe …

UIT DE KRANT